HOWLIN' BILL (B)
Strike

01 My Own World
02 Remember the Day
03 Pick Up Lines
04 Need a Ride
05 Strongest Man Alive
06 Pink Cadillac
07 Mister X
08 Circus Is Coming to Town
09 Now You Run
10 You Got It
11 This Time No Lies
12 Hell Freezes Over
13 Surfpin 
Review:witteMVS

website artist
my space
website label 
NAKED PRODUCTIONS

More info:
    
Howlin’  Bill are:

-Wim de  Vos aka Howlin’ Bill : vocals  & bluesharp
-Chris Van  Nauw : all  guitars & backing vocals
-Winne  Penninckx aka Walkin’ Winne : bass
-Frank  Pauwels aka Magic Frankie :  drums   

Waar te koop ? 
-op Howlin Bill’s concerten
-bij eMusic : www.emusic.com (download in mp3 formaat)       
       

 

Het was er met ons drukke concertbezoek en daarmee gepaard gaande reviews nog niet van gekomen. Nu het tijdens de feestperiode ietswat kalmer is qua gigs, is het moment aangebroken om eens te toetsen of de Alzheimer-virus al enige succesvolle aanslag  heeft kunnen verwezenlijken op mijn organische schijf voor data-opslag, en wat ik nu ga doen is daar een goede oefening voor. Goed. Euh..wat ging ik ook alweer doen ? Ah ja…
Naar het einde van het jaar toe probeer ik voor mezelf een overzichtje te maken van wat er allemaal voor moois is gepasseerd op onze Belgische rootspodia enerzijds, en wat er hiervan digitaal is vastgelegd op het blinkende schijfje, anderzijds. En voor beide criteria komt dezelfde naam onbetwistbaar op het voorplan te staan. Howlin’ Bill.
Het is zeker niet alleen de lengte van Wim De Vos aka Howlin’ Bill, die deze band kop en schouders boven de middenmoot doet uitstijgen. Dit jaar waren ze op nagenoeg alle grote en kleine podia van België te zien. Op het bluesfestival van Cahors genoten ze grote bijval bij onze Zuid-Franse buren en in de Scandinavische landen is hun faam al zo groot als hier te lande. Deze jongens zijn voorbestemd om uit het keurslijf van het roots-circuit te breken en een groter publiek te bereiken. Boze tongen beweren dat ze het maximum van hun kunnen bereikt hebben. En deze snoodaards zouden kunnen gelijk krijgen als de grote media niet behulpzaam willen zijn. Want er zijn de natuurlijke biotopische beperkingen die hier kunnen gaan meespelen. Een vis wordt zo groot als zijn bokaal toelaat. Dus, airplay please. En daarmee bedoel ik niet dat éne nummertje dat ze nu krijgen op Pili-Pili op een ontieglijk uur van de maandagavond, als iedereen voor zijn TV ligt weg te dommelen en met een nationale luisterdichtheid van een gemiddeld festivalletje, een luisteraarspotentiëel dat bovendien bestaat uit deze zelfde festivalbezoekers. Met airplay krijgen, bedoel ik uitgezonden worden op prime time. En dat is voor radio naar mijn bescheiden mening nog altijd op de spitsuren, ’s morgens en ’s avonds, als de helft van België met zijn wagen in de gezamenlijk 160 km lange file staat en eigenlijk niks anders te doen heeft dan naar zijn radio te luisteren. Heren van Radio 1 en 2, Stubru, Donna enz… laat u niet kennen. Bewijs maar eens dat jullie hier alles van weten.

Maar we zijn gekomen om de CD van deze “great band” onder de loep te houden. En laat ik er dan maar meteen bij vermelden dat je niet hoeft te panikeren als je geen vergrootglas hebt, want de kwaliteit van dit schijfje komt levensgroot op je toegesprongen, vanaf de eerste tonen die uit de boxen ontsnappen. En dadelijk wordt je ook duidelijk dat de grenzen van de roots-music hier lichtjes worden hertekend, zoals dat ook met gewestplannen gebeurt.

Dat blijkt al bij “My Own World”. Dit nummer is niet zomaar een eigen geschrijf-probeersel. Geen gemier en geen geprevel. Bill’s ‘eigen wereld’ is er duidelijk een met een hoog gehalte aan rock’n roll. De introrif (My Baby do the Hanky Panky) met die galm erop is al direct bingo. Little Chris die hiervoor verantwoordelijk is steekt al een punt op zak. Ook de rest van het gitaarwerk op dit nummer is zo gevarieerd, dat je meerdere beluisteringen nodig hebt om elke nuance te ontdekken. En alles past zodanig in mekaar, dat het vlot de oor indringt en er blijft zitten. Het timbre van Howlin Bill’s stem is uniek in België. Tenminste ik ken niemand die zo klinkt als hij. Speel het luid en probeer een zwak moment te ontdekken in deze song. Die zijn er niet. Zelfs tekstueel zit alles hier snor en ver boven het algemeen aanvaarde rocklyrics-gemiddelde. Deze song is af ! Goed begonnen, half gewonnen ! We gaan dit zien.

