INFO |
RHYTHM & BLUES AT THE ATTIC |
REVIEW |
Hier zijn we dan met onze review. Wel ja, hoewel ondergetekende er misschien uitziet als een ‘prepensionné’, moet hij nog altijd heel hard en in het zweet zijn’s aanschijns werken voor zijnen belegde boterham. Dat het daarbij, ondanks de crisis, ook nog eens onwerkelijk druk is overdag op bureau en elke avond ook nog een optreden links en rechts, komt deze ‘compte-rendu’ met een dagske vertraging. |
THE RHYTHM BEATS (B) THE RHYTHM BEATS, een jonge band uit de Limburg, mocht dit ouwe tempeltje voor open verklaren’ en dat deden ze warempel met een aantal nummers die ik van haar noch pluim kende. Dat kon maar twee dingen betekenen: ofwel ging mijn gerede kennis van de hedendaagse muziek erop achteruit, ofwel vuurden deze bijdehandsee snaken eigen materiaal op ons af. Gelukkig voor mij en vooral voor hen was dit laatste het geval. Het instrumentale “Jaguar Boogie” is een echte opener waarin gitarist Jasper kan laten zien hoever hij staat, en de ritmetandem Jeffrey en Senne, drums en bas respectievelijk, legt een stevige ritmische basis, ook alweer een goed teken. Het daarop volgende “Johnny Jacket” introduceert zangeres Lauren, die tevens voor de lyrics zorgt van het eigen materiaal. Ze zingt een ietsje te terughoudend, dat mag wat assertiever. Een aardige reeks degelijke en zeewaardige songs van eigen makelij laten de vier ons horen, hetgeen covers als “Purple Haze” van Hendrix volstrekt overbodig maken. De definitieve versie van dat nummer werd trouwens éénenveertig jaar geleden door Jimi zelf geclaimd. En de bekende gitaarriff waarmee SRV een nog bekender kinderwijsje onderbouwde, wordt het vehikel voor een Duffy verhaal. Ook niet nodig als men zichzelve kan voorzien van goed songmateriaal. Gill, de elfjarige gitarist en broer van de drummer, mag een Texas shuffle met de titel “Blues Gill” komen ten beste geven, compleet met solo en al, op een op maat gemaakte Strat. Vlaanderen’s bluestoekomst is verzekerd. The Rhythm Beats zijn een jonge belofte met heel wat potentiëel. Een frisse nieuwe band met wortels in de blues, takken in de grunge en een non-destructieve punk-attitude. Er is uiteraard nog werk aan de winkel, nogal wiedes. Maar enkele veel gemaakte ‘beginners’-foutjes kunnen zo al weggeruimd. De zelfzekerheid wordt nog versterkt door meer naar het publiek toe te werken. Kijk de zaal in als je soleert, niet naar de drummer. Interactie uitlokken, daarom ook, weg met die zonnebrillen, die blokken het contact af. En Jasper, de gitaar enkele crankjes minder volume als Lauren zingt, anders moet ze beginnen roepen. Ik heb er een zeer goed oog in. Enne, ik ben niet van de auteursrechtenvereniging. De revelatie van B@Attic. So help me God ! |
BOTTLE NOSE (B) Ook al van Limburg zijn de mannen van BOTTLE NOSE, uit het verre Lommel. Grensgebied, een biotoop voor smokkelaars. Ze timmeren zo onderhand drie jaar, in huidige bezetting, aan de bluesweg. Daarbij deinzen ze er niet voor terug zeer bekende standards op te pikken en in hun repertorium te stoppen. Dat legt de lat natuurlijk bijzonder hoog. Enerzijds zou je kunnen stellen dat het makkelijk scoren is met nummers als “I Ain’t Got You”, “Messin’ With the Kid”, “Rock Me Baby” en “Forty Days and Forty Nights”. Anderzijds ga je ook onmiddellijk op je bek als je dit materiaal onheus behandelt. Want iedereen kent de originals en de talloze oerdegelijke covers die er reeds in onze platenkasten aanwezig zijn. Koen, Ruben, Koen en Johan nemen echter geen risico en hebben deze, ondertussen heilig erfgoed verklaarde, standards zo ingestudeerd dat van ontsporingen geen sprake meer kan zijn. Feilloos werken ze hun set van dertien nummers af. En dan heb je daar die vervelende keerzijde van de medaille, de min, de yang…Het feilloze is zo alomtegenwoordig bij Bottle Nose dat er een deel spontaniteit verloren gaat. Men voelt de blues haast niet meer. Ik waan me even in een CC. Wat heb ik toch met CC’s ? Of juist niet. Ik ben bereid te geloven dat Bottle Nose een mindere dag had. Iedereen heeft die wel eens. Misschien was ik het wel, die een mindere dag had.
