PAJOTBLUES 2008
SATURDAY SEPTEMBER 06 - GALMAARDEN

website organisation

reporter: witteMVS
photo: Freddy

FESTIVAL REVIEW

Pajottenland - Luilekkerland
het land van melk en honing

Wie twijfelt er nog aan
waar het land van melk en honing is?
Waar de pajooten gaan of staan
't is altijd feest of kermis

Hier kan je godendranken drinken
van fijne Gues tot zoete kriek
't zijn namen die als klokken klinken
'k vergat nog Faro en Lambiek

Hier vind je allerlei gebak en brood
en kaas en honing bij de vleet
Aan hoevevlees is hier geen nood
voor elkeen die graag lekker eet

Hemels zijn de vele soorten fruit
die hier ook worden gekweekt
Men perst er smeuïg fruitsap uit
en wijn waaraan echt niets ontbreekt

O zoete land van de Pajotten,
O hemelse luilekkerland
Met jou valt niet te spotten!
Aan jou heb ik men hart verpand!

Albert Schrever - Dorpsdichter 2008

 

Zaterdag werd geboren onder een goed gesternte. Dat was van s’ nachts al merkbaar. We waren door Jimmy Tackery uitgenodigd op de koffie voor een gezellige babbel in zijn hotel te Ninove. Koffie is tegenwoordig zijn dada. En gezellige babbels blijkbaar ook. Je kan er alles over lezen in de rubriek ‘no buts and no maybes’.

Daarna togen we naar Galmaarden, hartje Pajottenland, waar het leven voortkabbelt terwijl wij uit een stroomversnelling komen. Niets is er veranderd sinds verleden jaar, waarom zou het. Alleen de kerk is aan een facelift toe, maar is dat gerechtvaardigt als het gebouw geen multifunctionele  taken kan vervullen. Zelfs moskeeën zijn méér dan alleen maar bidplaatsen. Maar goed, wij zijn hier voor het festival en alles staat er klaar voor.

 

 

 

 

SCENT OF A WOMAN (B)
website

Tussen de acts door vergast dit gezelschap van beider kunne ons in de consumptietent op een mix van blues, jazz, een tikkeltje funk, een snuifje country, jump, swing, rock’n’roll en zelfs wat pop. Zangeres An van Canegem doet er tevens alles aan om de band zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Ze krolt en torst haar lijf dusdanig in bochten, dat je effe één en ander moet doorslikken. Het parfum van de vrouw krijgt hier gestalte. En daarbij zingt ze ook nog.

De vroegere Red Rooster band verzorgt de muzikale omlijsting, om het eens op zijn Klara’s te zeggen. Chris van Haeverbeke op gitaar, Ruth Verhelst op bass, Gunther Callewaert doet de toetsen en Didier Feys beroert de drums. Het geheel klinkt opmerkelijk strak en dat is met name bij het funkier werk van levensbelang. Maar uiteindelijk ontbreekt het de band een beetje aan een eigen smoelwerk. Het is goed om alles te kunnen spelen, nu nog het hele aanbod verwerken in een eigen stijl en de grotere podia zullen lonken. Ik ruik het al tot hier.

FUNKBOOSTER AND THE BLUESATEERS (B)
website

Dit collectief van stermuzikanten onder leiding van Frank “Funkbooster” Deruytter brengt het festival direct op kruissnelheid. Geen gezever, geen gelul. Wie niet van funk houdt, kan nu even de pot op, maar waarschijnlijk wordt hij er eerder door gebeten dan gepest. Stevige funky music werkt altijd aanstekelijk, tenzij je gespeend bent van enig gevoel van ritme. Aan de basis van dit alles ligt de uitstekende ritmesectie van The Bluesateers, Gert Meert aan de drums, Bert Embrechts die de bass hanteert.

Een geoliede machine die geen steek laat vallen. Maar funk zou geen funk zijn als niet alle instrumenten deelachtig waren aan de transcenderende ritmes. Patrick Deltenre zet de juiste klemtoontjes als hij ritmegitaar speelt, compleet afgeleverd met Nile Rodger-rifjes en Isley Brothers gescheur bij de exuberante solopartijen. Aan de klavieren vinden we Steve “Stille Waters” Willaert, helemaal geen stil watertje in dit funkgezelschap. Frank zingt en rapt alsof hij zwart is, en als ook Oscar Milan nog zijn zegje komt doen en breakdanced en de typische houterige, robotterige bewegingen simuleert is het funkhek helemaal van de dam. Het stuitert, het botst of het rolt eruit.

