© Rootsville.eu

Goezot in 't Hofke (zaterdag)
Festival
Oud-Turnhout (08-06-2025)

reporter & photo credits: Marcel

info organisatie: Goezot

© Rootsville 2025


Eén van de tofste festivals van het jaar, zowel qua locatie als programmatie, is bij mij nog altijd Goezot.
Elk jaar wordt het speelplein telkenmale gedurende 2 dagen ingepalmd door muziekliefhebbers. Op zaterdag komen de rootsfans aan hun trekken en op zondag mogen de blues liefhebbers de dansschoenen aantrekken. Op beide dagen telkens een aanlokkelijke affiche, die het steeds de moeite werd maakt om de verplaatsing te maken. Dus hop, de bluesmobiel in en voor twee dagen richting “De Kempen”.

Jammer genoeg hadden de weergoden verstek gelaten want er viel geregeld een bui uit de lucht, maar dat maakte voor de vele aanwezigen niet veel uit.

Op deze “Rootsdag” werd alvast gestart met leuke muziek afgespeeld door DJ Rudy, al jaren vaste waarde om op de “Riverstage” de rockers en boppers aan het dansen te brengen. Hij zou het podium afwisselend vullen met The Whodads, maar verder meer daar over.

Iets later wordt dan het startsschot gegeven op het hoofdpodium en de eerste gast die daar mag aantreden is JP Harris. Joshue Pless ofte JP Harris werd geboren in 1983 in Montgomery, Alabama, een stad dat blukt van verhalen in de Afro-Amerikaanse geschiedenis. De man is een outsider in de countrymuziek, die op jonge leeftijd vertrok naar naar het onbekende. Na jaren van reizen en werken in afgelegen gebieden ontdekte hij zijn passie voor muziek, vooral country en americana. Als twintiger richtte hij een band op met als resultaat zijn debuutalbum “I’ll Keep Calling” uit 2011. Voor zijn laatste plaat “JP Harris Is A Trash Fire” riep hij de hulp in van zijn vriend JD McPherson. Het resultaat is verbluffend.  

We konden ons alvast opmaken voor een stevige portie “outlaw country”. Voor mij een totaal onbeschreven blad deze man, maar het zou later blijken een leuke ontdekking te zijn. Met zijn warme en zware stem bracht hij een set met aanstekelijke en swingende countrysongs
Zijn songs als zijnde ‘Old Fox’, ‘Long In The Tooth’, ‘East Alabama’ of ‘Quit Drinking’ gingen er in als zoete koek en de vroege vogels op de weide konden het wel smaken.

Hierna konden we ons spoeden naar de kleine tent alwaar The Whodads hun eerst set zouden ten beste geven. Afkomstig uit Gent en omstreken, zijn voor velen nog een goed bewaard geheim maar wie ze al aan het werk zag zal ze nooit meer vergeten. Deze bigband is vervaardigd uit het beste Fender-metaal, Tijuana-koper en afgesleten Hammondhout en zij spelen al drie decennia hun favoriete instrumentals uit de tijd dat auto’s vinnen hadden, de raketten in crisis waren en de grenzen van Rock en Jazz even vervaagden in Film noir muziek die je zelden live te horen krijgt. Zij hebben in hun reiskoffer een repertoire van 400 gekende en minder gekende standards uit de rhythm&blues, jazz en/of filmmuziek.

Jammer genoeg is hier op Goezot niet genoeg tijd om dat allemaal af te spelen. Grote verwondering want wie een grote bezetting verwachtte was er an voor de moeite. Er werd gestart met 4 voor een korte set waarbij we werden getrakteerd op stevige surfmuziek met snerpende gitaar en roffelende drums. Het viertal liet songs de revue passeren als ‘Everybody Up’, ‘Diamond Head’, ‘Ramrod’, Peter Gunn’ of nog ‘Surf Rider’. Bij het begin viel de regen met bakken uit de lucht, wat maakte dat de kleine tent tsjokvol zat.

