12e NUIT DU BLUES 2008
SATURDAY JUNE 14 - CHARLEROI

website organisation









Reporter: witteMVS
Photo: Freddy
 

FESTIVAL REVIEW

Om twee uur in de namiddag was het terrein van de Nuit du Blues al tamelijk goed bevolkt. Wat meteen opvalt bij het binnenkomen zijn de alom tegenwoordige pancartes, wimpels, spandoeken, kartonnen zuilen van Classic 21. Het kan niet op. Er werd ook geen moeite gespaard om het terrein en de tent moddervrij te houden. Buiten lagen plankenvloeren als gangpaden achter elkaar gelegd. Dat spaart bovendien het gras, dat anders wordt vertrappeld. In de tent hadden ze op de plaatsen waar vorig jaar plassen ontstonden, de glooiingen opgetast met dikke grind. Het terrein was er klaar voor en wij ook.

JIMSON WEED (B)
my space

En ook Jimson Weed leek er klaar voor. Ze gingen er fors tegenaan met hun lowdown rootsy blues. Gimme Back My Wig van Hounddog Taylor in de vroege namiddag kan lekker klinken. En hiermee geef ik al meteen een van de grote voorbeelden mee van Pat, Guy, Jean en Dadou, respectievelijk vocals en guitars, harp en percussion, bass en drums, samen Jimson Weed. Dat is een hallucinogene plant, maar dat wisten jullie al. En de jongens kunnen ook vrij hallucinant uit de hoek komen. Every Night and Every Day van Sam Maghet krijgt een geloofwaardige vertolking. De verplichte hommage aan Bo Diddley krijgen we in de vorm van zijn Pretty Thing. De junglerhythms galmen onder het tentzijl. Lowell Fulsom’s “Reconsider Baby” staat rechtop. En Otis Redding’s Trampwordt op R.L.’s trancerige wijze gespeeld en beklijft. Een temperamentvol begin, Jimson Weed is telkens ik ze zie beter; en dat is mijns inziens de fortuinlijkste beweging.

KEVIN SWEENY (Irl)

Tussen de acts op het hoofdpodium door, vermaakt een Ierse busker ons met zijn veelomvattende straatrepertorium. Kevin Sweeney speelt nummers van Robert Johnson, Lghtnin’ Hopkins, Jimmy Reed, Doc Watson, Gram Parsons, Davey Graham, Big Joe Williams, John Renbourn, you name it. Ze hebben een pub-jasje aangemeten gekregen en klinken zeer rudimentair, maar hij doet het toch maar. Jij vraagt, hij draait, als een deejay haast. Zijn dochtertje, met een te groot hemd aan, die zijn zelfgemaakte cd’s verkoopt, prevelt elk nummer mee. Over enkele jaren zingt zij letterlijk en figuurlijk uit volle borst mee.

SUCH A NOISE (B)
website

Such a Noise, een reunion in navolging van Kleptomania ? Deze Luikse groep die in de jaren negentig goede sier maakte en door zowat heel West-Europa toerde en opende voor Deep Purple, Peter Gabriel en Robben Ford, om er maar enkele te noemen, leverde een verrassend sterke bluesgig af. Ze maakten hun verontrustende naam niet waar. Such a Noise bleef ten allen tijde zéér te genieten en de gitaristen Alain Pire en Jean-Pierre Froidebise losten mekaar probleemloos af. Ze begonnen hun set met hun eigenste Season Ticket To the Blues gevolgd door een smaakvolle live renditie van Lou Reed’s Sweet Jane. De ondertussen nokvolle tent kwam al goed op temperatuur. Rudy Lenners aan de drums heeft er nog steeds grip op en deeltijdse frontman, bassist Jean-Pierre Cocco is de betere zanger van de band. De twee gitaristen zingen ook afwisselend. Bijzonder geslaagd vind ik ook hun bewerking van Bob Seger’s The Fire Down Below. Thierry kwam zijn ouwe makkers nog eens vervoegen voor een loeiend Let the Good Times Roll. Drie gitaren op het podium. Vonken.

