20th SPRING BLUES FESTIVAL Ecaussinnes - may 12, 2007

De twintigste uitgave reeds van dit festival waarvan het terrein geprangd ligt tussen het culturele centrum en het kerkhof van Ecaussines met één grote primeur: het heeft eens NIET de hele dag geregend en zodoende vertoonde het terrein dit jaar geen enkele gelijkenis met de Everglades. Nog een primeur mag men wel stellen; op één act na was de ganse affiche zwart. Het is dus verkeerd te stellen dat de jonge Afro-Amerikanen enkel nog in hiphop en mierzoete nep-R&B zouden geïnteresseerd zijn. Denise Lasalle even buiten beschouwing gelaten waren het allemaal min-vijftigers en zelfs dertigers die het Spring-podium bevolkten. Eens te meer het bewijs dat het de majors (grote platenlabels) zijn die het beeld vertekenen van welke muziek echt populair is, en ons hun commerciële shit opdringen. En nu over de muziek "on stage"

 

Het was al meteen bingo met de opener. De Franse Roland Tchakounté (F), van oorsprong uit Cameroun, bracht in een gedreven set een historisch overzicht van het ontstaan van de blues en hoe deze samen met de slaven werd geëxporteerd naar Amerika, daar in de smeltkroes met Ierse volksmuziek terechtkwam en uiteindelijk verstedelijkt en geëlectrificieerd werd. In die volgorde bracht hij ook zijn repertorium.Hij begon accoustich samen met zijn vriend-gitarist Mick Ravassat, sommige nummers in zijn moedertaal brengend. Na drie nummers kwam de Belgische uitstekende begeleidingsband bijzitten om Roland bij te staan en tenslotte te eindigen in een ware Chicago-explosie. Goed begonnen, half gewonnen. En dat was hier voor mijn part zeker het geval

Daarna was het de beurt aan Danny Bryant's Red Eye Band (UK), en meteen ook de eerste en laatste blanke act voor vandaag. Danny is en blijft het kleinere broertje van Walter Trout, en dat hoeft nog niet meteen slecht nieuws te zijn. Beiden hebben me echter weinig te vertellen. De grootste verdienste van de blues-rockers is dat ze op termijn de interesse van de liefhebbers van dit genre aanwakkert voor het echte rootswerk. Maar de Red Eye Band was goed op dreef en kon er makkelijk de vonk in houden. Niet iedereen denkt er als ik over, natuurlijk

Na de vlotte wisseling van backline en instrumentarium was het terug Chicago-blues geblazen, maar met een stevig zuiders scheutje met Charles « Delta Blues Hog » Hayes (US). Eén der laatste telgen van het genre, want ofschoon men hem slechts een drietal jaar geleden ineens ontdekt heeft, komt hij al sinds de late jaren vijftig aan den brode met zijn gitaar. Zeer goed gebracht met veel eerbetuiging aan de groten van weleer, Muddy Waters, Howlin’ Wolf, Lowell Fulsom,… maar hij mist dat tikkeltje originaliteit dat bijvoorbeeld een Buddy Guy wel heeft. En dat is waarschijnlijk ook de reden dat hij pas onlangs uit de nevels van het verleden werd opgerakeld. Als alle groten   éénmaal zijn gegaan ziet men ineens de mindere goden nog overeind staan. Maar toch goeie West-side Chicago-blues.

De eerste  bluesdiva van de dag werd aangekondigd als de winnares van de Blues Music Awards ná Koko Taylor omdat die zolang ze leeft toch niet van de troon kan worden gestoten. Diunna Greenleaf (US) uit Texas & Blue Mercy. Het is alsof het stemvolume rechtevenredig staat met de omvang van de zangeres in dit Traditional Female Blues-genre, want ook Diunna is goedvoorzien van oren en poten, zoals dat in de volksmond heet. Daarbij staan de onderwerpen van miserie, ontrouwe drinkende echtgenoten, het zoveelste pakslaag thuis en ontbering en ellende haak ophet beeld van de mollige altijd goedschiks lachende dames die deze traditionals vertolken. Haar Texaanse roots blijven echter zeer goed hoorbaar.

 

 

 

 

Uit de categorie rauwe slidende houserockers als Hound Dog Taylor and J.B.Hutto, deze laatste was trouwens zijn oom en mentor, kregen we Lil’ Ed & the Blues Imperials (US) . Te gek hoe deze kleine opdonder een ganse wei aan de waggel krijgt met zijn rechttoe rechtaan 12 bar slide scheurgitaar met hoog uiterst  brandbaar octaangehalte. Merkwaardig is ook dat hij daarbij nog altijd het meeste succes oogst met nummers uit zijn eerste 2 CD’s (LP’s) « Roughhousin’ »  en  « Chicken, Gravy and Biscuits ». Neem hem zijn fez af , ook al een handelsmerk dat hij van z’n oom erfde, en je riskeert hem niet meer te zien staan. Maar horen doe je hem steeds. Grote meneer die Lil’ Ed.

