HOOKROCK 2007
Diepenbeek - june 30, 2007

Hi Ho Silver…De gemaskerde ruiter en zijn knecht Tonto draven op hun schimmels door het weidse Limburgse landschap. Dit noordelijkste deel van ons land was in mijn kindertijd, en van wat ik van de schoolreizen naar Bok- en andere rijken overhield,  wel degelijk het decorum voor 'helden' van verdacht allooi als deze. En nu, haast een halve eeuw later, is er nog steeds niets veranderd.HookRock begon als een rasechte rodeo met country-bands, line-dancers, koejongens en –meisjes, alles onder een ouderwetse maar mooie rood-wit gestreepte baltent, compleet met dansvloer en al. Alleen het kunst- en vliegwerk te paard en het bull-rijden ontbraken. Volgende keer beter ?

De plaatselijke country en swingband White Falcon mocht het lint doorknippen samen met de eveneens lokale Eagle Country Dancers, een line-dance club voor 7 tot 77 en ouder, want dit soort dansen bezorgt je gegarandeerd geen hartaanval. Het repertorium van de Falcons schurkt zich in de gemoedelijke main-stream country-afdeling, kinderen toegelaten. Goed gebracht, daar niet van, maar niet beklijvend. Dit is ook een eigenschap van het genre. Door en door Amerikaans, en dus voortvluchtig qua inhoud. Twee nummers heb ik tot nu onthouden, ”C’est la Vie” van Chuck Berry (sic, niet van Emmylou Harris) en een mooi “Last Night” van Doug Sahm. Alleen al het feit dat deze namen op hun lijstje voorkomen geeft hen het voordeel van de twijfel. Dit kan in de goeie richting evolueren. En ik herhaal: van een muzikaal hoog kwalitatief gehalte, laat dat wel wezen, maar ik zou ik niet zijn, als ik nu zou gaan beweren dat ik de tikkel outlaw-isme niet mistte. 

 

 

Of het Linda Dixie & the Train uit Friesland, ook zo zal afgaan, betwijfel ik. Linda is het type van de goeie huismoeder, die ongetwijfeld ook het dagelijkse bestuur van haar middelgrote hoevebedrijf tot een goed eind brengt (niet pejoratief ! laat het U duidelijk wezen dat ik elke nacht droom van een lucratieve farm en zijn bezigheden). Haar muziek brengt haar geordend leventje niet in gevaar en zal dat in de toekomst ook nooit doen. Maar dat hoeft ook niet per sé, natuurlijk. Of ik me er iets van herinner ? Jazeker, ik heb goed opgelet. “Blue Moon of Kentucky”, “Train a-Comin’” van Cash, “Route 66” dé country-swing klassieker….   ndertussen werd er achteraan in de tent druk gevezen en gehamerd. Een supplementair podiumpje. Een marquee in de marquee. Wat krijgen we hier ? We zullen tot na de eerste bluesband van de dag moeten wachten om het te weten te komen.

Die eerste bluesband van de dag was Rusty Roots. Ook deze heren zijn aan de plaatselijke vruchtbare zanderige grond onttrokken en spelen dus een thuismatch. Orgelklanken van “Green Onions”, generieknummer  bij uitstek van Booker T & the MG’s, openden verrassend de set van deze young guns. Zo’n Hammond B3 staat er toch, niet, als er dan toch orgel bijmoet. Waarna Mr Beelee zijn vocaal kunnen openbaarde in “Good Time Charlie”. Een goeie mix van swing en west coast en chicago stond ons gedurende een uurtje te wachten. Er is aan gewerkt , dat hoor je. Mr Bob leverde puik gitaarwerk af, en je hoort ook meteen dat er nog een hoop mogelijkheden schuilen in de misters. En daar moet nu aan gewerkt. Het interpreteren van standards als lukt zeer aardig, dat hebben we gehoord. Nu sleutelen aan het eigen gezicht en imago en dan hop naar Peer. Echt ver is het toch al niet van hier .

Achteraan in de tent was ondertussen de kleine marquee in orde gekomen. Zonder veel plichtplegingen begonnen Sanny Power & the Guilds aan hun set van stomende rockabilly, punkrock en surfabilly. Sanny’s stem en de overall sound van Dan, Peter en Koen aan respectievelijk guiltaar, double bass en drums, trokken ondanks de kleinere p.a. makkelijk de aandacht van het publiek. Met de echte punkattitude van weleer gooiden ze zichzelf in de strijd…we zien wel waar we uitkomen. En een homogene mix van fifties-rockabilly en hedendaagse Paladin-rock was het resultaat. En dat horen we graag. Dan koopt zijn Devos-Lemmens bij Dave Gonzales en dat geeft het goeie resultaat.  In hoeverre ook zij het grote podium waard waren is hier irrelevant, aangezien we dan zonder “entr’act” hadden gezeten en sommige acts beter als underdog uit de verf komen.