 

BIG DEZ (F)
website
my space
cd review

Met de Parijse Big Dez was het Texas-blues geblazen. Contradictio in terminis ? Niet echt want Phil Fernandez en Bala Pradal, de twee sleutelfiguren van de band brengen ongeveer evenveel tijd door in Austin als in Parijs. Dat maakt dat er altijd wat Fab Thunder of SRV verscholen zit in Fernandez’ composities, als zout op de patatten. Want Big Dez mag zeker geen cover- of tributeband genoemd worden. Big Dez heeft een zeer eigen geluid. Op hun drie cd’s die ze sinds 2003 volgeschreven hebben staan uitsluitend eigen nummers, met hoge uitzondering van Elmore James’Shake Your Moneymakerop de laatste. Dat maakt hun eigen sound voor een groot deel waar. You Can Smile is een voobeeld van de New Orleans-funk die ook regelmatig oprispt in hun nummers. Phil Fernandez mag graag uitstapjes maken in gitaarwereld, zonder te vervallen in protserig kunstjes vertonen. Hij wil als het ware vertellen dat hij eigenlijk niets heeft uitgevonden. Maar net die bescheidenheid maken dat hij hier en over de plas een graag geziene gastmuzikant is. En ja…hij heeft heel wat in zijn mars. Nog zo’n stille virtuoos is zijn spitsbroer en pianist-organist Bala Pradal. Een wall of sound op zijn eigen. Ik kan me niet herinneren dat Marc Schaeller, de harmonicist, grote show heeft verkocht. Maar klasse heeft hij. Onopvallend. Zo onopvallend soms, dat je hem enkel hoort als hij niet speelt. Zo van ‘mis ik hier nu niet iets ???’. Hoogtepunten ? Moeilijk, maar “You Can Smile” de opener van hun laatste cd, is er zeker eentje. En Bad News. Ze gaven ook, als eerste bisnummer van dit festival een fraaie versie van Givin’ It Up For Your Love, zelden door iemand horen spelen, behalve La Turner natuurlijk.
Paris, Texas. Derde keer raak vandaag.

WILLIAM DUNKER & HIS FABULOUS BLUES CIRCUS (B)
my space

De feitelijke hoofdbrok van het festival was nu aan de beurt. De tent scheurde haast uit mekaar. De maximum toeloop werd nu bereikt, voor William Dunker, de lokale held, lokaler kan niet, William is van Marcinelle, en hij stond er haast op zijn sloefen. Ik bedoel, meer op zijn gemak kan niemand zijn, Dunker speelde hier voor en met vrienden en familie. Voor ons een revelatie, in Marcinelle een dagelijks gezicht bij de bakker en de slager. His Fabulous Blues Circus is een resem vrienden die met veel genoegen hun bijdrage leveren aan Dunker’s show, waarvan het leeuwendeel in authentiek Waals wordt gezongen. En ik moet toegeven dat Waals lekker bekt voor blues. Zijn rechterhand, de Amerikaan Kevin Mulligan, al jaar en dag woonachtig in Braine l’Alleud, legt de nodige Mississippiaanse accenten met zijn resophonic guitars en bottleneck gitaarwerk. Hij bewijst tezelfdertijd dat deze instrumenten ook perfect op hun plaats zitten in andere genres muziek, zoals we te horen kregen in de bossa novaI Plout Su L’Vile (Il pleut sur la ville, n.v.d.r.). Het Blues Circus trakteert ons opLe Blues du Pays Noir», Black Country Blues dat gaandeweg overgaat inHoochie Coochie Man. Dat is Dunker, een Hoochie Coochie Man. Het applaus is overvloedig, deze man is hier best geliefd, is het minste wat je kan zeggen. Als hij J’aime les Filles van Jacques Dutronc doet in het Waals en met Mulligan op slide-guitar, wordt dit een roots-nummer in al zijn hoekjes. Maar ik had de bandleden nog niet voorgesteld. Naast de reeds genoemde Kevin Mulligan, un autre Carolo à la guitare, Patrick Deltenre, akoestisch all-round gitarist. Aan de bass, een andere Amerikaan, Barry McKnees, als ik het goed begrepen heb. Dat is de basis van het Circus, die in de loop van het tweeënhalf uur durende show wordt opgeluisterd met een reeks gasten als Aldo Granato, Italiaan van origine en accordionist, Perry Rose zanger en tevens Brit, brengt een verbluesde versie van U2’s With or Without You en een fantastisch Ain’t No Sunshine.
Franco Tiels bemant de drums voor de hierboven reeds genoemde bossa en Jezebel zingt een lange ballade waarin regelmatig El Païs, el Wallonie, Charlerway dat door de ganse tent wordt meegebruld. Andy Kirk, een andere Engelsman zingt Why Is It Red en als Danny Fleish op saxophone de gelederen versterkt is het salsa geblazen. Dit internationale en multiculturele gezelschap zorgt voor een uiterst gevarieerd en geanimeerd programma, waartussen William zijn Waalse songs etaleert met of zonder de hulp van het circus, met ‘couleur locale’-titels als O Vijene”, “El PrijonienBabi I Faut Nos Vir Volti. On the Road Again is vrij vertaald in het WaalsToudi Su’l Voyeeen roadblues die verder niets vandoen heeft met de gelijknamige Canned Heat-song. William Dunker zingt deze als laatste en om te benadrukken dat het leven van een muzikant steeds onderweg zijn betekent. Ovatie, ovatie. Waar wachten we op om deze man naar het noorden te halen. Want ofschoon William Denker een fervente Waal is, in de zin van dat zijn roots door en door Waals zijn, heb ik in gans zijn pleidooi voor de Waalse taal geen enkele keer iets van een nationalistisch, politiek ‘eigen volk eerst’ syndroom gehoord of gevoeld. Dat heb ik ook aangevoeld in het gesprek dat ik had met hem achteraf. Politiek is niet aan hem besteed. Het is een ‘waiste of valuable time’ en hij zou maar wat graag in Vlaanderen aantreden, en nog het liefst met een aantal Vlaamse muzikanten als gast in zijn circus. Merçi bem, William.

