PATERDREEF INDOOR
SATURDAY JANUARY 30 - EUROPAHAL TIELT
website
review: Ivan B & Freddie
photo©Freddie

comments: mail

REVIEW

Voor ons eerste festival van 2010 moesten we naar het West-Vlaamse Tielt alwaar in de Europahal Franky & Co hun Patersdreef indoor laten doorgaan met vandaag uitsluitend Belgen aan de aftrap. Op het eerste gezicht zag het er niet al te goed uit omdat de winter weerom zijn intrede had gedaan. Ik kan natuurlijk ook rekenen op Ivan B van de Blueshappening te Zelzate en ook in de Maple te Ertvelde doet hij zijn uiterste best om de blues ook in Vlaanderen te laten leven, zo zet hij daar op 08 maart Neal Black & Mason Casey aan het werk. De zon kwam er tegen de middag toch wat door en met een verkenning ondervond ik dat de autosnelweg er goed bij lag dus kon ik toch de verplaatsing naar de andere kant van ons landje aanzetten.

ORNAMENTAL VIRUS (B)
my space

Zoals bekend is de eerste helft van het programma steeds weer voorbehouden voor ‘local bands’ en meer bepaald voor bands in het rockgenre en aan die traditie proberen ze zich daar aan te houden. De aftrap is natuurlijk niet de beste manier om voor een groep te beginnen en deze taak was vanmiddag voorbehouden voor de echt plaatselijke ‘youngsters’ namelijk de groep ‘Ornamental Virus’ uit Tielt zelfve.

Nu is rock & co niet meteen mijn favoriete muziek  maar wanneer het goed is moeten we het natuurlijk rekening houden met het oogstandpunt van de kenners en blijven we natuurlijk objectief. Ornamental Virus zijn drie jonge knapen uit de omgeving en spelen symfonische rock  met bijna uitsluitend eigen werk en dat moet altijd aangemoedigd worden.

Deze formatie brengt een soort middeleeuwse muziek op hedendaagse instrumenten en zijn dus de minnestrelen van de 21ste eeuw en geloof me Koen Quintyn (keyboard), Maxim Lampe (gitaar) en Robin Wille (drums) hebben heel wat in hun mars. Ten tijden van King Arthur en Lancelot waren er uiteraard nog geen hit-charts voor deze bombastische muziek en anders zouden zij zonder fout hoog in de hitparade staan.

Ze brengen zoals gezegd eigen werk met nummers als ‘Henry V’ en ‘The Conquerers Of Eden’ en al moet je er de eerste minuten aan wennen toch wakkeren deze jonge bende de interesse aan van de aanwezigen, en hebben ze zeker al een eigen fanclub in Tielt. Op een bepaald ogenblik zou een nummer –vraag me niet welk – zeker niet misstaan als de filmtrack voor een remake van ‘The Hunchback Of Notre Dame’ en dit is als compliment bedoelt

Net wanneer ik aandachtig wil beginnen volgen stapte Maxim Lampe zonder boe of ba van het podium en liet zijn groepsleden ontredderd achter. Hilariteit alom omdat niemand wist wat er aan de gang was, maar achteraf bleek dat Maxim last van een polsblessure en helemaal niet meer verder kon, erg maar er zijn andere manieren om er de brui aan te geven…Toch nog ietsje meegeven, de standaard waar de keyboards van Koen op rustte was een afgedankte strijkplank van mama :-).

 


SPOONEYE (B)
my space

De 2de groep op de affiche was Spooneye, ook deze gasten zijn natuurlijk voor mij onbekend. Met hun muziek trekken we richting Heavy Metal. Wies (vox & guitar), Anthony (guitar), Dennis (Bass) en Jelle (drums)  zijn Spooneye en de groep bestaat sinds 2003.

Wat ik deze knapen al meteen moet meegeven was de allure om een soundcheck behoorlijk te laten duren en verschillende aanwezigen van de oudere generatie begonnen het al meteen op hun heupen te krijgen. Alleé, alles  verliep toch eindelijk in goede banen en een nieuwe aanslag op de trommelvliezen kon beginnen. Ook positief was  dat eigen werk hier ook primeerde en dat siert hun al kon ik het beter vinden met het werk van de vorige groep.