In “Remember the Day” ook van Bill, wordt hij dagelijks getrakteerd op een pak slaag, met de basebat dan nog. Gelukkig heeft hij daar niets aan overgehouden. Noch fysiek, noch psychomatisch. Want Bill is in de dagelijkse omgang een allerbeminnelijkste man. En voor zover ik weet zijn de vrouwen in zijn leven gelukkig geen doorslagen van deze uit zijn songs. Dit is een verhalend nummer, in de trant van die andere Howlin’ Wolf “Commit a Crime”. Catchy brug met verandering van toonhoogte halverwege de song, houden het spannend. De slepende bas van de Winne op de dansende drum van Frank zorgt voor de contrasten en een gitaarsolo van Chris, waarvan ik nog steeds niet heb ontdekt op welke noot hij begint maken ook dit nummer weer onnavolgbaar mooi.

“Pick Up Lines” is het verhaal van de eeuwige vrijgezel die elke avond, ondanks zijn verwoede pogingen bij de vrouwen, van een kale reis terugkeert. En daarom gaat hij gaan drinken, of is het zijn overmatig drankgebruik dat de vrouwen afschrikt ? De hamvraag , What came First ? is hier van toepassing. “The Lady at your right looks better every beer” is toch een waarheid als een koe. Dit heb je zelf al meegemaakt. Een verschrikkelijke off-day, je bent op de dool, van de ene joint naar de andere, en na een respectabel aantal “shots” wordt die grote draak aan de toog een verleidelijk stuk. Het leven zoals het is. Muzikaal is dit een cowboy-song, genre meezinger, met een smoelschuifstukje van Bill dat er zo moeiteloos komt uitgeflapt. Ronddartelend gitaarwerk. Ook weer af.

Een nachtje doorzakken in de kroegen van ’t stad, veel te veel pinten, ambras met de klootzak die je glas heeft omgestoten, je vriendin is er al vandoor met de wagen en de toogvrienden zijn opgelost in de nacht. Als het buiten en in je brains terug begint te dagen, dringt de vraag ,‘waar ben ik en hoe geraak ik in mijn …verdommese bed, zich op. Zo is de song “Need a Ride” ontstaan. Inventief gezongen, het lijkt alsof er twee zangers aan het woord zijn, verschillende toonhoogten. Een donkere gitaarsolo van Chris, om de dramatiek te onderstrepen. Want je voelt je als een godvergeten hobo, als je in de twijfelzone van nacht naar dag en met aankomende kater je weg naar huis zoekt. En de dageraad is dan je grote vijand.

Wie kent de Yayhoos ? Ik weet niet waarom ik aan deze band dacht bij het horen van deze song “Strongest Man Alive”. Het is nochtans geen Baird/Ambel-achtig product. Of hoor ik reeds hoe hun versie van dit nummer van Chris zou klinken. Wellicht ligt het aan de gitaren die Chris hier neerzet. Grote klasse. Niet zomaar een solootje. Deze gitaren verhalen zichzelf van begin tot einde song. Straf. Frank’s drumspel is hier oer basic, omdat dit nummer dat vraagt. Zo ook Winne’s baslijn. Van een ontroerende simpliciteit, maar danig effectief. Ik val in herhaling. Dit is popmuziek met klasse.

“Pink Cadillac” heeft zijn roots in de fifties. De wagen waarvan sprake ook. De periode dat de rockabilly hoogtij vierde is voorbij en de beatmuziek (zoals men het toen noemde) komt eraan. Bill’s vocale partij is in dit nummer een synthese van Robert Gordon (Dee-Oo-Bee-Oo-Bee-Doo-Bee-Doo-Bee-Doo-Woah: The Way I Walk) en vroege Rolling Stones Mick Jagger. Luister maar eens goed ! En Chris klinkt als een veredelde Link Wray. Ook in dit nummer weer een effectvolle ‘bridge’, het handelsmerk van de band.

De song over de geheimzinnige “Mister X” the best allround man in town, klinkt exotisch en laid-back. Met dat zwoele, fragiele vrouwenstemmetje krijgt het ook nog een sensuele dimensie. Het is vooral een adempauze tussen het ‘rockgeweld‘ van deze CD. Mister Bill blowt zijn harmonica op de vibrato-drenched guitar van Chris. Een mooie solo op akoestische gitaar in dialoog met de bluesharp van Mister X..euhh..Bill in het midden van het nummer doet een beetje swampy aan, een beetje Tony Joe White toestanden. I like it. Het verhaaltje is alweer een anecdote uit Bill’s, onze eigenste Charles Bukowski, bewogen (nacht)leven in de havenstad. Dit nummer mocht voor mijn part eens zo lang duren, en met een stukje slide op de national steel bovenop.