PAUL LAMB & THE KINGSNAKES (UK)
website

Paul Lamb and the Kingsnakes zijn na twintig jaar of meer, nog steeds van de partij. En ze klinken echter dan ooit. Back to the roots. Ietwat ruiger. Dat mag. Dat moet. Paul Lamb is en blijft de minst frontale frontman die ik ooit aan het werk zag. En dat siert hem. Iedereen in de band is evenwaardig. De meeste vocals worden door gitarist Chad Stratz waargenomen, maar ook bassist Rod Demick en drummer Sonny Below laten hun stembanden trillen, en Paul himself ook natuurlijk. Leadguitar vanavond is Paul’s twintigjarige zoon. Een kleine en prille genie al. Het verhaaltje van de appel. Songs zoals Crazy For Me blijven het doen bij Lamb. Leroy Carr’s Lonely days and Lonely Nights krijgt een volwaardige gitaarsolo mee van zoonlief. Paul Lamb blijft ook vooral de ‘standards’ koesteren. Big Joe William’s Baby, Please Don’t Go, Guitar Slim’sThe Things That I Used To Do”, “Ya Ya Twist van Chubby Checker. Met You Better Mind leveren The Kingsnakes een a-capella song af. Met z’n vijven naast elkaar vooraan op het podium. En bassist Rod komt met een eigen compo aandraven, More Than Allright. Zo was dat. Als bisnummer doen ze So Good To Meonmiddellijk gevolgd door Chad’s lijfliedFolsom Prison Blues. En van wie was dat nu ook alweer ? Op mijn vraag aan Paul waarom hij de standards blijft doen, antwoord hij eerlijk :It’s not easy to write better songs than these fellows, and anyway, they’re worth to be played over and over again.”

GAIL 'MOJO' MULDROW and the FUNKIN' BLUES BABY ONE (US)
website

Gail ‘Mojo’ Muldrow and the Funkin’ Blues Baby One raast als een wervelwind door haar repertorium en de tent. Funky blues op hoog octaangehalte. Op haar zeventiende was Gail reeds gitarist bij Sly and the Family Stone. Een brok stomende energie. En haar gitaarwerk is zo blues als maar kan, bij tijd en wijle stevig doordrenkt van pure funk. East Bay Funk. Straight from San Francisco. Ze is onstuitbaar en raast als een Katrina fast forward.Love in the Twilight Zone, fair enough for me. Haar stem is in de gospel gedrenkt. Een vrouwelijke Otis Redding inI’ve Been Lovin’ You. Haar Family Stone-tijd komt terug met Play That Funky Music”. “Trouble Man leent ze van Jimmy Thackery. Not Fade Away van Bo Diddley en Shakey Ground van Bowen/ McClinton. Je voelt het al. Gail is geen poesje om zonder wanten aan te pakken. Als Gail zeventien was, toen Jimi Hendrix naar de gitaarhemel vertrok, is ze nu vijfenvijftig. Ze ziet er hoogstens veertig uit. Blues is het geheim voor de eeuwige jeugd. De echte steen der wijzen. Van Gail hadden we nog niet teveel gehoord aan deze zijde van de plas, maar daar komt zeker vanaf nu verandering in.

Michel Rocetti heeft een gevarieerd en succesvol festivalletje op poten gezet. De opkomst was ondanks het minder goeie weer fenomenaal. En van de groepen niets dan goeds. Weer een hit op de Belgische festivallijst. Keep on the good work.
witteMVS