FESTIVAL INFO |
HOOKROCK 2009 SATURDAY JULY 04 - DIEPENBEEK reporter: witteMVS comments: mail
|
FESTIVAL REVIEW |
Terwijl ik hier zo zit te mijmeren onder mijn japanse wilg, wachtend tot het vuur in de Weber-spoetnik is uitgedeemsterd tot gloeiende sintels, komt ook de herinnering aan Hook Rock om het hoekje kijken. Dat was me weer een fijn festivalletje daar in the Limbo en in de schaduw van Rock Werchter. Met ongeveer achthonderd bezoekers haalt HookRock één honderdste van het bezoekerstal van Werchter dat op 80.000 geregistreerd wordt. Alleen daarvoor al prijs ik mezelf gelukkig dat ik naar Diepenbeek mocht afzakken en me niet moest onderdompelen in het vrijwillige concentratiekamp dat Werchter is geworden. De laatste keer dat ik er met volle goesting naartoe toog, is een dikke twintig jaar geleden, en de toenmalige overrompeling van 35.000 jonge zielsverwanten vond ik er al tamelijk over. Om nog vrij en snel rond te bewegen, in dergelijke massa moest je al wat haar op de tanden demonstreren en links en rechts een duwtje organiseren om aan je voorraad pinten te komen binnen redelijke termijnen. Shit, het onweer dat ik voor de buren waande, hangt pal boven het dak dat wordt gevormd door het welige gebladerte van mijn wilg. Zonder voorafgaande verwittiging, breekt de onweershel uit. Hounddog on my trail, nog aan toe, snel de spoetnik onder de boom trekken of mijn gerede houtskool dooft sissend uit. En rap een hoesje over de Skytecs die net Ramon Goose’s “Cut Me To the Bone” uitbraken of ik zit met een ‘court circuit’ (koersikwie). Terwijl ik onder mijn japans gebladerte wacht tot het regengordijn terug wordt opengetrokken, schik ik mijn zorgvuldig voorbereide brochetten op het rooster en laat ze aan beide kanten dichtschroeien, daarna verplaats ik ze naar de houtskoolvrije zone en dan gaat het deksel op de spoetnik. Ondertussen begint het water door mijn bladerdak te sijpelen, te laat waarde weergoden, mijn vleesspijzen liggen te sudderen en al het water van de hemel kan ze niet meer deren. Edoch mogen we niet klagen voor deze kleine tegenspoed. Gisteren werden er temperatuurswaarden van 28° gemeten in open lucht en nog iets meer onder de festivaltent. En dat, dames en heren is een voorspoedige mojo voor een bluesfestval |
ARTIST INFO |
CHILI JELLY (B) |
Zoals elk jaar was ook nu de Limburgse westernworld van de partij met zijn linedancers en zijn eigenste bands White Falcon en The Ghost Riders. De opening van het festival werd verzorgd door Chili Jelly een band uit Liège (Lijeisj). Ze gingen er met het volste plezier tegenaan, met covers van Dire Straits (Sultans of Swing, Money for Nothing), Elvis (Burnin’ Love), Tommy James and the Shondells (Mony, Mony). Er werd nog maar schoorvoetend ge-line-danst, maar eerlijk gezegd zag het er later op de namiddag eigenlijk nog altijd even schoorvoetend uit. Een eigenschap van de dans in kwestie denk ik. Hij wil van alle leeftijden zijn en moet dus niet al te roekeloos van stapel lopen. De Chiliègenaars hielden de vroege tentbevolking aan de waggel, en dat was de bedoeling, dus hebben ze aardig werk afgeleverd en thuis zullen ze er nog lang over kunnen doorbomen in hun stamcafé annex (repetitie)zaaltje. |
ARTIST INFO |
WHITE FALCON (B) - PAUZEMUZIEK website |
