FESTIVAL INFO |
DUVELBLUES 2009 SATURDAY MAY 30 - HOF VAN COOLHEM PUURS reporter: witteMVS & Bull (Français) comments: mail
|
FESTIVAL REVIEW |
’t Hof van Coolhem is, voor derde maal reeds, het decor voor hét bluesevenement van het Scheldeland, Duvel Blues. En deze locatie leent zich uitstekend voor dergelijke gelegenheden. Men kan er genieten van het mooie weer en een duvel op het grote groen-terras. Maar zelfs als het regent is het geen ramp en vindt men er soelaas in de grote tent of de Tiendenschuur. Dat hebben we vorig jaar kunnen uittesten. Maar vandaag is er werkelijk geen wolkje aan de hemel. Een goed omen voor het verdere verloop van het festival. Ik heb niet goed begrepen wat de bestemming is van het domein buiten die ene Bluesdag in het jaar. Voor mijn part mag het een permanent blues-resort worden. Ik zie het al voor mij, een groot opschrift boven de ingang van het domein:”’t Hof van Coolhem , The Home of the Blues”. Een thuis voor blues en roots music, met free podia, jam sessions, clinics, instrumentenbeurzen, workshops voor bouw en reparatie van instrumenten, homerecording, kortom een oord waar men dagdagelijks kan vertoeven. Af en toe dromen, mag toch wel eens, neen ? Over naar de wekelijkheid…. |
ARTIST INFO |
SCOTCH 'N' SODA (B) @ 16.00 TENT website |
Scotch ‘n’ Soda is een fonkeljonge band uit de regio, met een eigen geluid. Dat komt deels door de keyboards-driven sound. Frontman/zanger/pianist van de band, Ilias Scotch, zorgt er echter over dat het geen boogie-woogie piano-feestje wordt, waar de andere instrumenten haast overbodig worden. In plaats daarvan brengen ze een mix van genres, die ze tot een heuse stijl bewerken. Hun stijl. Ik hoor alvast een goeie bewerking van “Mama Told Me Not To Come”, een nummer dat Randy Newman in ’66 schreef voor Eric Burdon. Niet het gemakkelijkste nummer om zich aan te wagen, voorwaar. Ilias en zijn maten komen er zonder kleerscheuren onderuit. Een gewikte en gewogen set zetten ze neer op het grote podium. Een degelijke “Organ Swing”, alleen klinkt de Roland VK-7 wat dunnetjes. Een Jimmy Smith sound needs a Hammond B-3. Gerrie W. manifesteert zich in dit nummer als een jonge rockversie van Kenny Burrell. Gerrie verdiende eerder zijn muzikale sporen bij de Southside Suzy Band. De ritmesectie steekt behoorlijk goed in mekaar. Pete N.A. trok aan de bassnaren bij o.a. The Mighty Bluetones. Hier bij SnS bespeelt hij hoofdzakelijk de electrische fenderbass, maar ook de double bass is voor hem geen handicap. In zijn nobel streven om ritmisch en tempomatig alles op de rails te houden, wordt hij deskundig bijgestaan door Mr P.C., de drummer die de knepen van het vak leerde in zijn vader’s traditionele jazzband, The New Orleans Train Jazzband. Later ging hij ondermeer bij de Dity Dogs aan de slag, in de puurste betekenis van het woord. Met een set van twaalf zorgvuldig gekozen nummers, weten deze jongens een meer dan behoorlijke start te geven aan deze editie van Duvel Blues. Alleen met de song “Drunken Sailor” dreigt het even de richting uit te gaan van de melige coverband, maar dat wordt onmiddellijk recht gezet met de daarop volgende “Scotch Swing” een eigen compositie dat lekker swingt, zoals zijn titel reeds aanduidt en John Lee Hooker’s “Want Ad Blues” dat voor de gelegenheid toepasselijk wordt verrijkt met flarden uit zijn “One Scotch One Bourbon One Beer”. Bravo en santé, jongens. |
ARTIST INFO |
TIM LOTHAR (Den) @ 17.20 & 23.00 TIENDESCHUUR website my space CD review |