Een driekwart uur Heavy Metal op het programma en de delegatie uit Hasselt besloot om maar ietsje te gaan eten en met hun vertrokken er nog wel enkelen. Heavy muziek en geen headbangers is toch een beetje spijtig want een beetje animatie had ik zeker gewaardeerd.  Eén van hun nummers noemde Kilimandjaro maar ik weet met absolute zekerheid dat de auteur niet Marc Sleen is.

Nee, alle gekheid op een stokje de Heavy Metal freaks konden dit best pruimen en aan hun uitlatingen te zien kon ik eruit vaststellen dat het wel snor zat tot dat......plots deze gasten ook hun rug richting zaal draaiden en allerhande werkzaamheden aan de basgitaar van start gingen. Ophoudingen tegen dit tempo zou Paul Couter in het water doen gaan vallen. Eén ding moest ik ze wel meegeven ze bleven jammen…

Ook hier geen beleefde uitleg wat er aan de hand was tot het eindelijk in orde kwam en de groep verder kon…er moet hier zeker iets in de lucht hangen dat de beleefdheidszin van de jeugd aantast. Als laatste kwam er een 'rockballad', een nummer waarvan ook ik vond dat het goed was.

MELNIK (B)
my space

Als laatste groep van deel 1 – het rock gedeelte- kwam al een ietsje meer bekendere naam aan de aftrap. Melnik is een groep ontstaan door singer-songwriter Peter Arnout. In zijn kielzog brengt hij Dirk Leus, Herman Van Molle en Didier De Vogelas mee en de groep heeft nog maar pas hun debuut cd uit.

De klankkleur van Peter Arnout is deze van Neil Young en vanavond brengen ze uistluiten eigen werk van hun debuut album. Nummers als ‘Leave The City’ en ‘Melnik City’  zijn op deze schijf terug te vinden en zijn pure rock zoals ook Young zelf hem zou brengen.

De man van de belichting vond precies dat het welletjes was geweest en buiten frontman Peter stond vrijwel iedereen in het donker. Het enige dat hij nog kon laten zien was het laten flikkeren van alle kleurtjes die er bij de spots voorhanden waren en moest ik noodgedwongen overschakelen naar zwart-wit modus want een flash is bij concerten nog steeds taboe. Ook de ‘sound engineer ‘ bleek niet in zijn dagje te zijn want samen met mij begonnen er aan het einde van de zaal groepjes te vormen en liep de locatie voor het podium een beetje leeg.

Steengoede seventies rock komt natuurlijk meer tot zijn recht moest de volumeknop een tandje lager staan en dan zouden de nummers van Melnik ook beter tot hun recht komen. Ik ken een carnavalgroep wiens orkest de naam ‘nie just moa hét’ draagt en dat kan uiteraard niet de bedoeling zijn voor Melnik.

Van Peter en zijn band zie je dat ze al wat watertjes hebben doorzwommen en wanneer je een rockende Neil Young voor ogen neemt kom je hoe je deze band moet voorstellen. Stevige sound en teksten die er mogen zijn, een band waar we nog wel een willen naar gaan luisteren met een goede belichting en de juiste man aan de knoppen. Aan de PA zou het zeker niet liggen maar me een Porsche kan je ook stil rijden.

Voor de fans van Melnik nog dit…Zij doen het voorprogramma van Manfred Mann’s Earthband nu 08 maart in de Art Cube te Ghent.

BLUES LEE (B)
my space

Nog 3 groepen te gaan en we konden nu beginnen aan het bluesgedeelte waarvoor de meesten toch gekomen waren. Als eerste groep kwam de Limburgerse band Blues Lee aan bod. Deze band voorstellen hoeven we uiteraard niet meer want Karel en Biesmans behoren natuurlijk tot de top in ons land wat het blues aanbelangt al brengen deze gasten zoveel meer.

Er was vanavond wat getimmerd aan de bezetting van Blues Lee. Eén certitude alvast is dat Steph Collart het van roadie tot bassist van de band heeft geschopt en dit is een blijver. Yves Bosmans heeft voor vandaag verstek moeten geven en als vervanger hebben ze niemand minder bij dan Franky Gomez de klasbak van de formatie ‘The Big Four’ waar ook JB Biesmans deel van uitmaakt.

