CD PRESENTATION 'CAJUNBILLY' BIG BAYOU BANDITS (B)
website
CD review

LITTLE KIM AND THE ALLEY APLLE 3 (B)
my space

CONCERT INFO

SUNDAY, JANUARY 18 - DE GILDE OOSTKAMP

reporter: witteMVS
photo: Freddy

CONCERT REVIEW

Met den tuut naar ’t zeitje. Déjà vu. Het leven is een schier eindeloze opstapeling van zich steeds herhalende gebeurtenissen en handelingen, met kleine nuances die amper terzake doen. Wat baat het of schaadt het de loop van de waarachtig belangrijke geschiedenislijn of we gaan pootjebaden, mosselen eten, gaan vissen op het staketsel van Blankenberge of een concertje pikken in Oostkamp, ten westen van Brugge die Scone. In café ‘De Gilde’ van ’t kamp stellen ze zich deze vragen niet, en terecht. Er zijn wel belangrijker dingen te doen dan na te denken over futuliteiten. Wat gaat de nieuwe wereldheerser Obama eraan doen dat mijn bank bijna failliet is, bijvoorbeeld. Door met de trein te gaan werken, verergert hij het probleem. De Amerikaanse auto-industrie zit op zijn gat, en de president laat zijn wagen in de garage. Direct al wat vijanden erbij, en dat genereert geen banen, en dus ook geen geld. Salut, bank. En bij ons in Brussel, dat is waar wij net van komen, Jef, en geef nog eens twee Jupiler’s ook astemblief, zijn de sossen aan het piekeren en al een klein beetje aan het ontbinden bij het dilemma van de P in hun logo. Over de S zijn ze het eens. Dat moet er één blijven, zeker nooit geen twee. Maar die P mannekes, wat denkt dat wijf wel, wij zijn in de eerste plaats toch wel een partij zeker, geen progressieven, nonde. En een partij beraadslaagt, vergadert, congresseert en handelt niet voorbarig, zonder zijn achterban te raadplegen. Liever niet handelen dan. Doen waar je goed in bent. Niets. Anders niets, met de A van het logo. We zitten toch al in een regressie en met een verminderde koopkracht, en een staatsschuld van hier tot ginder, ’t zal op genen dag meer aankomen zeker ?!
Met den tuut naar ’t zeitje. Déjà vu. Het leven is …. Hola, hier moeten we d’er af, maat. ’t Is hier al opgehouden met regenen, zoals in 1966 toen ik met de velo naar Bredene reed. Naar de camping, die toen nog volop gekleed was.

 

We zijn nog goed op tijd, waarschijnlijk door het tijdsverschil, hoe miniem ook. BillyBop heeft een honk gevonden in het achterzaaltje van café “De Gilde”. Het ziet er snor uit. Guy van BillyBop, en van de Big Bayou Bandits, als we ook met kernachtige letters zouden werken, wordt dat Guy van B.B. en van de B.B.B., maar dat doen we niet, want op termijn zou dat tot in-vraag-stellingen kunnen leiden, en tot splitten en barsten en schisma’s in vereniging en band, en dat willen we niet, want ze mogen er absoluut best zijn, waar was ik nu ?...yep, Guy dus, is aan zijn piejeetje aan het prutsen tot het terdege klinkt in plaats van te botsen. Het moet gezegd, het klinkt beter dan dat het er uit ziet, dat mixertje.
’t Is ondertussen vier uur geworden bijna en dus hoog tijd om te beginnen, wil dit een matinée-concert blijven genoemd worden. The Big Bayou Bandits stellen hun eerste CD voor : allons danser, Belinda, zou ik zeggen. Two-step and waltz reigns. Het klinkt zoals cajun moet klinken, opgewekt en ongecompliceerd.

