© Rootsville.eu

Johan Verminnen (B)
Vlaanderen Feest
Welle
(11-07-2021)
report & photo credits: Anja Cleemput



© Rootsville 2021


Niettegenstaande dat de regen met bakken naar beneden viel trok ik toch richting Welle om het concert van Johan Verminnen met zijn trouwe kompanen Bert Candries en Leo Caerts  ter ere van 11 juli “Vlaanderen Feest” bij te wonen. Op het Welleplein was een grote opkomst en de weergoden waren ons op het moment van het concert gunstig gezind, gelukkig zou het concert onder dit gunstig gesternte blijven gedijen tot het eind. Johan Verminnen vervoegde al snel zijn muzikanten en “Zanger zonder meer” (1984 LP Melancholie, toen nog met Tars Lootens) werd ingezet gevolgd door zijn nieuwe lijflied “Tussen een Glimlach en een Traan” waarin de balans van zijn leven wordt opgemaakt.

Vervolgens werden we meegenomen naar een stad die sinds de terreuraanslagen van 2016 nooit meer hetzelfde zal zijn “Brussel”. De oerklassieker “Met 7 aan de tafel” werd door de immer briljante Leo Caerts tussen de lijntjes kleurrijk afgestoft, met leuke muzikale wisselwerking tussen Leo en Bert. Johan Verminnen kon het natuurlijk niet nalaten om zijn kornuiten aan te vuren tot een crescendo oplaaiend muzikaal duel. Ook de weggedeemsterde kleinkunstheld Lieven Coppieters bekend van het legendarische album “Jus d’orange’; een heerlijk funky jazzplaat, all the American way, niet in het minst door de inbreng van Koen De Bruyne, broer van eveneens wijlen Kris, die ons recentelijk verliet na een jarenlange strijd tegen Alzheimer. Even legendarisch was Lieven Coppieters zijn hekel aan live performen.

“Een eiland vol eenzaamheid” is de titel van hun gemeenschappelijk werkstuk en ademt de desolate eenzaamheid uit van een eenzame kassierster-moeder in de Brussels periferie. Het immer mooie en luidkeels meegezongen “Mooie dagen” getuigt nog altijd even teder van de ontstaansgeschiedenis van de liefde tussen Johan Verminnen en de nog steeds als mannequin actieve Catherine Mattelaer, tevens moeder van hun dochter Paulien, en ondertussen zowaar oma.

“Alle woorden gaan op reis” handelde haarfijn over het sluipende proces dat dokter Alzheimer aanricht in menig bejaarde bovenkamer. “Ik wil de wereld zien” illustreert nog steeds even elegant de reisdrang en de kunstzinnige en culinaire aspiraties van deze vlak bij Brussel geboren wereldburger.
“Bar Tropical” blijft de onverslijtbare soundtrack bij de wantoestanden en diepe wonden die de belgische kolonisatie heeft teweeggebracht. Het mag dan wel in 1975 op een koude raamloze kamer samen met Jean Blaute geschreven zijn toch wanen we ons op een tropisch eiland bij het horen van deze lyrische verzen.

Ook “Een of andere dag” en de anekdote over Toots Thielemans blijft fier en trots de tand des tijds doorstaan, zeker omdat Verminnen het na 45 jaar nog even gloedvol bezingt. In het alternatief volkslied “Land van mij”, dat door het Belgisch elftal waarschijnlijk nooit zal gezongen worden, verwoordt Verminnen met veel weemoed zijn diepe aversie en verknochtheid aan ons (apen)landje dat toch zo uniek is en blijft.

Eén wel haast ganse generatie verdwenen kleinkunstenaars en hun ondertussen aftandse vinylplaten worden keurig en beklijvend herdacht tijdens het swingende “Ouwe maten”. Het mooiste moment van zijn leven vond plaats toen zijn dochter geboren werd en een laattijdig begonnen optreden te Haacht waarbij het bier historisch rijkelijk vloeide, waarna het nummer “Paulien”, een ode aan zijn dochter, tot stand kwam.

Het einde naderde met zijn eeuwige liedje voor het volk uit het gezegende jaar 1974 waarbij hij iedereen uitnodigt om het mee te zingen zoals de bouwvakker op de stelling en de huisvrouw aan de vaat op de tonen van “Laat me nu toch niet alleen”, de hit van de laatste kans. Het publiek zingt uit volle borst mee en Johan Verminnen en zijn fantastische muzikanten zagen dat het goed was. Met de bis “Vierhoog in de wolken”, het favoriete nummer van Johan zelf wordt deze prachtavond stijlvol afgerond.

Ook met 70 uitgeblazen kaarsjes blijkt Johan Verminnen amper aan vocale zeggingskracht en panache te hebben ingeboet.