Terug naar het hoofdpodium waar één van mijn favoriete bands zou aantreden. Man, wat ben ik gek van The Reverend Peytons Big Damn Band! Deze band is een driekoppige Amerikaanse countrybluesband uit Brown County, Indiana. Zanger, gitarist en frontman Reverend Peyton wordt bijgestaan door zijn vrouw en washboard virtuose “Washboard Breezy Peyton”en drummer Jakob “the snakob” Powell. Hun muziek is een heerlijke mix van blues, folk en punk en zij worden beschouwd als de beste “front porch” bluesband ter wereld.

De Reverend heeft een reputatie opgebouwd als uniek meeslepend artiest én overtuigende evangelist door de down-home country-bluesstijl die al vroeg tot zijn verbeelding sprak en hem en zijn band inspireerde om de pelgrimstocht naar Clarksdale, Mississippi te maken. Daar ging hij ‘studeren’ bij bluesmeesters als T-Model Ford en David “Honeyboy” Edwards. Ik heb ze altijd al met veel energie weten spelen en met hun opzwepende muziek verwachtte ik een stevig feestje daar op de wei. Weg regen en daar was de zon terug en met ‘My Old Man’ en ‘You Can’t Steal My Shine’ vertrok het drietal in ijltempo. Weinig tijd om op adem te komen want de songs volgden elkaar in snel tempo op met onder andere ‘Poor Until Payday’, ‘Por Roast And Kisses’, ‘Ways And Means’ of ‘Magic Sam’.

The Rev haalde alles uit de kast en bewees zijn kundigheid met de slide. Hij haalde zijn National Steel uit 1934 boven en kort nadien een “bijlgitaar’ en liet dit alles snerpen terwijl Jakob zich ondertussen de pleuris roffelde en Breezy het ritme aanhield op haar wasbord. Met ‘Honeysuckle’ met de Rev alleen op het podium, kregen we de titeltrack van de laatste plaat. Met ‘Black Matti’ en ‘Something For Nothing’ haalden wij het einde van deze energieke show, waarbij ondertussen Breezy de fik in haar wasbord had gestoken. Gelukkig kwam er nog een bisser en met ‘Rattelecan’ werd de set afgesloten. Reverend, you made my day!!!

In de kleine tent mochten de Whodads alweer hun opwachting maken, maar nu in een bezetting van zowaar 13 man. Veel blazers en too many people too many names. Geen surf deze keer maar lekkere exotische klanken die, door de blazers, warmte in de tent brachten. ‘Sahara’, ‘Crocodile Go Home’, ‘Exodus’, ‘The Pink Panther’, het knappe ‘Harlem Nocturne’ of ‘Hawai Five-O’, het geheel getuigde van zeer hoog muzikaal niveau en de “bigband” wist de kleine tent wel degelijk plat te spelen.

Terug naar het hoofdpodium waar we Smokestack Lightnin’ mochten verwelkomen. Smokestack Lightnin’ moet de band zijn die door de jaren heen het meest op Goezot in’t Hofke geprogrammeerd stond.  Ze kwamen ook al langs als begeleidingsband van Los Straitjackets gitarist Eddie Angel en Jake LaBotz, maar wanneer ze hun eigen ding komen doen, zijn ze altijd op hun best. En dat eigen ding is die heerlijke mix van country, rockabilly, blues en soul. Ze komen hun nieuwe plaat “My Vinyl Resting Place” voorstellen, meteen de eerste nieuwe plaat in elf jaar! Deze schitterende band bestaat uit Bernie Batke (vocals, bas), Axel Brückner (gitaar, keys, vocals), Flo Kenner (gitaar, vocals) en Frank Schwab (drums).

De mannen zijn goed voor een stevige portie rock’n’roll en rockabilly en dat was te zien aan het aantal fans dat zich voor het podium hadden geschaard. Dikke portie feelgood music met ‘What You Like’ de uit de nieuwe cd afkomstige ‘Hole In My Hand en ‘The Living Dead’, dat werd aangekondigd als een liefdesliedje en ook ‘Girl On The Billboard’ kon mij bekoren. Zeer aangenaam optreden.

