PARKBLUES 2008
SATURDAY JUNE 28 - LOMMEL


website organisation









reporter: Laurence
photo
: Hilde
 
FESTIVAL REVIEW

Alhoewel de ingang alles behalve goed aangeduid was vonden alweer een duizendtal mensen de weg naar het prachtig park naast het oude burgemeesterhuis van Lommel. Een grote en goed verluchte tent met adequate klank en lichtinstallatie, en daarbuiten honderden stoelen en tafels onder de bomen rond een bar en frietuurwagen. Men komt je zelf bedienen aan tafel! Geen wonder dat koppels dit jaarlijks festival hoog in de agenda hebben. Terwijl de heren hun midlife crisis kunnen verwerken in de tent, zitten de dames een pak rustiger eventueel met champagne bij te praten. Deze ongewone combinaties komt doordat het de Lommelse Kiwani Club is die dit evenement organiseert, en de winsten gaan naar lokale goede doelen naargelang de aanvragen. Zo te zien toch wel een successformule al was het maar de vierde editie en het midden het stadscentrum plaatsvindt. Een legertje medewerkers draait als een wel geoliede machine, zonder woorden maar met veel daden, ook tijdens de afbraak in de kleine uurtjes. Terwijl bij de eerste edities beroep gedaan werd op Belgisch talent, werd nu duidelijk gekozen voor buitenlandse bands, en mocht een nog onbekende  Belgische formatie afsluiten, gedurfd maar geslaagd.

TANTRUM (UK)
website
my space
Opener iets na 19u was de Britse groep Tantrum. Deze jonge snaken spelen al 4 jaar samen maar mede door de ondersteuning van Walter Trout kregen ze enige bekendheid in 2007. De eerste nummers waren “Burning out” en “Point of no return”, beide via my space te beluisteren. Het werd ons snel duidelijk dat deze Kiwanis tak het stevige bluesrock werk verkoos boven een traditioneel André Rieu parkoptreden. Het was zelfs serieus ruig om tussen de soep en de patatten te verwerken op een nog lege muziekmaag. Versta me niet verkeerd, Torsten Christensen op basgitaar en Luke Paget aan de drums vormen een uiterst energieke ritmesectie, maar het publiek op het komende Bospop in Weert, waar ze ook optreden, zal dat meer appreciëren. Hun derde nummer was een slow blues en daarin hoorden wij dat zanger gitarist Jamie Walker veel meer bereik heeft in z’n snaren als met zijn stem, een  veel voorkomend euvel bij de huidige jonge groepen. “Take my hand” had helemaal niks met blues gemeen en ondanks de titel “rage” was het een trager nummer met serieus wat wah wah spel. “Taking back” en “shuff” zouden op hun volgend album ‘Tomorrow’ komen te staan en dat klonk veel belovend. “No Chanctz” (heb niet teveel whisky gedronken maar zo schrijven ze het zelf) moest het bisnummer worden maar door het laattijdig aankomen van de volgende Nederlands Limburgse groep! kregen we nog een toemaatje en guess what: dat nummer met heel wat slide gitaar en country invloed bracht het publiek in vorm en vergaarde gaandeweg meer en meer handgeklap. Toch een mooie afsluiter voor een groep die beter hun repertoire wat zouden beperken in muziekgenres, zowel voor henzelf als voor het type publiek waarvoor ze spelen. Dat het allemaal eigen nummers waren is wel een pluim waard. De ingrediënten  zijn er, nog alleen wat laten sudderen en zien welke kruiden er gaan gekozen worden voor een duidelijke smaak.
THE BLUESCROWNS (NL)
website

