body,td,th { font-family: Verdana, Arial, Helvetica, sans-serif; font-size: 10px; color: #CCCCCC; font-weight: bold; } body { background-color: #000000; } a:link { color: #FF0000; text-decoration: underline; } a:visited { text-decoration: underline; color: #FF0000; } a:hover { text-decoration: none; color: #FF0000; } a:active { text-decoration: underline; color: #FF0000; } .style10 { color: #6666FF; font-size: 10px; } .style11 { font-size: 10px; font-family: Verdana, Arial, Helvetica, sans-serif; } .style20 {color: #999999} .style21 {color: #6666CC} img { border: medium ridge #6666CC; } -->
BUGABOOS BLUES FESTIVAL MOL 2007
Mol Millegem - june 09, 2007

HOOK HERRERA (US)

Het moet gezegd, de kwaliteit van de festivals op Belgische bodem is uitermate hoog dit jaar. Zo ook hier in Millegem. Dat heeft veel te maken met de groepen, maar ook met de ontvankelijkheid van en de interactie met het publiek. En dat zit wel snor tegenwoordig. Dus zowel bands als organisaties als toeschouwers zitten kwalitatief in de juiste regionen. De tocht naar Millegem was vrij droog, dus togen we eerst en vooral naar de toog. Een koele pint kan heerlijk zijn. Maar van bij het eerste geluid vanop het podium dat niet op 1..2 check geleek, doken we de tent in. Die zat ondertussen al goed vol. Het verwittigende mailtje van Jo dat Bugaboos uitverkocht was, was niet overdreven. Het was de hele namiddag en avond ‘een weg banen’ geblazen. De muziek dan maar, want daar waren we, ook deze keer weer, voor gekomen.  Onze Oostendenaar, Hook Herrera, had zich geëngageerd voor de presentatie van de groepen. En dat deed hij voortreffelijk. Althans zichzelf zonder de minste twijfel. Na telkens twee van zijn doorleefde interpretaties van bluesgroten te spelen, moest hij zijn nota’s doorsnuffelen om de ‘next band’ aan te kondigen. Maar een origineel en bluesy alternatief  voor vb ene Guy Mortier als presentator was het zeer zeker.   

TIM'S BLUES COMBO (B)

Festival-lint-doorknipper was Tim’s Bluescombo. Rooie Tim was duidelijk in zijn nopjes. Hij speelde immers in zijn achtertuin. Maar dat was voorzeker niet de enige reden dat dit combo zoveel succes oogstte. Hun bijdrage was een reeks oerdegelijke en pretentieloze covers van gedegen klassiekers. En op deze manier, “tongue in cheek”, gebracht, hebben wij daar niet de minste moeite mee. Integendeel. Na elk nummer wendde onze Tim zich tot het publiek zoals hij dat ook in ’t café doet. Gewoner kan niet. Leuke aftrap van wat een prachtige festivaldag zou worden. 

 

 

 

 

 

TWELVE BAR BLUES BAND (NL)

Tweede op het appèl van Hook waren de Twelve Bar Blues Band. Deze noorderburen zetten een stevige set neer. Ik moet toegeven dat ik mijn commentaren van vorige keer ( op Bierbeek Blues) enigszins moet herroepen. Deze keer ben ik tot het einde blijven luisteren. De ritmesectie die verzorgd wordt door Koen aan tweede gitaar, Yvonne op de bass en Wild Marcel op drums staat als een huis, wat zeg ik ? als een middeleeuwse waterburcht. Jan Scherpenzeel, zanger en mondharmonica heeft de donkere stem die dit genre broodnodig heeft, en weet ze ook mooi te gebruiken. Bovendien weet hij op z’n bluesharps de noten te benden als de groten. En Kees Dusink is een sublieme gitarist, zoveel is zeker. Op sommige ogenblikken doet hij me denken aan de grote Peter Green anno 1966. Mooie fraseringen, opperbeste muzikale volzinnen. Ook op de slide-gitaar moet hij geen onderspitten delven. Maar..en nu komt mijn ei: hij zou zo af en toe wat ademruimte moeten laten aan zijn mede-bandleden, die mijn inziens teveel ten dienste staan van hun grote gitarist. Zelfs Jan moet soms een volle tien minuten de schaduw in. Nu kunnen we makkelijk een mooie lange solo aan in één of twee nummers, maar een ganse set aaneenbreien met 12 x 12 bars soleren is helaas van het goeie teveel. Men gaat zich dan willens nillens kopieëren en veel schoonheid gaat verloren. “Trop is teveel” is een wijsheid die ons werd ingelepeld door een stuk onbenul uit de Belgische politiek, maar heel even sprak hij historische woorden. Zoals het gitaarwerk op hun CD “The Blues Has Got Me” is geëtaleerd, komt het zeer mooi tot zijn recht. In die kortere tijd is alles gezegd en het laat ruimte aan de andere muzikanten om wat te vertellen. Toch een mooie set van 12 Bar en met de wetenschap dat 70 % eigen werk is.. bravo. Een band die dient opgevolgd te worden, want hij kan alleen nóg beter worden. Als Kees heeft ingezien dat Nederland aan één Julian Sas en één Rob Oerlemans genoeg heeft; hij kan zoveel beter.