Tijdens de pauzes tussen de bands op het hoofdpodium, speelde White Falcon op een kleiner schavot achterin de tent. Welja, achterin is in dit geval een subjectieve plaatsbepaling. Alles hangt ervan af, van waar je komt op het moment. Ik heb de indruk dat White Falcon begint te repeteren naar Hook Rock toe, met andere woorden, dat ze beginnen groep te worden naar het einde van april toe, dan intensief repeteren om klaar te zijn voor begin juli. Het is nu eenmaal niet makkelijk om een zevenkoppige band gans het jaar door een paar keer per week bijeen te krijgen voor een repetitie. En als dat zo is, proficiat, jongens, zelfs de hoeden waren meesterlijk op mekaar afgestemd. Country-rock is de hoofdmoot van het repertorium. En klonk het ene nummer al wat beter dan het andere, dan is dat zo omdat ze ook zo immens veel songs kennen. Maak maar eens zes setjes van een half uur vol. |
ARTIST INFO |
THE GHOST RIDERS (B) website |
William Cody en zijn Ghost Riders waren, zoals elk jaar, als tweede aan de beurt. Ik zeg William Cody, omdat de zanger-gitarist van de band wat lijkt op Cody, het gelikte zwijn dat in opdracht van de Kansas Pacific Railways ongeveer een miljoen bizons uit de Great Plains wegschoot, officiëel zogenaamd om de spoorwegarbeiders van vlees te voorzien, in realiteit was het de grote opkuis van de onmetelijke prairie om de trein vrije onbelemmerde doorgang te verlenen, en daarmee waren die lastige indianen ook ineens van de baan. En de buffalo tongen waren een lekkernij in de Oosterse kuststeden New York, Atlanta en Washington. De tongloze kadavers bleven liggen rotten in de vlakte. Maar ik dwaal af. Straks denkt de brave man die de Ghost Riders voorzingt dat ik al dit menselijk leed in zijn schoenen wil schuiven. De brave vader en echtgenoot die hij is, verdient dit niet. Daarentegen hebben de Riders een uitgebreid repertorium bij elkaar gesprokkeld in het Country & Western genre, van Billy Swan tot Dwight Yokam, en van The Bellamy Brothers tot The Kentucky Headhunters. Uitermate geschikt dus om op een lijntje te dansen. En aldus geschiedde. Ondertussen zat, hoog en droog, op zijn toog, Ronny P.R. het actieterrein te overschouwen. Hij zou daar ettelijke uren na mekaar zijn taak uitzitten, zonder te klagen of te steunen. Nu ja, een dergelijk strategisch belangrijke functie geef je ook niet zomaar uit handen. De verkoop van drankbonnen bepaalt in grote mate het welzijn en het voortbestaan van een festival |
ARTIST INFO |
CHILLY WILLY (B) website CD review |
Toen het bluesluik van HookRock werd opengetrokken met onze machtige Hagelandse blues partyband Chilly Willy begon het ineens te roeren in de tent. Het opjuttende optreden van frontman Huibbe, maakte voor het eerst dat het volk zich begon te verdringen vooraan het podium. Het werkte zo aanstekelijk dat zelfs de line dancers up front een tijdje nodig hadden om te gaan beseffen dat hun afgetelde en afgemeten pasjes niet echt meer klopten bij deze “wilde” muziek. Nu Kris ‘Hot Reverend’ Rogiers terug is van weg geweest, hij was echter zijn schoenen vergeten, is er een nieuwe shot adrenaline in de band gevaren. Niet dat het stilgevallen was, verre van, maar deze heraanwinst van hun oude smoelschuiver zorgt er voor dat alle nummers weer dienden herbekeken, wellicht onbewust. Old chap Walter glundert weer tegen honderd per uur achter zijn drumstel. Hij geeft niet af. Waarschijnlijk wil hij de komst van de derde generatie Cuyvers bij Chilly actief meemaken. Een nieuwe song “This Is Hip” van John Lee Hooker werd opgedragen aan Ronny op de troon, en verder was het natuurlijk vollen bak ambiance geblazen met “My Babe”, “I’m Ready”, “Hip Shake” en natuurlijk “Teena Nina Nu”. Alain A.C. en Dirk ‘Calvin’ wisselden hun chops uit, en Chappy stond als vanouds lachend en springend te bassen. Het plezier dat de band er zelf in heeft, straalt over op het publiek. Altijd en overal.