“I’m just one man, but I’ll do the best I can.” De Deense Tim Lothar is al lang geen onbekende meer in onze contreien, en sinds Bobtje Blues zich enigszins ontfermd heeft over diens carrière, kan zijn faam hier te lande alleen nog maar toenemen. Tim heeft de pre-war blues helemaal in zich, hij is ervan doordrenkt. Als je hem op het podium ziet zitten lijkt hij uit een ver verleden hier naartoe gekatapulteerd. Een anachronisme in deze veel te haastige wereld, ware het niet dat de muziek die hij vertolkt van alle tijden is. De nummers van Charley Patton, Bukka White, Robert Johnson en Sleepy John Estes dragen de juiste sfeer mee, en zijn eigen nummers zijn enkel te onderscheiden van deze originals omdat je ze niet herkent als zijnde van bovengenoemde oudgedienden. Zijn accurate guitar-picking en zijn, van een rafelig randje voorziene, stem brengen hem in de buurt van Keb ‘Mo’, Eric Bibb en Doug MacLeod. Zij het dat hij eigenlijk dichter bij de roots blijft dan zijn zwarte collegae. Delta reigns, staat er in het vaandel van deze voormalige drummer van de Lightnin’ Moe blues band. In de tiendenschuur klinkt hij echt zoals het moet. A cotton barn in the Coolhem plantage. Zo moet het ongeveer gegaan zijn als Patton op de Stovall plantage langskwam en er een feestje werd gebouwd in een of andere katoenschuur op het goed. Als de bossman het goed vond tenminste. “Mississippi Aberdeen”, “Baby Blue”, “Po’Boy”, “Finally Over Now”, “I’ll Be Home Again” en een gospel “Anyway Lord, All the Time” op de melodie van “Will the Circle Be Unbroken” klinken als hemels tussen de gebinten van de schuur. En daarmee is zijn eerste set beëindigd. Maar hij komt terug om elf uur, dus geen nood. |
ARTIST INFO |
MICHAEL BURKS (US) @ 18.10 TENT website my space CD review |
De Iron Man van de blues moet hier niets meer bewijzen, denk ik. Het merendeel van de aanwezigen is vooral voor hem gekomen. Hij is dan ook nog niet veel te zien geweest in België. Maar dat gaat veranderen, want aan de contacten die er backstage geweest zijn, kan ik zo al twee mypoi’s uitzetten op de gebochelde man die de Belgische contouren vertegenwoordigt. Michael Burks op tournée met een Les Paul als axe. Op de vraag waarom hij een aanslag pleegt op zijn eigen handelsmerk, door zijn eeuwige Flying V niet on stage te brengen, antwoordt hij het risico niet te willen nemen zijn geliefde tuig kwijt te spelen op dergelijke lange tournées. Of dit nu zijn sound gaat beïnvloeden, betwijfel ik ten zeerste. Het is in de eerste plaats de gitarist die het hem doet, het gebruikte materiaal doet er weinig of niets toe, en aan de emotionele kwaliteit kan dit al helemaal niet tornen. Want ongeacht het feit dat Michael Burks een soort van bluesrock speelt, met heel veel soulinvloeden dan wel, zijn z’n songs doordrenkt van emotionaliteit en verliest hij zich nergens in oeverloos geëmmer op de gitaar, een kwaal waar tal van getalenteerde gitaristen in power-trio formaat aan te lijden hebben. Michael heeft mij aangenaam verrast met sterke songs als “Love Disease”, “Empty Promises”, “Ashes In My Ashtray” en het bijna akoestische “Voodoo Spell”. Zijn stem is niet op de Stax of Motown leest geschoeid, maar ze bevat toch meer dan genoeg soul kracht om zijn nummers geloofwaardig over te hevelen op zijn publiek. En dat publiek beantwoordt zijn denderende show met uitbundig applaus, dat er geen twijfel over laat bestaan dat ze de Iron Man op handen draagt. Goed ingeschat van de Gust !