De gemoederen worden verhit en Frank en zijn companen staan al te stomen als locomotieven. De bandstand is één en al beweging, en terwijl hij de meest waanzinnige fraseringen uit zijn saxofoon perst, duckwalked Frank van deze naar gene zijde van de bühne. Het enige wat er ontbreekt op zeker moment was de scratching turntable, maar ik kon ze er zo bijfantaseren. De eigen compo’s worden versierd met flarden lyric’s van kaskrakers als Prince’s “Kiss”, maar dan dermate gewiekst vermomd in tragere tempo’s, dat menigen misschien pas bij het lezen dezer nattigheid gewaar wordt. Dat de nodige humor als belangrijk ingrediënt aanwezig is, kunnen we alleen maar acclameren en dit aspect tilt het geheel op tot Zappaiaanse hoogten.
Ik wil hiermee een oproep richten tot de band, omdat we mekaar zijn misgelopen na afloop van de show, om me een demootje op te sturen. Dit is de beste, en welhaast één van de weinige funkbands in ons belgenlandje. Dus moeten we ze ‘soigneren’.

KAREN CAROLL (US)
website

Oorspronkelijk komt ze uit Chicago, deze dame, maar woont nu reeds een tiental jaren in Nürnberg. Vanavond brengt ze ons echter geen Duitse drinkliederen ten gehore, maar een resem standards en classics die iedereen, die beweert bluesliefhebber te zijn, zou moeten kennen. Ga voor jezelf na. Is dat niet zo, moet je terug aan de studie. Zelfs non-afficionado’s zouden ze moeten kunnen meeneuriën. Als je overal de originele vertolker/auteur van de hierna volgende songs kan bij plakken ben je geslaagd. Here we go.

“My Baby – Vicksburgh Blues – Bright Lights, Big City – Hallelujah (I Just Love Him So) – I’m Ready – Summertime – Woke Up This Morning – Little Red Rooster – I Got My Mojo Workin’ – Baby, Don’t You Lie to Me - Every Day I Got the Blues”.

Karen’s stem is machtig genoeg om de monsterklassiekers als “Alleluhjah” en “Summertime” aan te kunnen en ook nog overtuigend te laten klinken. Haar gitaarwerk is basic maar ruimschoots voldoende voor de ondergeschikte rol die het heeft te spelen. Behalve bij de intro’s of een rare solo hier of daar wordt de gitaar toch overstemd door het, overigens uitstekende, pianowerk van haar vaste begeleider Jan Fischer.

De mondelinge overlevering van de blues is met deze nog vrij jonge dame weer verzekerd. Eigenlijk heeft ze ons benieuwd gemaakt hoe ze het er met een voltallige band zou vanaf brengen. Want ondanks de nogal statische voorstelling van vanavond weet ze haar publiek vast te nagelen. Met een band zou ze zeker en vast ook nog de mensen die buiten in de tent stonden nog naar binnen gelokt hebben.

JIMMY THACKERY AND THE DRIVERS (B)
website
cd review

The Nighthawk is back in town, stel ik als ondertitel van dit hoofdstukje Jimmy Thackery. Jimmy heeft zijn belofte van deze morgen bij ons gesprek (zie elders op deze site) gestand gedaan. Hij is weer helemaal terug van weggeweest. En zo hebben we het graag natuurlijk. De goede attitude heeft de man nog steeds in zich. Bij het opstellen van zijn rig, moet hij constateren dat één van zijn pedaaltjes het niet meer doet. Zonder morren of emmeren haalt hij het er tussenuit en zegt dat het zonder ook wel zal gaan. Hadden wij twee weken geleden niet een andere ervaring met één of andere gitarist ?