 

 

 

 

 




Ondertussen was dat grote podium het toneel geworden voor de Nederlandse rockabilly band The Taildraggers. Hoewel deze band nog altijd een standaarddrager is in het genre, vind ik het persoonlijk zeer spijtig dat het rafelige randje van de rockabilly hier eigenlijk helemaal zoek is. Eerder kan men gewagen van een country-swing band dan van ruige rockers. Dit is op die manier dan een aanwinst voor het rustigere type met een voorliefde voor huiselijk tafereel rock ten overstaan van beerdrinkin’ saturdaynight fightin’ teddy’s . En hoewel het voor mij zeker niet hoeft te eindigen met een knokpartij, heb ik het toch meer voor de ruige rockabilly. Dat neemt niet weg dat we met de Taildraggers toch wel mooie partijtjes pedalsteel voorgeschoteld kregen. Dit instrument begint een zekere opwaardering te genieten in onze contrijen en dat kunnen we alleen maar aanmoedigen. Ik herinner me van vroeger, toen we hier alleen den Ture van den Drinkwinkel in de Far West van Vilvoorde hadden die de pedalsteel meesterde en die dus alle steelpartijen van het westelijke Europese vasteland moest invullen als er hier iemand een country-plaatje wou maken. ”If he was available , that was !” . Dat niemand om een toegift van de Taildraggers vroeg, heeft meer te maken met de hernieuwde aanval van The Guilds dan met hun eigen attitude.

Op het kleine podium klonk het terug echt rockabilly en zo hoort het als je dat label wil dragen. Give them a high five ..Sanny Power & the Guilds !

 

Voor zover ik me herinner was de boost, om Hookrock te gaan bezoeken, Cuban Heels. Deze zijn, wat mij betreft, het beste wat the lowlands ons kunnen bieden. Dit is .. gewoon … hoe het moet klinken . ..en botsen. Het is voorzeker al eerder geschreven, maar in hun muziek waart de geest van Lester Butler en zijn Red Devils (niet ons nationaal waardeloos elftal). De sfeer van de Mississippiaanse juke-joints hangt als een lijfgeur om hun muziek, zweet en goeiekope whisky, het gevecht voor overleving. Visioenen krijg je van Junior Kimbrough die met z’n roestige pick-up een tweetal alligators naar de drugstore rijdt. Hun sound is ook steeds meer, en vooral sinds hun laatste CD, doordrongen van die minimalistische, repetitieve, bezwerende trance-blues, zoals je die ook hoort bij Burnside en nazaten, en Fred McDowell, Richard Johnston, CeDell Davis, Charles Caldwell, North Mississippi All Stars…  “You Know How” pakt je bij je nekvel, schudt je door mekaar, “Dig Me a Hole” is een kanjer van een compositie van Hidding en McDowell’s “Over the Hill” krijgt hier een eerste keus behandeling. Dit is klasse. Ze spelen hun muziek niet, ze zijn hun muziek. Hun CD “Gutbucket Music” hoort niet op je shelf, maar in de CD-schuif van je lawaai-installatie, van je PC en van je wagen. The more you hear it, the better it gets.

 

 

 

 

 

 

Na een groot aantal van onze jetons in Crystal te hebben omgezet om Cuban Heels door te spoelen,was het de beurt aan de Cadillac Kings. Ik had ze twee dagen eerder nog gezien in Nekkersdal en deed er een prettige ervaring op. Deze gasten zijn na vijftien jaar rondtoeren nog altijd even enthousiast bezig. Niet te geloven. Dat je het veertig jaar of langer uithoudt als Rolling Stone is een normale zaak. Je moet zo geschift zijn als ene Bill Wyman om deze uiterst lucratieve bussiness te laten voor wat het is. Maar dat is niet zo evident voor een band die het moet hebben van kroegoptredens en kleinere festivals. Slapen in goedkope hotels. Elke dag weer zelf opstellen en afbreken, soundchecken, niet betaald worden door een organisator , enz… enz… Maar ze doen gewoon voort, in alle bescheidenheid.En met de nodige brio en inventiviteit. Ook op het grote podium maakten ze het waar. Ze speelden dezelfde playlist, maar dat stoorde geen enkel moment. Gitarist-pointillist Del Van Dee stond er weer bijzonder fleurig bij en zijn spel idem-dito. Voor een beschrijving van hun show, kan ik U mijn review vande band in Nekkersdal aanbevelen. De versheidsdatum is nog niet overschreden. Ook hier hebben ze dik en dubbel gescoord. Bravo voor deze Britten.

 

 

 

 

 

 

 

 

De hekkensluiter bestond uit een voorbereide jam-session onder leiding van Hook Herreira. Degelijke chicago-blues viel ons hier te beurt, maar uit het lood waren we zeker niet geslagen. Hoe komt het dat men onmiddellijk gewaar wordt, dat het geen hechte groep is, die men tegenover zich heeft. De gitarist, die niet zinnens was z'n nieuwe pak te kreuken, stond wat stijfjes links van onze indiaan. Hij zou er op 't einde nog staan. Zijn gitaarwerk was goed maar een beetje 'one size fits all'. De soli waren uitwisselbaar tussen de nummers. Bij momenten groef Hook nog redelijk diep in de ziel, maar er waren helaas ook vele momenten dat hij aan de oppervlakte dreef. Zijn bluesharp scheurt er nog behoorlijk doorheen, maar er ontbreekt iets aan z'n stem. Laten we hopen dat het over een tijdelijke deficiëntie gaat. Uitschieters waren een Bo Diddley-hommage, die we al enkele keren hebben gehoord deze zomer, en zijn versie van "Marie, Marie" van Dave Alvin. Wat daarna nog kwam waren enkele te lang uitgesponnen gitaar-mondharmonica dialogen en eigenlijk alleen besteed aan de integere fans van deze nieuwe Oostendenaar. Misschien val ik in herhaling, maar ook HookRock was weer een zeer geslaagd festivalletje. En in deze materie heb ik liever in herhaling te vallen dan andersom.  Bravo voor de HookRockers. Feilloze organisatie en efficiënte geluidsengineering.  See you next year, guys !!!

Review: witteMVS
Photo's: Freddy B

BACK TO REVIEWS