|
ARTIST INFO |
ROB JUNGKLAS (US) @ 19.50 TIENDESCHUUR my space |
In de tiendenschuur is ondertussen het podium opgebouwd voor Rob Jungklas. Junklas woont en werkt in Memphis, Tennessee, de bakermat van de Delta Blues. En daarin is zijn huidige muziek diep geworteld. Rob is een hoogst eigenaardige hedendaagse troebadoer, die zijn songs opbouwt in een morbide en apocalyptische sfeer. De wraakengel en duivelse machten zijn z’n geliefkoosde onderwerpen. In eerste instantie was hij niet happig om zijn songs op een Europees publiek los te laten, uit angst dat ze niet zouden begrepen worden. Nu is angst de alles overheersende emotie in al zijn songs. Niemand of niets is te vertrouwen, noch God, noch gebod, noch de duivel, noch ’s mens hoop in de bruine papieren zak. Muzikaal gezien kan de man een gesprek aanknopen met Chris Whitley zaliger. Elke song is in een andere gitaartuning ontstaan. Zo componeerde ook Whitley zijn songs. Er zitten ook gelijkenissen tussen beiden in de manier waarop ze de spanning in hun songs opbouwen. Deze ongewone tunings geven de songs tevens hun beklemmende en onaardse sfeer mee, die nog eens wordt versterkt door de korzelig klagende en bijna barokke cello van Jonathon Kirkscey. Drummer Robert Barnett doet zijn duit in het zakje en beklemtoont de beklemmende passages met harde meppen op de snare-drum en de hi-hatt. Enkele songtitels ter illustratie: “Ghost”, “God’s Right Hand”, “Singing In Your Blood”, “Ain’t No Levee”, “Drunk Like Son House”, “Engine of Vengeance”, “God Rode Trough Clarksdale”, “Hell and Helena”. Voor mij is deze Robert Jungklas de revelatie van deze editie van Duvel Blues. En ik weet wel zeker dat ik hier niet alleen zo over denk. Gust mag hiermee een première optekenen in zijn grootboek van festivals en dan nog wel een die niet voor de hand lag.
Robert Jungklas, noem zijn muziek Delta Grunge of Memphis Gothic, maar luister ernaar. Het is als een boek der openbaringen. De verboden hoofdstukken van het Oude Testament worden voor je geopend.
|
ARTIST INFO |
DIUNNA GREENLEAF (US) @ 21.20 TENT
|
Exclusief mag je wel zeggen, komt Diunna naar België voor Duvel Blues. Eergisteren nog in Dallas op de planken, vandaag in Puurs, op 3 juni in Zwitserland, en dan nog twee dates in Lissabon en dan terug naar het Verenigde Thuisland. Mooi is dat. Speciaal voor de Gust vertrouwde ze me toe, en dat geloof ik goed. Diunna Greenleaf is een geestelijke dochter van Koko Taylor. Ze moet de traditie van de Classic Blues verder zetten, zoals ook Koko haar dat al voordeed. Maar net als haar grote voorbeeld houdt ze het niet bij de platgewalste klassiekers, ze voegt ook eigentijds materiaal toe aan het ‘Classic Songbook’. Gans haar show wendt ze zich hoofdzakelijk tot de dames, maar niet enkel vanuit het oogpunt van een ‘Women Liberation Front’-instelling.
Zij raadt de dames aan hun mannen onderdanig te maken door het aanwenden van hun natuurlijke gaven, als daar zijn, verleiding en rondborstigheid. Ze steekt het niet onder stoelen of banken dat ze er zeer bedreven in is. Wie zijn wij, mannen om te gaan betwisten of dit wel de juiste manier is. Ze opent met de song “Calling Blue Mercy”. Blue Mercy is haar band en na haar a capella gezongen intro vervoegen haar muzikanten haar één voor één op het podium, beginnende met de drummer, dan de bassist en uiteindelijk de gitarist. Na het nummer “Crazy” volgt er een tribute aan John Lee Hooker “Boom Boom” en het sensuele nummer “You Wanna Be a Bad Boy”, een zeer ingeleefd “The Things That I Used To Do” en “Lonely Man Blues” voor de eenzame mannenharten onder ons. Een rockende versie van “If I Had Possession Over Judgement Day” zou Robert Johnson hebben doen staan kijken van ongeloof ‘…look what they’ ve done to my song, ma…’. John ‘Del Toro’ Richardson tovert de gensters uit zijn Les Paul en Kevin Berry mept zijn drumstel tot leven, zonder echter de metronomische tik uit het oog te verliezen. En de bassist staat er een beetje bedremmeld bij, maar slaat zijn snaren precies een tikkeltje te vroeg aan om de drive erin te houden, zoals het hoort. Een spetterende show, exclusief in Puurs. Straffe madam.