Voorheen noemde de band voluit Howlin’ Bill and His Blues Circus. Om voor de hand liggende redenen werd het laatste gedeelte eraf gehakt. Bill en de Cirk had nog gekund, maar HB&HBC was werkelijk te lang. Denk ik. “Circus Is Coming To Town” gaat over een ander rondreizend cirkus. Rockabilly geblazen. Dit hadden The Straycats kunnen zijn. Chris Setzer speelt hier straight rockabilly. Luister naar de intro. Dat is ‘m. Prachtig gevonden.Vollen bak nummer van de hand van Chris.

“Now You Run” heeft Chris geschreven voor de Stones, lijkt het wel. Anno ’69, “Let It Bleed”. Alweer zo’n fantastische gitaarintro. Waar haalt hij het toch, telkens weer opnieuw ? Bill zingt hier voor de gelegenheid met Jagger-intonatie. De door het ganse nummer lopende electrische gitaarriff is Lynyrd Skynyrd gescheten. En hier krijg ik dan mijn stukje slide op national steel, het komt er steels binnenglippen en maakt dit nummer ook weer zo af als iets. Het oog voor detail maakt het verschil tussen een mmwwja ni slecht en de godverdomme neig goe-band. Walking Winne en Magic Frank houden dit nummer ook weer stevig in de rails.

“You Got It” heeft die vrolijke west-coast swing feel. T-Bone Walker, Junior Watson. Bill als shouter. Korte mooie triolen gitaarsolo, gevolgd door een bluesharp-solo. Wat moet dat nog meer zijn ? James Harman en Kim Wilson zouden zich goed in hun vel voelen met dit nummer van Chris.

In “This Time No Lies” zit weer veel pop-muziek gehalte, in de goeie betekenis van het woord. Het past volkomen binnen het CD-concept en ik vind het persoonlijk beter klinken dan het origineel van Boyd Small. Niet in het minst door de fraaie gitaarsolo alweer door Chris. Magic Frank blijft op zijn eigen manier drummen, al had hij in de verleiding kunnen komen Small’s stijl over te nemen voor dit nummer.

De hitsingle uit deze CD is “Hell Freezes Over”, de showstopper van de live-concerten. De ultieme encore. In dit nummer vertelt Bill’s moeder hem de beide voeten op de grond te houden, want eerder vriest de hel dicht dan dat men sterrenstatus bereikt in België. Het kunnen niet allemaal Stan Van Saman’s zijn. Het refrein laat zich vlot meezingen. Op pure boogie geschoeid, maar met akkoordenwissel en een bridge als refrein. Alweer een spitsvondig recept van Bill de Vos. Mocht dit een uit de States overgewaaid nummer zijn geweest van Foo of andere Fighters was het gegarandeerd top tien materiaal geworden. Maar het predikaat “van bij ons” verdient blijkbaar die eer niet hier te lande. Ongelooflijk belachelijke toestanden. Als Nederlanders hun Golden Earring destijds aan de ganse wereld konden verkopen, dankzij de steun van de media, moet dat vandaag toch zeker kunnen, met een beetje inzet van onze nationale zenders. Nee ? Fuck.

En om het stukje rockgeschiedenis te vervolledigen dat op deze CD ligt vervat, krijgen we als toetje nog een volwassen surf-instrumentaaltje van de hand en het brein van Chris. “Surfpin” is the name. Dick Dale vraagt zich vandaag nog steeds af waarom híj dat niet heeft geschreven. Compleet met vloeiende Parkinson-gitaarriffen à la Dale en virtuoze tempowisseligen , het genre eigen. Our Chris does it all.

Dat waren ze alle dertien. Alle dertien voltreffers of ‘strikes’ in bowling-terminologie. Als je een beetje roots-rock minded bent, moet je hiervoor plat gaan. Ik ben in elk geval blij een landgenoot van deze heren te zijn.
Als je mij bent gevolgd op de rondgeleide door de nummers van dit schijfje, is het je ook duidelijk geworden dat de rootsmuziek-grenzen hier werden hertekend.
En ik heb het nog gezegd, als je deze schijf niet in je collectie hebt, moet je snel overgaan tot de aanschaf ervan. Anders is je collectie onvolledig. Zo simpel is dat.
Ik wacht alleszins vol ongeduld op de opvolger dezer. Ik kan er niet genoeg van krijgen.

witteMVS