RHYTHM & BLUES @ THE ATTIC
Scoutszolder Wilsele - november 03, 2007

Website Org:RHYTHM & BLUES AT THE ATTIC (B)

Review: Witte MVS
Photo: Freddy B

 

De vierde uitgave was dit reeds van dit gezellige en intieme festivalletje. De tijd vliegt snel. Ik herinner me nog die blauwe maandag na het festivalweekend van Peer 2004. Zoals elk jaar probeerden we terug neer te dalen op aarde, na drie drukke festivaldagen, door middel van een portie mosselen in de tuin van het Torenhuis, onder de kerk van Peer. Mosselen schuiven nogal moeiteloos naar binnen. Daarom.
In onze grote groep nabeschouwers bevonden zich ook Peter B en Beire Rund die net besloten hadden er nog een dagje aan te breien, omdat ze nog te ver heen waren. Peter vond het nuffig dat we weer afscheid moesten nemen om de dagdagelijkse beslommeringen te gaan waarnemen, en kondigde met dikke tong en een substantiële waas voor de ogen aan dat hij met Beire een festivalletje zou gaan organiseren in Wilsele. Waarop wij allen repliceerden met een “Ja, natuurlijk Peterken, we zullen er zijn ! Of course” knipoog links en rechts. Toog-gelal weet je wel. Maar…drie maanden na datum kreeg ik een virtueel mailtje in mijn dito box met een datum, een locatie en een programma van het eerste Rhythm & Blues@theAttic-festival. In samenwerking met de scouts van Wilsele en in hun lokalen, en dat is nog steeds zo. En ’t was van de eerste keer in orde, en dát is nu ook nog zo.
 
Zelden, of eigenlijk nooit, zag ik eerder een super low-budget festival met een dergelijke uitmuntende geluidskwaliteit en vooral een schitterende, creatieve en haast psychedelische belichting. Voortreffelijk werk van Dr. Moon en Koen O. Een droompie voor fotografen. De affiche was, zoals steeds, exclusief Belgisch. En dat is niet uit budgettaire overwegingen zo. Peter B is ervan overtuigd dat men het talent niet altijd over de grenzen moet gaan zoeken. Er is er genoeg op eigen bodem, zegt hij. And right he is !

Attic Trafic (B)

 De aftrap werd gegeven door Attic Trafic, een Wilselese (struikel hier niet over) gelegenheidsband. Covers van de meest uiteenlopende pop-, rock- en bluesnummers distten ze ons op. Lang niet slecht, vooral als je weet dat ze zichzelf aanboden om gratis te komen spelen. Op sommige momenten acht man sterk, met blazers en al, vroeg ik me af wanneer en hoe ze zich organiseerden om allemaal samen te repeteren. Dat lukt soms al niet met een vierkoppige vaste band. Proficiat dus voor deze jongens en meisje, want ofschoon ze van het blad musiceerden, moet er mijns inziens toch nog tamelijk wat gerepeteerd geweest zijn om tot dit vrij tempo- en ritmevaste resultaat te komen.

Even terzijde wil ik nog vermelden dat de politie reeds tijdens de soundcheck, om twee uur en centiemen 's namiddags, ter plaatse werd gestuurd door enkele van de vermoedelijk zeer ziekelijke buren. Volledig onterecht. Je kon buiten niets van de muziek horen, tenzij je vlakbij het gebouw stond. Bewijze hiervan is dat de politie niet eens de decibelmeters op de proppen haalde. Het moet voor die mensen een verschrikking zijn als 's morgens de vogels fluiten.

Waking up Dolores (B)

Na het Zolderverkeer was het de beurt aan Waking Up Dolores. Ze begonnen goed met "Ready for You" een weliswaar alom platgespeeld nummer, maar aangezien ze zich meldden als zijnde 'er klaar voor', waren onze verwachtingen aldus hoog gespannen. Het bleek al snel een ontnuchtering want de jongens kwamen niet van de grond. Het geheel van hun sound kon mij niet overtuigenen. Een te zwakke ritmesectie ligt hier mee aan de basis van het euvel. En een te zwakke stempresence van Wim. Daarbij is hun keuze van overbekend materiaal nogal verrassend. Je ligt dan immers voortdurend in het spervuur van de vergelijkingen met het origineel. Een onvoldoende vooral, omdat deze band toch al sinds 2003 aan de gang is, en elk lid daarvoor nog in andere groepen werkzaam was. "After Hours" kreeg een orgelsolo die klonk als een Decap. Nu is er op zich niets mis met een Decap-orgel, maar in blues…? Wel mooi daarentegen was "Mojo Boogie" van J.B.Lenoir, toevallig ook een minder bekend nummer. En "I Can't Stand It" van de onlangs overleden Gary Primich mocht er ook zijn. Er hoeft niet meteen een hoop ellende en miserie gepaard gaan, om goeie blues te maken, maar eraan werken in het zweet des aanschijns helpt. Ik ben er zeker van, dat eens Dolores wakker is, het de goeie richting zal uitgaan met deze swingvereniging.