Met de start van het bluesgedeelte komen er ook andere aanwezigen post vatten voor het podium. Blues is natuurlijk veel gezegd want de mannen van  Blues Lee proberen altijd data ietsje meer in  hun muziek te steken waardoor ze uiteraard meer kleur geven aan hun optreden. Op het menu staan kleppers van song als ‘Lazy Ways’ en ‘Dolphin’, nummers waarbij de instrumenten primeren en waarbij diegenen die het vertolken toch een pondje meer muzieknoten moeten hebben eten alvorens aan zulke hoogstandjes te beginnen. Uiteraard het countrybluesje ‘Hillbilly Joe’ mag ook niet aan de set ontbreken en natuurlijk ook met voorsprong het tot muziekspelen  inspirerende ‘7 Days’ een nummer dat muzikaal enkel hoogstandjes bevat.

Ondertussen kreeg ik ook onheilspellend nieuws van het thuisfront dat de sneeuwvlokjes al terug behoorlijk aan het dwarrelen waren en op het moment dat de ‘pippo aan het licht het voor mekaar kreeg  om voor de 2de maal de ganse groep volledig in het donker te krijgen ging bij mij ook het licht uit en besloot ik de rest aan Ivan te laten en begon ik de terugweg aan te vatten met ietsje voorbij Leuven een gemiddelde snelheid van 50km/u op de autosnelweg.

MARINO NOPPE & MAXWELL STREET (B)

De door de organisator aangekondigde “ Belgian Blues allstars –band “ mochten bij hun eerste officiële optreden samen , de inmiddels redelijk gevulde zaal overtuigen van hun kwaliteiten . De verwachtingen waren dan ook hoog , want het was niemand minder dan Marino Noppe , samen met  topmuzikanten uit de Belgische scene : Marc T , Wuff Maes en Rene Stock .

Van bij de instrumentale opener wisten we reeds waar dit naartoe zou gaan , een bijna anderhalf uur durend feest met een portie Chicago-blues van de bovenste plank . Wuff en Rene ,  DE ritmesektie bij uitstek , steeds als een rots in de branding leggen de fundering en Marino en Marc voelen elkaar precies aan waar ze elk op beurt soleren of ondersteunen. Het sterke  “ Boogie” een eigen versie van een huwelijk tussen John Lee Hooker en Canned Heat gaf een eerste kippenvelmoment en er zouden er nog komen . 

Het door Marc gezongen “ Who’s been talking “ , een schitterende versie van het Howling Wolf nummer , bijvoorbeeld en bij “ Love Somebody “ van Jimmy Dawkins , waar ineens een Fleetwood Mac -sfeer ontstond om dan weer alle registers open te trekken met een Elmore James slide om van te zweven of de Freddy King instrumental . Dit was blues zoals blues hoort te zijn , rauw , puur en bij momenten subtiel . Wegens tijdsgebrek kon er van de organisator geen bis af , spijtig maar we krijgen zeker nog kansen om hen terug te zien .

PAUL COUTER & HOT BORRITOS BLUESBAND (B)
my space

Als afsluiter kregen we Paul Couter en The hot borritos . De band mocht eerst een dik kwartuur hun ding brengen met vrij stevig werk zonder echt hard te worden . Frontman en muzikale duizendpoot Eddy Desmul kennen we van zijn andere band “ Howlin’ Roaddogs “ en weet steeds te verrassen met prachtige nummers . Met Paul erbij kregen we gans andere koek , country – blues met mooie slide , aangevuld met harmonica . Bij momenten ging dit redelijk psychedelisch klinken ; Roland en Arno waren nooit veraf , maar dat is zeker niet te verwonderen als je uw vaderlandse klassiekers kent.  “Try to get home to L.A.” , “ Hard working man “  ;  de klassieker bij uitstek “ Little red rooster “ en het zeer dreigende “ I’m on my way “ zijn enkele pareltjes .

Alhoewel er nu en dan een fluitende feedback door de speakers te horen was vond ik dit een niet onaardige set en kijk ik uit naar een volgend optreden van deze mensen , maar dan liefst niet als laatste van 6 bands . Want de vermoeidheid sloeg toe en heb de bissers niet afgewacht om de automatische piloot op “ home “ te programmeren.  De organisatie mag best tevreden terugkijken , want er was merkelijk meer publiek komen opdagen dan vorige edities en dat zonder buitenlandse acts...