|
ARTIST INFO |
THE FABULOUS THUNDERBIRDS (US) @ 00.00 TENT website my space |
Kim Wilson en zijn huidige Thunderbirds komen het festival afronden. Het is middernacht, nog steeds een twintigtal graden warm, zo droog als iets, behalve de innerlijke mens. Hier zijn al ettelijke duvels en vedettes door keelgaten verzwolgen, maar nergens vallen er slachtoffers te bespeuren. Zelfs Bierbeek blijft nog enigszins overeind, zij het niet fanatiek. Kim Wilson komt nog steeds sterk uit de hoek met de mondharmonica. Hij wordt er met de dag bedrevener in. De huidige line-up van The Fabulous Thunderbirds ziet er als volgt uit; Johnny Moeller is de eerste gitarist, toerde reeds uitgebreid met muzikanten uit de Texaanse Antones-stal waaronder Darrell Nulisch, Lou Ann Barton, Doyle Bramhall II, Gary Primich en Guy Forsyth. Tweede gitarist is Mike Keller, een jonge kerel wiens C.V. een nog zo goed als onbeschreven blad is, maar toch goed van start gaat met The Fab’s als eerste referentie. Dan hebben we Randy Bermudes aan de bass en een staat van dienst bij Charlie Musslewhite, Mark Hummel, Craig Horton en Rusty Zinn. En tenslotte ontwaren we Jay Moeller achter de drums, Johnny’s jongere broer. Men zou kunnen stellen dat Kim Wilson, de enige echte originele fabelachtige dondervogel, het puikje van de zalm rond zich heeft verzameld. Persoonlijk vind ik deze Fabulous Thunderbirds bezetting de zwakste ooit. Ik weet het, het magische duo Kim Wilson/ Jimmie Vaughan krijgen we waarschijnlijk nooit meer samen op één podium te zien, laat staan in eenzelfde band, maar toch mogen we beter verlangen dan dit, niet. Kim Wilson is op zijn best als hij met de oudere nummers, en tevens de betere, uitpakt. Zo kunnen we genieten van “My Babe”, “Tough Enough”, “Fine, Fine, Fine” en “Wrap It Up”. Aan dit laatste nummer wist elke consecutieve gitarist uit vorige line-ups zijn eigen geluid te verlenen, denk aan bijvoorbeeld Kid Ramos’ rinkelende rockende versie met letterlijke en figuurlijke spierballen. Niet zo met Moeller. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat beide Moellers er een beetje verveeld en ongeïnteresseerd bij staan. Of is dat hun aard ? Hoe het ook zij, de opeenvolgende nummers lijken teveel op mekaar. Steeds weer diezelfde gitaarklanken. De Johnny Moeller signatuur ? Zeer waarschijnlijk wel, daarvoor is hij uiteraard gitarist genoeg. Maar het moet een beetje boeiend blijven. Heeft Kim daarom gekozen voor twee gitaristen, zoals hij wel meer doet, denk aan de tandems Duke Robillard/Kid Bangham en Kirk Fletcher/Nick Curran, om de hegemonie van de gitarist te doorbreken ? Met deze combinatie is hij daarin niet geslaagd vanwege de ondergeschikte rol die de jongere en minder ervaren Mike Keller heeft aangenomen. Maar wat proberen we hier nu toch te analyseren ? De show blijft natuurlijk nog ruimschoots overeind en als Kim zijn pyrotechnische kunsten op de smoelschuif etaleert tot hij er haast kortademig bij neervalt, komt het oude Fabulous-gevoel terug boven. Is het daarom dat hij verkiest om als ultieme bisnummer “Nine Below Zero” op zijn eigenste alleentje solo te brengen ? Wie zal het zeggen ? Ik heb het hem niet durven vragen. Onze Johan is moediger, die vraagt hem op de man af : “When are you coming back to Belgium with your best friend and guitarist Jimmie Vaughan ?”, waarop Kim fijntjes glimlachend antwoord : “The day that you pay me a 15 000 euro to climb on your bandstand, wherever that is !” Het is drie uur geworden en de zevende editie van Duvel Blues treedt met geheven hoofd de geschiedenis binnen. Het is een zeer geslaagd festival geweest en we kunnen haast niet wachten tot volgend jaar voor meer. Niets dan tevreden gezichten, dat zegt genoeg. Geen enkele groep in mineur op de stage, geen enkele valse noot om in muzikale termen te eindigen. Zoals dat nog wel eens meer in mijn aard ligt, is de absolute topper van dit gebeuren voor mij alweer de underdog. Als een gelukkig man keer ik huiswaarts met de macabere en onheilspellende songs van Rob Jungklas in mijn hoofd nazinderend. Ik heb zowaar een CD en een T-shirt van hem gekocht, als een tieneridool. Gust en the gang, proficiat hè mannen ! Tot naaste jaar. witteMVS Review by Bull (Français) eh bien, les casaniers auront raté un cadre boisé et agréable dans lequel était monté un long chapiteau limite propret au sol duquel un plancher clean n'a ramassé ses premier gobelets et autres canettes qu'en fin de soirée. Interdiction d'y fumer et d'y emmener des chiens étaient de mise en dépit de quelques contournements pour ce Duvel Blues à Puurs. un groupe dont la particularité était d'avoir un violoncelliste en lieu et place de bassiste attirait les curieux vers la scène alternative : selon moi, ce choix d'accueillir Rob Jungklas cadrait mal dans un festival blues