 

 

 

 

 

En dan een duizendpoot in de blueswereld. Songwriter, producer, bandleader, sideman en eerst en vooral begenadigd gitarist exclusief voor u vanavond … Vasti Jackson (US) … Werkte voor of speelde met alle groten van de blues zowel als de jazz. Hij kent zijn gitaar als geeneen en zingt een hele geïmproviseerde gitaarsolo volledig foutloos mee. Daarbij laat zijn band bestaande uit klavieren/orgel en bass en drums zich niet onbetuigd. Vakmanschap staat hier hoog in het vaandel, maar toch met de nodige ballen om een festivalwei in rep en roer te zetten. Op zeker moment verdwijnt Vasti al spelend in de mensenmassa en als hij terug het podium beklimt wordt hem een staande ovatie toebedient. De man eet zijn muziek. Als bisser krijgen we een prachtige eigenzinnige versie van « Hey Joe »  van je weet wel wie. Dezeversie kwam van zo diep uit de buik van de man dat ze zo mogelijk beter was dan het origineel. Definitely it was. Hier kunnen heel wat gitaarhelden een puntje aan zuigen. Zelden gaat virtuoos gesoleer samen met entertainment. Met Vasti Jackson kan dat wel.

 

 

 

 

 

 

De nieuwe stroming op gebied van gospel. Sacred steel wordt het bandgeluid genoemd, naar de voor zwarte muzikanten eerder ongewone instrument : de pedal-steelguitar.
The Campbell Brothers (US) zijn de belangrijkste protagonisten van dit genre. En hoe.
Ik moet een bekentenis doen. Als de pastoor van onze parochie deze of soortgelijke kerels boekt voor zijn zondagsmissen, ga ik terug naar de kerk. Dat zweer ik op mijn communiezieltje.
Waar de pedal-steel in countrymusic weemoedige iele klanken laat horen en zelden rockt, scheurde hij hier de pannen van het dak of liever een gat in het tentzeil. Ik had ze nog nooit gezien of gehoord, de Campbells en zoals ik ze op de hoesjes van hun CD’s zag staan was het voor mij niet zo dringend om ze me aan te schaffen. Maar nu ik ze wel gezien en gehoord heb, ben ik bekeerd. Hun muziek zweept onweerstaanbaar op. En zoals Katie Jackson met haar shouting gospelstem het podium over en weer stampt, trekt ze menige ziel over de drempel van de onbeweeglijkheid. Chuck Campbell, de meest begenadigde (sic) pedal-steeler  van de twee, leverde op zeker moment een rit met de Transcontinental stoomtrein af. Kompleet met stoomfluit , denderen over de rails en afremgesis en gesteun met Döpler effect en al. Ook de pedalsteelduetten met zijn broer Darick en ondersteund door de gitaar van Phillip, nog een broer, waren van grote klasse. Deze meeslepende show mocht gerust een uur of twee langer geduurd hebben. Op zeker moment leken ze van de d…. euh Heer bezeten, zoals hun machtige sound door de tent wervelde. Alleluhja, this was great !!!

 

 

 

 

Na dit goddelijke schouwspel moest Denise LaSalle (US) er nog wat van bakken. Een hele opgave.
Maar ze liet het niet aan haar hart of ziel komen , ons Denise. Met de professionele zelfzekerheid  eigen aan alle soul-blues diva’s stak ze vanaf het eerste nummer stevig van wal. Daarbij dan ook nog geruggesteund door Vasti Jackson en zijn band, kon ze nog gemakkelijk een groot deel van het uitgeputte publiek  een dik uur langer aan de waggel houden. LaSalle heeft eigenlijk meer weg van een Tina Turner dan van pakweg een Koko Taylor. Haar manier van zingen en van bewegen brengt haar dichter in de buurt van de soulgrootheden dan de eerder opgetreden Diunna Greenleaf. Deze stond naast mij daar vooraan op de eerste rij, met haar vol ornaat, uit volle borst, en dat wil wat zeggen, mee te zingen met Denise. Wat is het leven toch  schoon. Als ge dat allemaal moogt meemaken.

 

 

 

 

 

 

 

20th Spring Blues Festival. Nog een echt blues festival in de puurste zin van het woord. En bijna uitsluitend zwarte muzikanten. Het leek de jaren vijftig wel. Veel volk ook. Zeer geslaagd dus. Voortboeren zo, beste organisatoren van Spring Blues. Ons, van Rootsville mag je in elk geval al opschrijven voor volgend jaar !

Review: witteMVS
Photo's: Freddy B