De Bluescrowns spelen sinds 2003 op zichzelf, maar zijn ook Europese begeleidingsband voor Lynwood Slim en Little George Suerref. Toen begin dit jaar Liz Manderville haar eigen band in de US niet bijeen kreeg vroeg ze prompt de Bluescrowns over de grote plas te vliegen, wat resulteerde in het eerste (gewaardeerde) optreden van Europeanen op het Chicago Blues Festival met maar liefst 90.000 toeschouwers, en op de door miljoenen Amerikanen bekeken Oprah Winfield televisieshow. In Lommel bewezen ze dat ze dat zeker waard zijn. Tijdens de eerste noten van “everybody wants her” vloeide de full swing ragtime zo van het podium en dat was echt een verademing. Het eigen nummer “standin’on the corner” was iets trager en een mooie meeslepende blues. “I quit” was goed spul met een jazzy sausje overgoten. “Beautiful girl” was een meedanser. In totaal speelden ze 11 liedjes waarvan een vijftal terug te vinden zijn op hun nieuwste cd “person to person”, en eigen composities zoals “Pablito’s special” een trage gitaar blues, “Devil & deep blue sea”, “lonesome baby” en afsluiter “ain’t gonna do it” waarin drummer Huub Schell een goed solootje mocht inwerken. Arno Verkest op de grote contrabas had al The Kingsnakes en The Midnight Flyers op z’n palmares en hij completeert goed de andere begeleiders die hun roots bij Michigan Red Bluesband hadden. Paul Voestermans met sigaar op gitaar en Joost Janssen op de keyboards zorgden voor de Westcoast jumpmix sound, maar alle aandacht ging vooral naar zanger-harp-sax speler Daan Prevo. Ex D-train, ex Dr Rhythm, gastoptredens met Duke Robilard en op Moulin blues, die man heeft bagage, presence en de hele act swingt als de duivel. De liefhebbers kwamen op temperatuur en die zou gedurende de verdere avond niet meer zakken. Goed gewerkt heren.

THE JUKE JOINTS (NL)
website

Uit Zeeland kregen we dan de Juke Joints, een formatie die reeds 25 jaar toert, gespeeld heeft in de befaamde BB King Club in Beale street te Memphis, maar ook nog met BB King zelf en Muddy Waters. In Europa hebben ze op ongeveer alle festivals gespeeld en verleden jaar stonden ze nog op BRBF Peer. Ze zijn ook goed voor 10 cd’s, moet er nog zand zijn? Hun volgende cd wordt helemaal pssst…akoestisch
In tegenstelling tot meest andere groepen blijven de gitarist ‘Boogie Mike’ Michael Staat en bassist Peter van Merode zuiver instrumentaal, maar zoals in hun eerste nummer “You know what’s on” gaven ze wel goed kapit en kwamen beide prominent door de boxen. “Time will tell” was ook al zo’n energiek nummer geschreven door Peter Kempe. Hij is echt het manusje van alles in deze groep, componeerde 8 van de 12 gespeelde songs, zong de meeste partijen van achter zijn drumstel maar speelt soms ook gitaar en mandoline. “Blues had a baby” van Muddy Waters had een prima ritme en ‘Sonny Boy’ John van der Broek demonstreerde zijn kunde op de harp. Tussendoor zingt hij ook en naar het einde toe schakelde hij over op zijn squeezebox, wat Vlamingen gewoon een trekzak noemen. Deze kleurrijke figuur eiste samen met de gitarist de aandacht op in het zydeco achtige “don’t give it up”, alweer van Kempe, alsook “bad news”, een uitstekende trage blues en voor mij dus goed nieuws. “Going to my Hometown” was een klassieke meestamper welbekend door de bezoekers van de Borderline, zag ik in de tent niet iemand met een Rory Gallagher T-shirt? “Let it roll” klonk wat zwaar met het basswerk. In “moving up” van de Nighthawks kregen we goede solo’s van de gitarist en de harp te horen. Met “So long” van de Blasters kwamen ze pas goed op dreef. Als encore kregen we 2 eigen nummers, “mojo hand” supersnel op de accordeon gespeeld in zydeco style, en “pushed to the wall”, pure ambiance in Rod Piazza stijl. De tent was ondertussen goed volgelopen en ik hoorde niks dan positieve commentaar, geen wonder dat ze overal gevraagd worden en na al die jaren nog stevig in de markt liggen.