Steppin' Out (B)

Steppin’ Out draait nu onderhand reeds 18 jaar mee in ‘s lands bluesmolen. (Mo)Jo Tuyaerts (guitar and vocals) en Guy Ernaelsteen (double bass and precision) vormden samen met, de vorig jaar overleden, Ewan Chalmers (drums) de keiharde kern van het clubje waar andere muzikanten in- en uitstapten (steppin’ in, steppin’ out, woeha). Desnoods gingen ze met hun drieën spelen. That’s the spirit ! Niki Van Hamel beroert nu de drums. Een paar jaar geleden vervoegde Piet Achten het trio met zijn Mississippi saxofoontjes en onlangs Chris Vits, ex Bad Luke & Happy Few, om als lead guitarist Jo terzijde te staan. Achtien jaar podiumervaring laat zich gevoelen. Van bij het eerste nummer hoor je dat deze jongens het in de vingers hebben en er niet te veel moeten bij nadenken. « Gimm’an E, 1..2..3..4 » en ‘t spel is vertrokken. En nu de Guy aan een echte double bass kan prutsen is ‘t helemaal nen echte. Twintig nummers hebben ze gespeeld, alle twintig goed. Als ik er een paar favorieten mag uithalen zal dat onder andere « Homely Girl » wezen, met een prachtige gitaarsolo van (Mo)Jo en « Down in the Hole » alleen al omdat ik John Campbell’s versie van dit Tom Waits nummer zo graag hoor. Never ever step out of the bussiness, guys.

 

P.van Sant & B. Van Huyck (B)

 

Een der meest verguisde solo-artiesten hier te lande, is P. Vansant. Ook al een kwart eeuw of zoiets bezig en veel te weinig genodigd op onze podia. P. is een muzikale duizendpoot, en kan zowel solo als met band een aardig setje opzetten. Wie één zijner vorige CD’s « This Hounddog Is Still Howlin’ » bezit, weet waarover ik spreek. Eén enkeling zal zeggen dat ze niet homogeen is, ik zeg dat ze illustreert hoe veelzijdig de man is, en zowel een emotioneel nummer kan in de groeven persen, als een honeste rocker. Oorspronkelijk zou hij op de zolder spelen met band. Maar aangezien een zekere grote mate van perfectionisme eigen is aan P., liep dit project al snel op de klippen, met een split vóór de eerste gig als gevolg. Niet getreurd echter, mensen, want zoals ik hierboven reeds vertelde kan de man net zo goed puur akoestisch zijn ding aan de man brengen. Bovendien vond hij nog een prima extra gitaartje in B. Van Huyck en samen hebben ze ons geen seconde verveeld. Au contraire. Als soundcheck kregen we zelfs een flamenco-concertje, zodanig uitnodigend gespeeld dat ik beneden snel mijn spagetti binnenschrokte om toch maar niets te missen. « Scuttle Buttin’ » van SRV opende hun set, akoestisch, een niet voor de hand liggende keuze. Blij van nog eens live « Willin’ » te horen van wijlen Little Feat’s Lowell George. Perfect samenspel van P. en B. « My Personal Jesus » van Cash, sublimo.
« Jimmy C. Lewis » is van hem zelf en staat ook akoestisch overeind. B. begrijpt meteen wat P. wil horen en vult perfect aan. Bijwijlen heeft P. ook die T.J.White grom in zijn stem en de swamp komt zo op je af. Prachtige intimistisch concert, dat lukte best hier op de zolder, dat weten zowel Peter B. als P. Vansant, want hij was hier al voor de tweede keer.

Poplawsky (B)

Hoewel ze nog een tweetal Blue Chevy-nummers opnemen in hun set, lijkt deze periode voor Poplawsky nu voltooid verleden tijd. En ja, waar ze vroeger één van de zovele blues- en west-coastswing bandjes waren die er langs Vlaanderen’s muziekkroegen rondwaardden, hebben ze nu een compleet eigen sound gecreëerd.
In het begin van het jaar verliep het allemaal misschien nog een beetje moeizaam, maar het vertrouwen in eigen kunnen heeft nu zijn intrek genomen bij de boys. En dat is duidelijk voelbaar,..en hoorbaar,..en zichtbaar. Nu de nummers terdege ingespeeld zijn, kunnen ze hun aandacht op andere aspecten van een geslaagd optreden leggen. Het publiek bespelen is de boodschap. En ze slagen er al aardig in. « Chasing Dinosaur » is een perfecte opener met dat vuile D- naar C-akkoord. Frederic ’guitar’ Martello speelt zijn rifjes ook zoveel mogelijk buiten de boxjes. Het zeer catchy klinkende « I Belong » zou een singel kunnen geweest zijn, in tijden dat dat nog in zwang was, en voor mijn part nu ook nog. Ergens voel ik hier verwantschap met de oude R.E.M., maar vraag me nu ook niet meteen waarom. Misschien omdat ze samen als band aan de nummers werken. Jan en Philippe op drums houden de touwtjes strak in handen, waarbij Jan toch nog volop tijd vindt om zijn double bass te laten wandelen. Kris laat zijn stem ‘wailen’ en ik kan me maar niet voor de geest halen aan wie ze me doet denken. Jan Ursi zit met momenten zeer ernstig zijn klavieren te bepotelen om het volgende moment uit te barsten in een hyperkinetisch solootje. Het klinkt heel goed. Ze spelen hun eigen muziek, dat voel je met dikke handschoenen aan. En ik hoor de volgende CD er al aankomen.

 

Nen dikke proficiat voor de scouts van Wilsele, Peter B. en Beire en alle naaste medewerkers. Ik heb geen slecht woord. Alleen goei.

Of toch, één minpunt : jullie aardrijkskundige kennis. Wilsele ligt binnen de gematigde klimaatsgordel, die bovendien ook nog opwarmt met elk jaar dat voorbij gaat. Je hoeft die kachels niet roodgloeiend te stoken. ‘t Was er niet te houden van de hitte. En drinken doen we zo ook wel. Wees gerust. Doeiiiiiiiii. Tot volgend jaar.

The Attic


BACK TO REVIEWS