 

 

 

 

REBA RUSSELL BAND (US)

Na een korte pauze, want men heeft al wat vertraging opgelopen, wordt Reba Russell and Band aangekondigd door onze latino-indiaan. Gisteren op het kleine podium van The Borderline, hier op het grote festivalpodium heeft ze bewezen dat ze van alle markten thuis is. Begonnen met een rocking “Electric Chair” over “Chinaberry Tree” naar een prachtige ballade met “Your Love Is All You Got”. Zowel rock als sixties soul als deep blues als country behoren tot het Reba patrimonium. Zonder enige moeite ontfermt haar stem zich over deze stijlen en smeed ze samen tot een Reba Russell-stijl. Weerom wordt ik als van de hand Gods geslagen door het “to the point” gitaarwerk van de twintigjarige Josh Roberts. Pitch-accuraat slidewerk op “Need a Healin’ “, spitsvondige en veranderlijke loopjes en rifjes, alles zeer fijn gedoseerd en vol van minder is meer. Ook drummer Doug McMin is weer goed op dreef en lokt de drummer van de volgende band in de coulissen om te komen afkijken. Weirdo-organist Robert ”Nighthawk” Tooms legt met zijn B3 klanken een lithurgische ondertoon in sommige nummers en met zijn smoelschuif haalt hij rare fratsen uit, ondertussen steeds aan z’n versterkertje frunikend. En bassist-kunstschilder Wayne Russell legt onder dit alles de stevige beat die er samen met de drums voor zorgt dat het geheel niet ontspoort. “When Love Comes To Town” sluit hallucinant af en even zie ik de schimmen van B.B.King en Bono tussen de muzikanten waren. Amai nog ni.

 

 

 

 

ERIC STECKEL BAND (US) Hook kwam ons een twintigtal minuten later afkondigen dat de volgende act stond te trappelen van ongeduld om te beginnen. En hij was nog niet fijn van het podium af of de Eric Steckel Band barste los met de instrumental “Funky C”. Eric Steckel heeft net zijn zeventien lentes bereikt, maar speelt of zijn leven ervan afhangt. Vandaag speelt hij nog blues zoals in het recente verleden nog enkele tieners dat deden. (Monster) Mike Welsh, Kenny Wayne Sheppard om er maar enkele te noemen. Maar als ik het goed hoor gaat het met deze Eric langzaam aan een andere richting uit; en ik denk onwillekeurig aan Eric Johnson als ik hem hoor spelen, al zit hij dan nog stevig in een bluesstramien. Ik kan me vergissen, maar…come and see in a couple of years. “Espirita” was bijzonder mooi en “Southern Skyline” met z’n bij Lynyrd Skynyrd’s “Sweet Home Alabama” geleende introotje gaf ook die onbetwiste southern sfeer. In de intro van “Good to Come Home” legt de orgelist de zeer sfeervolle zwellende hammondtonen van ”You Keep Me Hangin’ On” de fameuze Holland/Doziersong  maar dan in de versie van Vanilla Fudge ! “Hey Little Sister” is één van z’n eigen pennevruchten meen ik begrepen te hebben. Dit wordt gevolgd door een voor wat mij betreft, volslagen overbodige versie van Jimi Hendrix’  “Little Wing”. Maar ik vrees dat dit de schatplicht is die elke guitarslinger aan de oermeester dient te betalen. Zoals anderen dan weer een bougieke branden voor ons Lievrouwke omdat hunnen Albert van den drank zou blijven. Geëindigd wordt er met “Steppin’ Out” in een onloochenbare SRV-drenched version. Mooi maar dan vooral voor gitaar-afficiniados. Die stonden allemaal vooraan mee te spelen. En jonge moeders die teder naar jonge Steckel opkeken alsof ze hem na de show wilden instoppen.

 

 

 

 

 

TOMMY CASTRO (US)

En dan de top of the bill; de man met de look van een Italiaanse casanova, maar met Spaanse roots, bewijze zijn naam, Tommy Castro and Band. Nog steeds met Keith Crossan op saxophones aan zijn zijde, gaat deze goed geöliede band door de set met een ease zoals wij koffie drinken. Tommy, al spelende en zingende de tent inkijkend geeft elke vrouw of meisje het gevoel dat hij naar haar kijkt. En dat legt hem geen windeieren. Want hij houdt hun aandacht vast. Hij speelt op dusdanig achteloze manier gitaar dat je zou gaan denken dat er geen makkelijker te bespelen instrument op de wereld bestaat en legt daar met zijn soulvolle stem zijn meestal eigen nummers overheen. “Right As Rain”, “Can’t Keep a Good Man Down”, “Like an Angel” doorstaan moeiteloos de tand des tijds en klinken nog even fris als vijftien jaar geleden toen ik hem voor het eerst zag. Maar ook zijn nieuwe songs zoals “Painkiller” en “My Big Sister’s Radio” zijn toekomstige klassiekers. Na een onverwoestbare set van een goed uur, luidde hij part II in en riep Hook Herrera op het podium om hem bij te staan op mondharmonica in een sterke versie van Muddy’s  “Mannish Boy” en “Let Me Love You”. Hier kwam ook Fred Klee van The Borderline het podium opgeklauterd op uitnodiging van Castro om de tweede gitaar te bespelen gedurende een paar nummertjes. Tommy vergeet z’n ‘pall’s’ niet, zelfs al ligt die bluescruise waarop hij Fred ontmoette, nu al vele jaren in het verleden. Groot man, Tommy Castro, figuurlijk dan toch, en nog goed om nog vele jaren mee te draaien met zijn eigen soulvolle en rockende bluesstijl. Laatste CD een absolute aanrader. Great show. Thanx Tommy and band.

En thanx to Jo Verboven en medewerkers ook natuurlijk voor dit ‘coole’ festivalletje. Wie zei daar dat het de laatste keer Bugaboos was ? Hang 'em high !

Review: witteMVS
Photo's: Freddy B
BACK TO REVIEWS