|
ARTIST INFO |
JEFF ZIMA (US/F) website CD review
|
Onverwacht matjes daarentegen was Jeff Zima. Hij kon het vandaag niet ingevuld krijgen. Nochtans kan deze Amerikaan met een uitgesproken Brits humorgevoel zeer gevat uit de hoek komen. Met daar bovenop nog wat Franse j’m’en fou, dat hij heeft aangekweekt in de tien jaren die hij nu al in Frankrijk vertoeft. Niets van al dat vandaag. Hij kreeg geen contact met het publiek, hetgeen van primordiaal belang is voor het welslagen van zijn show dat bestaat uit dirty Delta Blues, Old Time New Orleans en Yazoo Mambo. Wie hem nog niet eerder aan het werk zag, was wellicht toch nog verrast door diens gitaartechniek. Hij speelt nagenoeg altijd slide, maar dan op een eerder onorthodoxe manier. Hij schuift de bottleneck ongekend snel over de snaren heen, snarenpickend tegen 160 picks per minuut. Hij kent honderden songs van alle blues- en aanverwante genres en zette zeker een goede set neer. Maar diegenen die hem eerder zagen, waren het roerend met mij eens. Het zat er vandaag niet in, en dan kan het er niet uitkomen. Spijtig.
|
ARTIST INFO |
THE HEXMEN (UK) website my space CD review |
Super vollen bak echter was het met de uitzinnige pubrock formatie The Hexmen. Ze trokken op van nul naar tweehonderdzestig per uur in nog geen twee minuten. “High Octane Rhythm & Blues” staat er in hun vaandel en dat is geen voor geen milligram overdreven. In tegendeel. Ze begonnen al meteen met een uitfreakende versie van “Ridin’ on the L&N” van hun land-, leeftijd- en lotgenoten van Nine Below Zero. De compleet geschifte George Hexman, zanger en harmonicist, is een exponent van de punk garde, en al ziet hij er vandaag uit als een ietwat verlopen boekhoudertje, als hij op de bühne staat barst hij van de energie en ontpopt zich als een bodemloos podiumbeest. Typisch voor pub- en garagerockers om geen toegevingen te doen aan leeftijd. Punkrock is what it is, loud and dirty, take no prisoners music. “Homework” werd overgoten met liters bier en een rondtollende George heeft haast plaats te weinig op de toch niet zo kleine bandstand van HookRock. Daarop volgt een haast ingetogen en tegelijk toch heftig “Lonely Avenue”. Joan Bimson plukte haar reusachtige Rickenbacker bass met zeer veel enthousiasme, zij is ook uit het harde punkhout gesneden, en zal waarschijnlijk net als haar mannelijke collega’s ooit haar laatste adem uitblazen op het podium. Het instrumentale “Groovin’” kwam up-tempo uit de mondharmonica van George te voorschijn, ondersteund met een uitgesproken ska-beat vanwege gitarist David Woods die van ver gezien een beetje op Jan Houttekiet gelijkt. Maar daar houdt elke gelijkenis op. Woods is een rocker van formaat, wat nu niet meteen echt kan gezegd worden van onze Jan. “Look at the Tears Roll Down Sefton Street” is een vrije bewerking van Elmore James’ “The Sky Is Crying”. Drummer Wayne Dangerous is zowat de jongste van deze bende en past perfect in de rhythm sectie samen met Woods. George kan ook subtiel uitpakken. Maar niet te lang jongens. Op het einde van deze genetisch gemanipuleerde show, spleten the Hexmen ons nog een ongemeen fantastische “Bullfrog Blues” in de hersenpan. Music to make the dead alive. “Wooly Bully” van Sahm the Sham als toemaatje. Ik wist na deze allesverterende prestatie van deze bende mad dogs, dat we het beste gehad hadden. Dit was nog eens echte recht voor de raapse blues, rock en pre-punk, recht uit de sixties van vorige eeuw naar nu. Muziek vergrijst niet, waarde vrienden, ze wordt beter met de jaren. En bravo voor King George en de zijnen.