|
BIG BILL (B) Ouwe legende BIG BILL Krakkebaas speelt hier zo goed als in eigen biotoop. Hij is in het goede gezelschap van oudgediende gitarist Simon Shrimpton-Smith en even oudgediende drummer Stoy Stoffelen. Een supergroep zou je kunnen stellen. Waar is de tijd van “Eene me Hesp” begot ? We schrijven 1972 of ’73, Big Bill Krakkebaas & The Sock'n'Soul (Ram Jam Funky but Live) Band stelde, behalve de hierboven reeds genoemde Simon en Stoy, ook nog enkele andere volslagen onbekende muzikanten te werk, Jean-Marie Aerts, Jeanke Blaute en Mich Verbelen. Heuh..ja, Raymond Van het Groenewoud was toen nog de toetsenist van Johan Verminnen. Uit die tijd is “Eene me Hesp” en “Stoose Blues”. Maar we dwalen af, terug naar Den Ouden Tijd, ik bedoel naar nu, hier in de zool van Herent. Armand speelt een nummer van John Lee Snooker “Boom, Boom, Boom” gevolgd door één van zijn kleine autobiografiëen, de sletel van de “Veedee Blues”. Het is genieten geblazen met Sonny Landreth’s “Congo Square” door Simon prachtig gespeeld zonder slide ! “Louie Louie” krijgt een ‘Congolees’ intermezzo, en we krijgen zowaar “Walk Like a Zombie” mee van Big Bill. Als bisnummers krijgen we twee Chuck Berry nummers, “No Particular Place To Go” maar dan met zijn kaas en hesp lyrics en “Johnny B. Goode”. Big Bill heeft zowaar gitaar leren spelen in Austin, Texas. |
BACON FAT (B) En toen was het een anderhalf uurtje heavy metal geblazen met BACON FAT. Nu is W. Johnson (Petitjean) niet de eerste de beste gitarist. Voor hij met B.F. begon, speelde hij in diverse bluesbands, met repertoria gaande van Robert Johnson tot ZZ Top. En deze vroege invloeden deemsteren nog steeds door in zijn huidige stijl en werk.In Benjamin Cestillo (Bols) heeft hij de juiste bassist gevonden, die hem het nodige weerwerk kan bieden, ondersteund door de fantastische drummer Enrique Gee (Lammens). Het gaat er nogal hard aan toe, vanaf het begin met “Foxy Lady”, wat is Hendrix toch een graag opgevoerde klant in gitarist middens, en “Live & Die for Rock ‘n’ Roll”. Bacon Fat speelt hoofdzakelijk eigen composities die men boven de betere heavy metal-noemer kan plaatsen. We herkennen nog zijn versie van the Door’s “Roadhouse Blues” en ZZ Top’s “La Grange”. “Hangin’ Around” is het nummer waarmee ze overal hoge ogen gooien, het zou een geslaagde singel zijn, mocht het al in dat formaat zijn uitgebracht. Best wel goed deze jongens, schitterende muzikanten ! Maar ze waren niet echt besteed aan het aanwezige publiek, de meesten hadden zich teruggetrokken tot achteraan in de zaal aan de toog. Maar zelfs daar kon je alles nog scherp horen ! “Plain Sustain”.
|
VOODOO BOOGIE (B)
Als kers op de taart had Peter B. gekozen voor de onvolprezen VOODOO BOOGIE. Deze jongens behoef ik niet meer voor te stellen, I guess. Degenen die hen toch nog niet zouden kennen, en dat kan ik me haast niet voorstellen, kunnen kennis maken met Jan en de zijnen via de CD-review in de marge van dit artikel. Voodoo Boogie is een kleine vijf jaar geleden goed begonnen en is tot op heden nog altijd goed bezig. Ik heb hen al heel wat keren aan het werk gezien, en nooit klinkt een nummer hetzelfde. Voodoo Boogie wordt nog steeds experimenteler, psychedelischer en mysterieuzer, maar de boogie beklijft en is de rode draad doorheen alle nummers, als een getuige van hun oorsprong, hun roots, hun wieg. De overgang van de dromerige keyboard intro’s naar de repetitieve, hardnekkige trance beat van “Goin’ Down South” is werkelijk subliem. Jim Morrison meets R.L. Burnside. Samen met Servaes, de drummer, doet Jan ook een solo exposure, boogie tot in het merg, een oerritme. Dit is pure klasse. Na een kwartiertje komt Manzarek, pardon, Wouter Haest terug het schilderij binnengevaren met zijn Doors-riedeltjes op keyboards. Rob Vanspouwen ondersteunt de zware boogiebeat basmatig. Ze gaan ergens begin 2010 werk maken van een nieuwe CD. Een aantal nieuwe nummers zijn al klaar, en er moeten er nog een aantal geschreven worden. We kunnen haast niet wachten. Het wordt een goeie ! Ik voel het in mijn botten. |
We kunnen weer terugblikken op een geslaagde Atticblues namiddag en avond. Dat hebben ze hem weer eens fijn geflikt, de crew van de Attic. Peter B. gaf zelf het antwoord op de vraag die iedereen in zichzelf stelde, welke criteria hij gebruikte om de acts te kiezen. Simpelweg een Belgische band te zijn én een letter B in zijn naam mee te voeren was de vereiste. En kunnen spelen natuurlijk. witteMVS ...den Eric aan het genieten van Bacon Fat SEE YOU IN 2010....op 06 november, nu al noteren! ...Guttlin guitars and the sound of voodoo
|
Copyright © 125 Rootsville
|