s'ensuivit une très longue attente, sans la moindre musique, erreur de programmation, arrivée tardive de musiciens ou défaut d'organisation, ça donnait presque envie de tourner les talons"vint" alors le tour de Diunna Greanleaf, "Mama" black au coffre (au propre comme au figuré, diront les observateurs !) indéniable et à la voix qui fait de suite comprendre qu'on n'a pas intérêt à trop la contredire. Elle chante fort, d'une voix qui ne faiblira pas, avec la pêche, le charisme et la conviction de toutes ces maîtresses de la soul/rythm'n blues. Tout à fait personnellement, c'est d'ailleurs le côté appuyé rythm'n blues qui me fait un peu décrocher sur le long terme, d'autant, pour nous qui regardions à distance, que ses musicos, tout en étant bien, ne sortaient pas franchement du lot. Retour vers la scène alternative où le danois Tim Lothar a fait une prestation enlevée derrière sa dobro ou derrière sa gratte acoustique fréquemment caressée du bottleneck. Personnage attachant, Tim Lothar ne se ménage pas pour mettre sa technique assurée picking au service de quelques compos ou de reprises des Sleepy John Estes ou Charley Patton. Un moment à retenir de ce Duvel Blues. Sonorisation assurée et réglée quasi au quart de poil par leur personnel, ce fut donc le tour des Fabulous Thunderbirds pour débouler sur cette scène, exclusivité belge pour le coup. Comme toujours, ils devaient se douter qu'ils seraient doublement attendus au tournant : groupe quasi-mythique emmené par... quelqu'un qui jouit de la réputation de probable... meilleur harmoniciste du moment, excusez du peu ! Entrée en scène décontractés, pas de vedettariat, Kim Wilson arrive au même moment que quatre jeunots. Damned, on a la confirmation qu'on n'aura plus droit au line-up original ! Qu'importe, ça démarre au quart de tour et on reconnaît d'emblée la griffe, le son, le style. Presque tout y est, les titres phares en prime. Tout commence par quelques plongées dans le répertoire savoureux des fab t-birds d'antan, kim Wilson se "contentant" d'assurer le chant et l'animation. Il a des planches, ça se voit, ça se sent ! N'empêche, les petits qui le suivent ne déméritent absolument pas. Chapeau bas. Après un court temps je me demande un peu si on ne risque pas de se payer un set harmonica "light", mais il sera bien venu le temps où le Kim a dégainé son arme favorite. Bien, un rien couvert les premiers moments, il finit par émerger vite et on y est de nouveau. Grand, le son qu'il faut, les phrases percutantes, pertinentes, tout ça toujours soutenu sans faille. Vint le moment -on était aussi venus pour ça !- où les musiciens quittent la scène un par un, la laissant à Kim Wilson seul pour un hyper-long solo parti dans un rythme plutôt rapide qui ne diminuera pas. Le lascar souffle, aspire, commence à transpirer... costaud, impressionnant, mettant à sa botte tout le petit peuple du chapiteau. on en redemande. Respect. Respect et plaisir aussi. Respect, même s'il m'a semblé que j'ai déjà pu voir Kim Wilson un peu plus inventif dans ce genre d'épreuve. Mais, on ne boudera pas son plaisir, il ne s'arrête pas malgré le retour des autres et la fête continue : les Fabulaous Thunderbirds enchaînent et termineront cette super prestation en n'ayant certainement pas perdu ce soir leur qualificatif de "fabulous" ! La séance de rappel aura poussé Kim Wilson à placer la reprise de Sonny Boy Williamson "nine below zero" en acoustique. Du grand art, on le savait. Avec ça, sympathique et connaisseur, Kim Wilson s'est fendu d'un petit remerciement à quelques photographes dans la fosse, dont notre "Witte" de Rootsville et celui de Soulbag ! |
een hint? volgend weekend...2 DAGEN GOORBLUES! |