|
ARTIST INFO |
KING KING (UK)
|
Wie kent The Nimmo Brothers niet ? Zij waren één van de weinige Brothers bands die ook werkelijk broers waren. The Walker Brothers, the Doobie Brothers, noem ze maar op, allemaal fake brothers. Maar ook bij echte broertjes kan het wel eens fout gaan. Het is allemaal vooralsnog niet zo heel duidelijk, maar Stevie Nimmo zou er voorlopig de riem afleggen. Kwestie van…nou ja. Ondertussen wou Alan Nimmo echter niet bij de pakken blijven zitten, en met het edele gezegde ‘het ijzer smeden als het heet is’ in het achterhoofd, stampte hij een nieuwe band uit de grond : King King. Dat de broertjes aan mekaar gewaagd waren, is bij deze bewezen. We hebben immers aan één ervan genoeg om zowat dezelfde wall of sound neer te zetten. Daarmee wil ik nu zeker geen afbreuk doen aan de waarde van de Nimmo Brothers, maar als Alan zich nat in het zweet werkt, is dat niet voor de schoon ogen van de paus, maar voor ons. Hij laat ons niet in de steek, net zomin als de rest van de band. Met Lindsay Coulson, bass, en Craig Blundell, drums, had hij al de perfecte ritmesectie achter zich. De twee laten zich immers nooit intimideren door Alan’s powerfull gitaarwerk, maar ze bestaan het hem nog wat op te jutten ook. Nu is daar nog Bennett Holland bijgekomen, met zijn keyboard in zijn zog. Een goede aanwinst met het oog op de toekomst, want zoals Alan bezig was zich uit te sloven op alle gigs, gedurende bijna één jaar nu, als enige melodische muzikant in de band en tevens zanger, zou hij zich snel onder de zoden gewerkt hebben. Behalve de pareltjes van nummers die op hun EP staan, zoals “Heart Without a Soul” en “Broken Heal” vergastten ze ons ook op prachtige cloons van John Hiatt’s “Feels Like Rain” en Clapton’s “Old Love”. Alan kan ook gevoeligheid in zijn gitaar chops leggen. Met mesnat hemd zetten ze als bis “Going Down” in. Niet Nix om hiermee te eindigen. Snel, pinten, we zijn haast even gedeshydrateerd als hij zelf is, en dat enkel van te luisteren. |
ARTIST INFO |
R.J. MISCHO (US) website my space CD review |
We waren het haast vergeten, maar na deze nieuwe Britse blues-invasie met The Hexmen en King King, moesten we de zwitser R.J. Mischo nog naar binnen werken. Dat zou niet makkelijk worden, na het gitaargeweld van de voorgangers. Maar Mischo heeft blijkbaar al voor hetere vuren gestaan, want hij zette onverstoord en zonder zelfs zijn witte jasje uit te trekken, zijn resem classics verder. Hij kan putten uit negen CD’s materiaal. Met “Cheap Wine” en “Crawlin’ Kingsnake” oogstte hij applaus, ging solo van bil achter het drumstel, terwijl de mond harmonica bespelend en zijn publiek. R.J. is een natuurtalent en zal nog zonder verpinken negen andere CD’s volspelen. A Real King of a Mighty Good Time. HookRock was dik in orde. Feilloze organisatie, en een gevariëerde line up. Yvan en Ronny en alle helpers hebben dik hun best gedaan, en dat bij zulke temperaturen. De opkomst was opmonterend en veelbelovend voor volgend jaar. Speciale dank ook voor de kokinnen van dienst. Uitmuntende keuken, van de beste die je kan vinden op festivals. Houden zo, dames.
witteMVS
|
voorprogramma en verjaardagen
moonshiners... ambiance bij chilly willy ook chilly willy
ambiance bij hexmen ons anny met george (hexmen) mogen wij er ook op...
en da we toffe jongens zijn da zullen ze weten... |