Zanger Yves Messany’s west-vloms Frans is geprononceerd en gezinsbouwd dat het waarachtig echt cajun-frans luidt. Hij bespeelt, zoals het hoort in dit genre, de diatonische accordion, goed voor één key en een cross. Omdat hij af en toe van toonaard wil wisselen, heeft hij zichzelf op kosten gejaagd en heeft een stuk of drie, vier van die kleurrijke trekzakjes gekocht. Met de rooie was het de vlam in de pijp. En met die witte met de lobster op den balg ook.
Guy Winne zorgt voor het snarenwerk op national steel, telecaster en normaliter ook op banjo en lapsteel. Die laatste twee heeft hij laten rusten, wegens en klein technisch euveltje, naar verluidt. Maar niet getreurd, want de CD bestaat hoofdzakelijk uit muziek van Louisiana, dus zijn lap en vijfsnaren op vel niet echt noodzakelijk. Guy speelt zeer functioneel en draagt daarmee zijn steentje bij om het ritme en de maatvastheid van deze dansmuziek op de sporen te houden. Sans quoi elle déraillerai sans pardon.

Double bass manipulator Werner De Cock oogt als de gevaarlijkste Bandit van de vier. Maar hij zou geen vlieg kwaad doen, als ze ver genoeg van hem weg blijft en snel genoeg is. Hij slapt de bass een eindje weg dat het een lust is, en dat zonder ook maar één tattoo te verliezen onderweg. ’t Moet zijn dat goeien inkt is. Samen met de vorig jaar aangemonsterde Jean-Luc Messany, de broer van Yves, die een gereduceerde drums beroert, houdt hij de two-step en de trois-quarts van de waltz stevig in ’t gareel.
De Bandits spelen alle nummers van hun CD, niet meer of niet minder, maar dat zijn vijftien nummers, goed voor een nok-gevuld uur “geeft er een lap op” muziek. De meeste nummers hebben ze zelf geschreven, de rest is gepikt, zoals ze zelf verkondigen. De covers worden met eerbied behandeld en zelfs omgevormd tot Louisiana sound zoals Chuck Berry’s “Promised Land”. Elk nummer klinkt genuine cajun, alsof deze vier van Baton Rouge afkomstig zijn in plaats van van West Vloandren. “Ay Te Dejo en San Antonio”, waarmee ze zoals vanouds afsluiten, brengt ons naar de Tone Star staat. TexMex zoals we die ook kennen van ene Dood Sahm en zijn Texas Tornado’s.
Allons danser Belinda…

CD-bespreking elders in dit fraaie electronische blad.

 

Na een pauze is het de beurt aan Little Kim & the Alley Apple 3. Haar naampie heeft Kimmetje niet gestolen. Eén meter ’t chestig op halfhoge hakjes en vijfenveertig kilo goe nat gewogen. Op haar id bewijs staat Kimberly Claeys gedrukt en ze is ook nog in andere (jazz&blues)outfits actief. Klein van stuk, maar met een grote stem die haar verheft boven het podium.

The Alley Apple Three hebben western swing als hoofdbestanddeel van hun repertoire gekozen. Laat dat nu ook niet meteen de gemakkelijkste muziek zijn die je kan uitkiezen, zowel om te spelen als om op een hedendaags publiek los te laten. Tom De Poorter bespeelt een fraaie arch top Gibson en kan in zijn spel onmogelijk verbergen dat hij een gepatenteerde Django Reinhardt fan is. On entend pas mal de Hot Club de France dans son jeu.

Samen met de Sol Hoopii van de bende, Pat Cattoir, die pedal steel en gitaar speelt, is hij verantwoordelijk voor de eigen composities. Die er overigens ten zeerste mogen wezen. Pat is een meester op de lap en pedal steel en aldus volledig op zijn plaats in deze band.
Nog een bekende in het clubje is Selim Meiresonne op double bass, van ondermeer bij The Rocka-T-Bones, waar ook Tom deel van uitmaakte. Deze slapper par excellence is gelijk bassist en percussionist door zijn wijze van spelen.

Zij vergasten ons op een vijfentwintigtal songs, zowel standaards en classics als eigen materiaal dat in kwaliteit niet moet onderdoen voor de grote voorbeelden. Dat we dit hier in een politiek ontredderd landje als België nog kunnen opbrengen is een ware openbaring. Straks hebben we dan toch nog iets over om te exporteren.

 

Na deze prachtige zondagnamiddag, door BillyBop voor absolute leegheid behoedt met hun inzet, organisatietalent, goede smaak en dito muziek, keerden we moe maar voldaan, zoals dat heet, naar het centrum van het land terug, op zoek naar onze kazematten.

 

witteMVS