INFO | |
TRIX website |
review: Yourt
photo©Yourt comments: mail |
CONCERT REVIEW | |
Zwaar programma vanavond… Supersuckers zijn hebben door omstandigheden in de persoonlijke sfeer hun tour afgelast. Ze worden echter vervangen door Angelic Upstarts die geprogrammeerd stonden in de bar Trix. Dat geeft dus in de juiste volgorde Deadbolt, Angelic Upstarts, Reverend Horton Heat en als aftershow in de bar The Grave Brothers. Deadbolt is een Californische groep die naam maakte met hun ‘wall of thunder’, de opstelling van twee bassgitaristen. Ze noemen hun eigen muziek voodoobilly. Het houdt zowat het midden tussen rockabilly, surf en blues. Zoals verwacht verschijnen er ook de powertools op het podium: een slijpschijf gaat even tegen een stalen staaf aan. Allemaal een beetje gemaakt en niet zo vlot. Basic psychobilly zou ik het durven noemen. Hun beste nummer vind ik het halverwege de korte set gespeelde ‘Truck drivin’ son of a bitch’, waarbij ze verwijzen naar een trucker uit het publiek die ze eerder op de dag tegen kwamen. Dit doet me terugdenken aan een Belgisch groepje dat optreedt met een benzinemotor in een chassis gemonteerd vooraan op het podium.
We steken na een korte pauze het water over naar de UK met de Angelic Upstarts. Deze punkrock groep startte eind jaren ‘70. Working class action dus, met de nodige sneren naar politie en politiek. Zij werden bekend omdat ze de politie tegen zich kregen door op te treden met als mascotte een varkenskop met een politiehelm op. Alweer stevig er tegenaan dus. En dat is inderdaad wat ze doen: dit is punk, al is hun leadzanger kalend en lopen de heren er in hun gewone jeans en T-shirt vrij netjes bij. Tussen de nummers in moet er precies overlegd worden welk het volgende nummer gaat zijn, of in welk akkoord het moet… maar als ze spelen, gaat het goed vooruit. En tijdens ‘Burning voices’ breekt de eerste pogo los achter me. Ik begin te vrezen dat Reverend Horton hier niet zijn meest zachte versie van een gig gaat neerzetten.
Eindelijk dan de hoofdact, en voor mij ook de reden waarom ik dit hele spektakel toch niet wou missen. Terug naar Texas rockabilly blues met surfin’ jazz toetsen. Vorig jaar brachten ze 'Laughin' & Cryin'' uit, een CD die volgde op een compilatie uit 2006. Jimbo Wallace op de contrabas, en Paul Simmons op de drums zorgen voor de vette beats en de ritmesectie terwijl Jim Heath de gitaar en zang voor zijn rekening neemt. De gitaar, da’s een Gretsch, zoals Eddy Cochrane en Eddy Duane er eentje hadden. Er zijn wel meer artiesten die Gretsch spelen of hebben, maar Reverend de zijne is een signature model: de Gretsch 6120RHH dus. De Reverend opent met ‘Big blue car’, gevolgd door ‘Now, right now’. De nummers sluiten vaak naadloos aan, en na enkele nummers wordt er telkens een korte break in totale duisternis ingelast. Toch gaat dit optreden asl een stoomwals over je heen. Niet keihard, maar stevig door, vol energie en voorzien van fijn gitaarspel zonder te overdrijven. Alles precies afgewogen. Bij het begin van ‘Please don’t take the baby to the liquor store’ zet Jim rustig in, en het publiek begint al zelf te zingen. De reeds dansende massa groeit nog aan en gaat uit de bol. Ook ‘Can’t surf’ passeert even later nog de revue en als afsluiter krijgen we ‘Big red rocket’.
Na afloop ga ik boven dan maar eens kijken … de bar staat in kleine opstelling (met de tussenwand), en de zanger van The Grave Brothers zegt me dat hij al 6 uur aan ’t wachten is om zijn ding te doen, en dat hij er helemaal klaar voor is. Dat is niet gelogen, dit is weer lekker doorgeven. Alleen jammer – voor het publiek dan – dat de bar propvol staat. Het is dan ook vrij ruim middernacht gepasseerd als ik naar huis rijd na pakweg 5 uur optredens. Moe maar voldaan.
|
|