BINKOM 2009
SATURDAY SEPTEMBER 20 - BINKOM

website

                
reporter: witteMVS
photo: Freddy
& Hilde

FESTIVAL PREVIEW

THE BELBOUCHOS (B)
my space

The Belbouchos mogen het herfstfestival voor geopend verklaren. Herfst, ja... liever een herfstdag zoals vandaag dan zo’n zomerdag als gisteren. Misschien mede door het goede weer, komt het volk maar mondjesmaat toegesijpeld. Guy beweegt in een auro van onwereldse stress en zegt tot driemaal toe goeiendag. Maar lang zou zijn ongezegende toestand niet hoeven te duren, want naarmate de set van de eerste band vorderde, komt er alsmaar meer publiek toegestroomd.

The Belbouchos zijn er een stuk ruiger op geworden. Hun eerste aarzelende stappen lijken al een eeuwigheid geleden. Hun sound groeit in de gemene richting, niet de gemene deler. De liefhebber van zuivere blues komt niet aan zijn trekken. En laat dat nu net zijn wat Frank en zijn gang beogen. Ze willen niet door het landschap bewegen als de zoveelste bluesband, ze willen een breder publiek. Dus bij mij zit het wel snor, my middle name is breed publiek.
Er zijn heel wat invloeden te horen in het werk van de Belbouchos, sommige verdoken, andere flagrant. Soms komt er wat Neil Young en zijn Crazy Horse bovendrijven, als vetogen op de soep. Dan weer hoor je Thirteen in een nummer als “Slowdown”. Ook de Seattle-grunge is bij hen niet in dovemans oren terecht gekomen. En als je het geheel nog wat kruidt met een serieuze snuif gothic dan zit je in het juiste straatje.

Als om aan te tonen hoe onmeedogenloos een vertrouwde en ongevaarlijke klassieker kan omgetoverd worden tot een onheilspellende, futuristische dreun, voeren ze als bisnummer Ellington’s “Caravan” op,  vermomd in een ranzige en scherpe surf.
De Belbouchos hebben zich glansrijk van hun moeilijke taak als festivalopener gekweten, en meteen ook de trend van de avond gezet. Het is nu al duidelijk dat er hier en nu in Binkom geen plaats is voor doetjes.

'SIR' OLIVER MALLY'S BLUES DISTILLERY (A)
website

Deze Oostenrijkse band brengt ons geen Tiroler-muziek, gelukkig maar. Want, hoewel Tiroler-muziek strikt genomen ook roots-muziek is, is ze desondanks niet aan mij besteed. Vraag me niet waarom. Oliver Mally heeft aan zijn eigen roots ook geen boodschap, want hij ging ze, zoals zovelen vóór en ná hem, zoeken aan de oevers van de Mississippi. En dat is dan weer wél in onze koorden. En toch is er iets dat de blues van Mallory een beetje ‘poppy’ maakt. Is het zijn afgeborstelde verschijning, met die trutterige diadeem in de asblonde lokken, en zijn strakke design-jeans of ligt het aan de muziek ?

Dat laatste valt met de ogen stijf dicht geknepen nogal mee. Zijn, voor het merendeel, zelfgepende nummers als “Ain’t No Fool” en “Ruby Red Lips” mogen er best zijn en zijn zangtalent haalt een voldoende, al is zijn stem niet erg getormenteerd en/of bleusy. Daarbij klinkt zijn ongenadig Duits accent eerder aandoenlijk dan echt storend. Zolang Mally en zijn Blues Distillery zich aan eigen werk houden, valt dat dus mee. Als ze coveren zouden ze zich aan het minder complexe werk moeten houden. “Voodoo Chile” wordt een totaal onschadelijk stukje onbenul in hun handen. De voodoo is helemaal in rook opgegaan en het nummer klinkt overbejaard vermoeid in hun arrangement. Zo vergaat het ook Morrison’s “Riders on the Storm”. Het klinkt eerder als ‘Riders on the Mild Breeze’. Waarschijnlijk is dit Oostenrijks radiovriendelijk materiaal, op hun plaatselijke Donna kan het ermee door.