Na een korte soundcheck, gaat Jimmy van start met “Cool” onmiddellijk gevolgd door “Bullfrog”. Pas dan kan de presentator Thackery tacklen om J.T. & The Drivers alsnog aan te kondigen. No time to lose. In “She Moves Me” mag drummer Russ Wilson al meteen ook de vocals waarnemen. Zijn eerste gig met Jimmy Thackery, die hem vorige week inhuurde omdat zijn vaste drummer Mark Stutso een paar weken bij zijn kersverse vrouwtje wil blijven. Het dient gezegd, Russ heeft een betere stem dan Jimmy, en dat heeft hij geweten, want Jimmy zal het gezongen woord niet dikwijls meer opnemen tijdens deze show. “Detroit” wordt ingezet en Jimmy gaat er hoe langer hoe patenter uit zien. Het zit erin vandaag en het moet eruit. That’s the spirit. Bassist Mark 'Bumpy Rhodes' Bumgarner hitst hem nog wat op. Op “Ice” en “Dazzle” showt Jimmy met verve  zijn pyrotechnisch gitaarwerk, zonder echter als een verwaand kereltje uit de hoek te komen. Eigenlijk ziet hij er een beetje uit als je buur die bij zijn vijftigste op de ziekenkas is gezet en zich van ’s morgens tot ’s avonds loopt te vervelen, en die aan je hoofd zeurt als je haag te hoog wordt. Niet zo Jimmy, want hij heeft zijn gitaar om te laten spreken. Een rustig virtuoos nummertje nu “Slow Blues” dat op het einde naadloos overgaat in Chuck Berry’s “Schooldays”. The Drivers lopen gesmeerd en Russ Wilson zingt als zijn naamgenoot Kim. Hij gelijkt er ook wat op als hij zijn neus optrekt, als iemand die een beetje in ademnood zit. Ze zijn echter van geen kanten verwant, vertelt hij me later, maar bedankt voor het compliment. Ik ga het uiteindelijk nog moeten geloven, want overal waar ik speel met mijn andere band, wordt me hetzelfde gevraagd en gezegd, vertelt hij me. In “Please Accept My Love” steelt hij de show met zijn smoelwerk en zijn gegoochel met de drumsticks.

“Kickin’ Chicken” en “Bitch” worden alle met veel passie gespeeld, Jimmy gaat ervoor. Jullie hebben me voor een exclusieve gig hier naartoe gehaald, wel jullie krijgen dan waar voor jullie geld, denkt hij. In “Apache” haalt hij de ruigere Hank Marvin in zich naar boven. Hank speelt elke noot, fret per fret, Jimmy speelt drie noten in één fretpositie door de snaar danig op te drukken dat ze bijna van de hals glijdt. Er zit wat meer van het karakter van die rebelse indianenstam in.
Russ Wilson zingt “I Gotta See My Baby”, hij heeft er zin in, hij is reeds een echte Driver. Stutso, man tel op je passen. De wolf heeft een schaapshuid aangetrokken.
Daarna komt Thackery met  een conjunto-achtig nummer, dat ik nooit eerder hoorde. De titel mis ik ook. Gevolgd door een vrije improvisatie op “The Huckle Buck”, razend inventief, mag gezegd. Hij besluit zijn set plechtig met de “Star Sprangled Banner” maar dan wel de “Bombs Away”-versie van Jimi Hendrix, één van Jimmy’s goden, dat uitmondt in “Sinner Street”.
Exit de band. Het applaus zwelt aan tot een kleine ovatie. Ze komen terug.

Bisnummer “Ain’t Gonna Do It” wordt betekenisvol gezongen door de drummer. Vanachter zijn drumstel herhaalt hij ‘Ain’t Gonna Do It’ zoals een moe getergd jongetje dat zou doen als hem gevraagd wordt iets te doen wat hij niet wil. Daarna moeten ze echt weg. They have to catch a plane.
Dit was nog eens een Jimmy Tackery zoals we hem kennen van in de goeien tijd, whenever that was. Hij heeft geen beetje overdreven toen hij ons vanmorgen voorspelde dat we een goeie gig zouden beleven. Zo zie je maar. Real heroes never die !!

Bravo Pajotters. Een geslaagd festivalletje. Klein affiesje, maar is het niet zoveel beter drie goeie, spetterende acts te hebben, dan acht zus-en-zo groepen waarbij iedereen wegdommelt en volgend jaar zegt , we zien nog wel… Gezien de inspanning van dit jaar tekenen wij alvast in voor volgend jaar. For shure.

witteMVS

A little bit of everything...