D-TALE (B)

En nu de ‘piece de resistance’: D-Tale. Toen ik dat op de affiche zag vroeg ik me af wat ze hier nu geprogrammeerd hadden, en dan nog als top-act, voor mij waren ze onbekend, ook niks op het internet te vinden, tot ik de namen van de bandleden ontdekte op de website van parkblues. Het licht brandde in de duisternis: Jan Meyers en Niels Verheest zijn ex Blue Blot, Mario Pesic speelt met Axl Peleman in Camden, of soms gewoon als duo, en Steve Wouters speelt drums bij o.a. Jim Cofey. Alle vier speelden ze reeds met de 6-koppige Bass Papa. Mijn frank begon te vallen, D-Tale is een ‘Light’ versie van Bass Papa, nu alleen nog de smaakproef ter vergelijking.
Er werd geopend met de eigen compositie “shuffle in A” waarin Niels Verheest op z’n Hammond liet horen dat hij conservatorium geschoold was. “Here I am baby” kennen we van Bass Papa. Waar het daar soms rommelig overkwam door teveel instrumenten en teveel stemmen, klonk het hier zuiver en strak, en in dit typisch Blue Blot nummer kwam Mario’s mooie stem goed tot uiting. “voodoo daddy” klonk uitstekend, snel en met energieke zang. “I’m in trouble” was een eigen tamelijk instrumentaal nummer en het enige dat me koud liet. “After all” was een uiterst sensuele slowblues met mooi orgelsolo. “Moving up in class” was snel, luid, goorig, echt iets voor hen. “If you go” begon traag maar werd stilaan heavy, waarbij de Croatisch/Amerikaanse/Belgische zanger gitarist Mario Pesic zich voor 200% gaf, dit is echt mijn muziek en aan de reacties in de tent te zien was ik niet alleen. Alle registers werden dan opengetrokken voor “Memphis in the meantime”, een ambiancemaker van jewelste waarin alle musici hun virtuositeit mochten demonstreren met solopassages. Papa Jan Meyers bracht een goede funky bass zijn naam waardig, Dynamite Steve Wouters ramde op zijn drumstel als was het Dutroux, en Mario belande via een stevige passage “Purple Haze” van Jimmy Hendrix in “Wish you would”. “Born on the bayou” werd sneller als het originele gebracht en gaf iedereen dat waw gevoel, er werd spontaan gedanst (volgend jaar misschien een planken vloer?) en nog nooit zag ik deze vier muzikanten samen spelen met een smile van zelfvoldoening van hier tot Peking. Met hun vieren klinkt het gewoon beter, meer moeten er niet op het podium staan. De ‘light’ versie doorstond dus de test met glorie. Middernacht was al lang voorbij toen Mario’s hemd de liters zweet niet meer konden absorberen, zeker niet tijdens afsluiter en eigen nummer “in time”, een snelle rock and roll waarna iedereen ipv naar huis te gaan zich stortte op de lange toog waar gelukkig nog genoeg personeel aanwezig was om onze dorsten te laven.

De eerste die het opgaf was de dame van de drankbonnetjes, maar toen was het al 2 uur door en ik kan het haar vergeven. Geen after party, maar lekker napraten met organisatoren, musici en tevreden festivalgangers. Waar elders kan je nog voor een tientje aan de kassa in een prachtig kader genieten van zo veel goede optredens? En dan houden ze nog geld over voor goede doelen! Dit festival is een voorbeeld van snelle progressiemogelijkheid mits goed doordachte keuzes. Benieuwd wat ze voor hun vijfjarig bestaan uit de mouw gaan schudden, ik zal er alvast weer staan en vermoedelijk die andere duizend ook, nu nog hopen dat de zon alweer van de partij gaat zijn want over de rest maak ik me geen zorgen bij deze Kiwanis. Bedankt voor de mooie avond en nodig volgend jaar de pastoor eens uit, dan vergeet ie misschien ’s morgens zijn klokken te luiden en kan ik wat langer uitslapen.

Laurence