Het is door de combinatie uiterlijk en verkeerd gekozen covers, dat ik mij niet honderd percent goed in mijn vel voel met Mally’s Blues Distillery. Té gedistilleerd en te slap.
Het vuile randje is er te zorgvuldig afgehaald.

THE MISSISSIPPI MUDSHARKS (US)
website
cd review
no buts and no maybes

Onze Californische vrienden zijn vervolgens aan de beurt. Na een helse rit vanuit Munchen hier naartoe, ze zijn een paar dagen vroeger naar Europa overgevlogen om Binkom Blues mee te pakken, presenteren ze op dit podium de kick-off van hun acht weken durende Europese tournée. Scottie “Mad Dog” Blinn, guitars and vocals raising from hell, en zijn collega’s greasepunkers Eric “Jailhouse” Von Herzen op smoelschuif/ noeneke/ mondharmonica, Gregg “Whiskey Willy” Willis op bass en angry young cowboy “Amazing” Tom Essa op drums gaan van zich laten horen hier in zaal Santro onder de kerk. ’t Gaat er stuiven.

Tevens stellen ze hun nieuwe CD “Voodoo Doll” voor. Met dit nummer begint de CD en starten ze vanavond. Direct in de roos. Greasepunk uit de smeerbus. Binnen de kortste keren zit de ganse zaal onder de smurrie. Iedereen is mee. Overal meeknikkende en deinende mensen. Wat zei U ? Dat er hier mensen zijn die dit niet graag horen ? Kan je mij die dan eens aanwijzen a.u.b.

“Evil Eye” en “Hammerhead” brengen er nog meer actie in, bij Scottie gutst het zweetwater al bij beekjes over zijn neus naar beneden, op de snaren van zijn Epi Les Goldtop. Smeermiddel voor zijn vettige gitaar riffs. Zoals deze die zich aankondigt in “Cholula Got Me”, vanuit de onderbuik langs de ruggegraat en resoluut overbodige grijze cellen vernietigend. Blinn is als een losgeslagen beest, hij is een brok vleesgeworden rock & roll.

Ook “Jailhouse” Eric laat zien dat hij hét, gedurende de koppel jaren dat hij eventjes van deze wereld verdween, niet kwijt is geraakt. In “Preacher” geeft hij ons een stuk geschiedenis van smoelschuiverij mee, en een gehandtekende handleiding over “How to suck that fucking marine band Hohner piece of scrap”.
Ondertussen laat “Whiskey Willy” het niet aan zijn wekker komen. Ogenschijnlijk onberoerd door de hysterie rondom hem, slaat hij zijn bassnaren precies op tijd. Naar het schijnt heeft hij de, vroeger onafscheidelijke, fles Jack Daniels gelaten voor wat ze is. Er is tenminste nergens een glimp van te bekennen. Ook backstage kunnen we er geen ontwaren. In de plaats zie ik wel een goeie Duvel staan blinken op zijn versterker. Een gezond alternatief zou ik stellen.

“Amazing” Tom Essa loert, swenst accuraat de maat kloppende, tussen zijn schelen door naar het publiek. Op zoek naar prooi. Hij haat hotels. Hij zoekt een warm nestje. Arm Tommeke toch. Hij weet het nochtans van vorige jaren, elke mogelijkse groepie in Belgisch bluesland kan tevens zijn moeder zijn. Meestal brengt hij ze mee uit Germany, daar zijn de moeders jonger.

Scottie zet “Pistolero” in, een nummer van de bovenste surfplank. Von Herzen delft het onderspit voor een minuut of acht. Hij is hier niet bij nodig. “Duvel Willy” en “Amazing” Essa moeten echter voor twee werken. Met het daarop volgende “The Gravestone Lied” zitten we in conjunto-sferen. Meer Tex dan Mex, Mechican Rocky Roll, señor. “Son of a Bitch” zingen we allen uit volle borst mee, we kunnen de geluidsmuur toch niet doorboren.
The Mississippi Mudsharks weten hem te metsen, hoewel ze duizenden mijlen van de Mississippi verwijderd zijn, zowel geografisch als muzikaal, een stevige pot rock en greasepunk, van man tot man gebracht, zonder enig spoor van sterrendom, that’s the spirit. Dat kunnen we smaken tot stukken in de nacht en dag na dag.  Thanks guys.