Het hoofdpodium mocht iets later Big Sandy & His Fly-Rite Boys verwelkomen. De band werd opgericht in Zuid-Californië in 1988 door Robert Williams aka Big Sandy. Ondertussen reizen ze al meer dan 35 jaar de wereld af en hebben zo twee dozijn aan platen afgeleverd. Dit wordt alweer het zoveelste rockabilly & roots feestje. Ambiance verzekerd met frontman Big Sandy, Ashley Kingman (gitaar) en de ritmesectie met Frankie Hernandes (drums) en Russell Scott (up-right bass).

Big Sandy is zoals de naam het al doet vermoeden een zeer imposant figuur maar ook een zeer aangenaam mens.  We bleven natuurlijk in hetzelfde genre hangen als de vorige band maar toch wisten deze jongens mij aangenaam te verrassen. Old school rock ’n roll en een snuif rockabilly doen nog steeds wonderen. Ik heb genoten van ‘True Blue’, ‘Miss Tracy’, ‘Free Man’, de tearjerker ‘When The Last Teardrop Falls’, ‘Honky Tonk Queen’ en ‘Bad News’.

 Met Paul Ansell’s Number 9, zitten we ondertussen aan de voorlaatste band van de dag. De uit de UK afkomstige band werd door Paul opgericht in 1993 en draaien dus al meer dan 30 jaar mee. In een ver verleden, 2012, stonden ze al eens op de affiche van Goezot. Van Ansell wordt gezegd dat zijn stem een mix is van Elvis Presley en Charlie Rich, wat eigenlijk een mooi compliment is. En samen met zijn trouwe band, met o.a. de supergitarist Toni Coni, Rick Mccan (drums) en Guy Trigg (bas) brengen zij kwaliteit rootsmuziek van de bovenste plank.  

Om toch nog even in het genre te blijven nietwaar. Veel eigen nummers heeft de band niet echt gebracht maar wel veel covers die echter een eigen make over hadden gekregen en die bij iedereen toch goed in het gehoor lagen, als zijnde ‘Proud Mary’, ‘Walking Back To My Baby’s Arms’, ‘Hey Joe’ of zelfs ‘The Passenger’ van Iggy Pop. Best oké dit.

Om deze eerste schitterende muzikale dag af te sluiten was niemand minder dan Jonathan David “JD” McPherson uitgenodigd, wat ik persoonlijk een uitstekende keuze vind. JD is een Amerikaanse singer-songwriter en gitarist uit Broken Arrow, Oklahoma, momenteel woonachtig te Tulsa, Oklahoma. Hij staat bekend om zijn retro-sound die is geworteld in de rock-‘n-roll, rockabilly en rhythm & blues van de jaren vijftig.  Het is alweer een hele tijd geleden dat de man in Europa was. Zijn nieuwste album, “Nite Owls”, is een dynamische mix van rock-‘n’ roll met invloeden van glam, new wave, post-punk en surf rock.

Hoewel dit de topact was van de avond, was het jammer genoeg ook de band die mij het minst kon bekoren. Tja, het kan verkeren zei Bredero. Redelijk stevig en hard maar ook veel te luid vond ik. Wel gas geven aan 100km/uur met ‘Sunshine Getaway’, ‘Just Like Summer’, ‘Desperate Love’, ‘Fire Bug’, een zwoele versie van ‘Mona’ of  nog ‘Wish You Would’. Jammer dat de regen zowaar nog wat roet in het eten kwam gooien en zo het eind van een lekkere dag kwam verpesten.

Wat mij betreft, was ik blij dat ik in mijn bedstee kon kruipen want ik begon wel lekker moe te worden. Een mens is geen 20 meer en er kwam nog een lange dag aan. Dus oogjes dicht en snaveltjes toe. Slaap lekker en tot morgen!

Marcel