AXL PELEMAN (B)
Huize Eigen Haard Grimbergen- october 04, 2007

Review: Witte MVS

 

AXL PELEMAN

Den Axl in Eigen Thuis, dus vanachter in onzen hof eigenlijk, ’t is weer eens iets anders. Eigen Thuis beoogt een oase te zijn temidden van deze dorre woestijn voor onze minder fortuinlijke medemens die zich dient voort te bewegen in een rolstoel.
Met grote regelmaat worden hier blues- en rootsconcertjes georganiseerd, met wisselend succes, en dat in de leefruimte van de bewoners van het kleine complex.
Het is niet zozeer de bedoeling van de organisatoren om hiermee financiële middelen in het laatje te brengen, dan wel een initiatief om het altijd dreigende isolement van dergelijke instellingen enigszins op te heffen en tegelijk de aandacht te trekken op hun sociale noden. Hier zijn de VIP’s de bewoners van het complex, en de eerste stoelloze rij is gereserveerd voor hen die noodgedwongen zittend door het leven moeten gaan.
Vanavond was het dus in ’t plat Aantwaarps te doen, want Axl putte voornamelijk materiaal uit zijn CD “Liekes”, in het Antwerps dialect en een aantal covers van bekend werk.
Beginnen deed hij met “ ‘k Zien au geire suske” en op zijn vraag aan het publiek of dat in ’t Brussels hetzelfde klonk, kreeg hij amper antwoord om de eenvoudige reden dat er in Grimbergen vele geîmporteerde Vlamingen maar geen Brusselaars wonen. Ze wisten het dus niet. En van ‘t één kwam ’t ander en voor hij er zelf goed erg in had, was hij in de polemiek van BHV verzeild geraakt, waar hij zich voorzichtig uitpraatte , zonder zijn uitgesproken mening van diezelfde dag op het middagprogramma van Stubru, hier nog eens uit de doeken te doen.
“Sinds 1 dag of 2” van Doe Maar wordt hier “Wast iest oew aaige”. Dan wordt het zeer autobiografisch met de “Ottodidactische Primaat” en “Men ieste lief” die uiteindelijk zijn “Top Waaif” geworden is. Een prachtige cover volgt dan van Jan de Wilde’s “Fanfare van Hoenger en Deust” en “Mia” van Luc Devos, waarin Wigbert een patente Neil Youngiaanse gitaarsolo in onderbrengt.
Ook vermaledijde staatsheren als Bush krijgen nog een veeg uit de pan in het nummer “Menier de Presidengt” en in de “Aaiskeuniging” is die veeg besteedt aan een vriendin van zijn vrouw. Met een schoon lapsteel-intermezzo van Wigbert.
Over zijn multiculturele voorliefde heeft hij het in “ ’t Kiel” (is een kleurendoos) en maakt hiermee duidelijk dat lang niet alle Antwerpenaars “verkeerd” stemmen.
We kregen ook nog een bluesnummer van Wigbert, die voor de gelegenheid Aantwaarps heeft geleerd om de eerste stem te kunnen vertolken, en met de toepasselijke titel “Is Dees Alles ?”
“Kgon iet zegge dak normool ni daarf. Kzen van a tot den dag dak staarf.” zijn de woorden waarmee Axl in zijn laatste bisnummer “Kzen van A”, duidelijk maakt dat hij eigenlijk een grote romanticus is, ondanks zijn uitgesproken engagement.
Een geslaagde try out van zijn nieuwe theatertoer, waarmee hij vanaf nu de boer op gaat. En met een stel uitgelezen muzikanten, de reeds genoemde Wigbert op gitaar, lapsteel en bas, Ron Reuman op drums en Marcel De Boeck, Multi-instrumentalist, op klavieren, saxofoon, accordion, dwarsfluit, cello en fagot. Afin, alles wattem in zennen otto kraaigt.
Allez, ’t was vollen bak en iederien content. We kunnen weer naar ois

BACK TO REVIEWS