JIM SUHLER AND MONKEY BEAT (US)

Met Jim Suhler trekken we in oostelijke richting naar Texas en de grote beruchte stroom. Nu Stormy Ike is uitgewoed, is hij op zijn gemak en hij belooft ons een spetterende show, in kracht gelijk aan de gevreesde Ike. Als zijn baas George Thorogood niet uit zijn bedde kan, gaat  hij op stap met zijn maatjes van Monkey Beat. Dat zijn vandaag, net zoals altijd trouwens, de geheimzinnige Carlton Powell, his brother from another mother, wijdbeens op de bass, Shawn Phares op keyboards en accordion en Kenny Kramme (ex- Joe Bonamassa) op drums, de vervanger voor deze 'tour' van Jimmy Morgan.
Suhler zet in met het instrumentale “Sinner’s Plea”, omdat hij vorige week gezondigd heeft misschien ? Daarop volgt het mooie “Every Dog Has His Day” en de boogie “Tijuana Bible” van zijn gelijknamige onvolprezen laatste album. Wij zijn goed weg, een joinke zou niet misstaan in de context. Jim is een tegenpool van Scottie, ingetogener, introverter, meer gekweld, waar Scottie één en al extroverte uitbundigheid is. Dat komt nog eens vol tot uiting in “Déjà Blue” een overigens prachtige song, met Shawn Phares op accordion.
Als een soort intermezzo speelt hij zijn coole versie van James Marshall Hendrix’ “Are You Experienced ?”, hij haalt er zijn verroeste resophonic niet voor boven deze keer, hij speelt verder op zijn sparkling red strat. Als vanouds last hij er het sublieme “Tomorrow Never Knows” van The Beatles in. Hij laat er zijn eigenste “Deep Water Lullaby”, dat net zo goed van Jimi had kunnen zijn, op volgen.
Heel even huppel de pup met “Scarlet Vision” met honky tonkerig pianootje van Phares en vraag en antwoord duet met bassist Carlton. Na zijn avondgebed “My Mornin’ Prayer” lijkt het even dat hij zal gaan verdwijnen, hij heeft de band al uitgebreid voorgesteld en reeds anderhalf uur gespeeld…
Maar neen, hij keert weer met zijn gebatterde ex-sunburst strat, en dat betekent slide –taaid. “Shake” knalt er uit, zijn hommage aan zijn grote voorbeeld Rory Gallagher. Daarop volgt de onmenselijk mooie Gallagher-versie van Son House’s “I Could’ve Had Religion”. Een super-fantasmagorisch bluesgebed. Supersonic slide. In dit nummer heeft Rory destijds neergezet hoe een electrische bottleneck dient te klinken. En Suhler heeft goed geluisterd.
Thank You for coming out tonight, see you…
Applaus dwingt hem terug. Bissen met nog meer Gallagher-sound. Zijn “Restless Soul” wordt naadloos gekoppeld aan “Bullfrog Blues”. Dit is nu eens blues met groot showgehalte. The next best thing to get laid.
Onverwacht komen Jim en zijn Monkeys nog eens terug. Hij wijst op de achterkant van zijn gitaar waar een vegetable staat op afgebeeld, met de duim omhoog. “Everybody Must Get Stoned” van ene Bawb Dylan wordt de terminale afsluiter van de show.

Binkom mag fier zijn op zijn geslaagde festivalletje. De spanning was geweken, Guy en zijn compagnons kunnen eindelijk doorzakken. En ik ook. Gelukkig heeft Gregg Willis niet alle Duvel opgedronken. Er is nog rechtvaardigheid in dees wereld. We hebben er niet eens een regering voor nodig. Alle hens aan dek, ’t is hier nog niet gedaan, Jan heeft nog een airke te spelen. Verniet en plus. In het holst van de nacht worden hier nog plannen gesmeed voor een band, The Binkom Blues Band. The B.B.B. Tooggelul of werkelijkheid, de toekomst zal het uitwijzen.
Tot volgend jaar !!!

witteMVS

Food for Copycats....