INFO
BIERBEEK BLUES'D UP 2010
website

SATURDAY APRIL 03 - CC DE BORRE BIERBEEK

review: witteMVS
photo©
Yourt & Freddie

comments: mail

JILL HILLEGER BAND (B)
website

BRYAN LEE & THE BLUES POWDER BAND (US)
website

MISSISSIPPI HEAT (US)
website

CARL WEATHERSBY (US)
website

REVIEW

En wat als CC De Borre te klein wordt ? Want dat zit eraan te komen, waarde lezers. De grote zaal van het complex zat nokvol, of liever stond nokvol. Mocht het met zitplaatsen zijn, was het saturatiepunt reeds lang bereikt. Ik schat dat er dus een vierhonderdvijftig mensen aanwezig waren. Een mooie score voor een bescheiden indoor-festival. Onversaagd het ganse jaar de hort op met de flyers van het programma én adverteren bij Rootsville werpt zijn vruchten af. Zo zie je maar.

Eén en ander heeft natuurlijk ook vandoen met de programmatie zelf. Met de aanstormende Giejentse bluesdiva Jill Hilleger als opener, een nog levende legende als Bryan Lee als plat de résistance en een, nog weinig of nooit te lande geziene, Mississippi Heat als heetgebakerd dessert kan het niet anders dan welslagen. Daarbij nog een dosis moed en durf vanwege de organisator vzw Bluesbeek, met een gedreven inzet van de hardcore ‘fab four’ bestuursleden (namen bekend bij de redactie), die bovendien waarschijnlijk ook nog een pact tekenden met de bluesduivel in ruil voor een geslaagd festival in plaats van een gratis gitaarcursus in zeven dagen, en het kan niet meer misgaan. The winner takes it all. En de energie voor de volgende uitgave van Bierbeek Blues ‘d Up is al opgeslagen in ’s mensen batterij.

Vooruit dan maar. Wat hebben we gehoord ?

We hebben het al eerder van het dak van de Rootsville building geschreeuwd : Jill Hilleger is een zangtalent en heeft bovendien ook nog de nodige uitstraling om de gemoederen op bedrijfstemperatuur te brengen. En dan gebruik ik een eufenisme. Het zal ook deze keer niemand ontgaan zijn dat Jill al haar troeven uitspeelt, en ze heeft er meer dan een handvol. Naast een repertorium zorgvuldig uitgekozen songs van het meest diverse allooi, brengt ze ook een aantal eigen nummers.

 

In combinatie met haar door de wol geverfde band, ook gekend als de Banana Peel Blues Band, met frontman/gitarist Willy De Vleeschouwer, krijgt haar sterk sensuele act de volle aandacht van het publiek. En het zal wel geen toeval zijn dat het mannelijke deel van dat publiek massaal de toog achteraan in de zaal verlaat om deze show van dichterbij te volgen. De interactie met de voorste rijen is bijna vertederend. Als Jill “You Don’t Love Me No More” aanheft, lijkt iedereen ‘Maar dat is niet waar, suske, waar haal je dat nu vandaan’ te prevelen.

Mooie versies ook van Anouk’s “Lovin’ Whiskey”, Van Morrison’s “Moondance” en Norah Jones’ “Deceptively Yours”.  Het gaat nog steeds de goeie richting uit met Jill en ze is voor mijn part stukken beter dan haar streekgenoot Lady Linn.

 

 

 


Als je blinde Bryan Lee in de backstage ziet rondschuifelen met zijn linkerhand voor zich uit waaierend om obstakels tijdig te onderkennen, kan je maar moeilijk de pijnlijke gedachte onderdrukken van “Wat gaat die man er nog van bakken ?”. Maar als hij eenmaal zijn plaats heeft gevonden op het podium en zijn gitaar om heeft hangen moet die bedenking onmiddellijk baan ruimen voor een wahwww-gevoel.

Bryan Lee heeft het nog steeds. Welke bluessong hij ook speelt, steeds is er dat enorm hoge ‘Crescent City’ gehalte. Als je hem hoort zingen, hoor je gelijk die andere hoodoo meester Dr John aan het werk. De soul van New Orleans hangt in de atmosfeer. Bourbon Street is just outdoors. In een van zijn lijfsongs belijdt hij zijn levensovertuiging , “Don’t Bite the Hand That Feeds You”. Een gezwind rockend “Barefootin’” en “Do the Messin’ Around” doet het CC rillen. Proficiat overigens terloops voor de alweer briljante sonorisatie, jongens. Om te zingen rijst Bryan’s hoge hoed, want dat doet hij staand. Als hij gaat soleren gaat hij echter terug zitten, om de inspanningen te louteren, want hij moet en zal anderhalf uur volspelen. Zo is hij.

 

Bryan gaat nog steeds met dezelfde energie verder als tien jaar geleden, en geschieden zal zoals hij het zingt in zijn song “Blues Singer”, ‘I’ll keep on singin’ the blues, ‘till the good Lord take me home’. Hij heeft Katrina overleeft, hij heeft dus al voor hetere vuren gestaan.

 

 

 

 

 

Helemaal uit de Windy City komt Mississippi Heat. Deze band, of zeg ik misschien liever concept, kan echt niet verbergen waar haar bakermat ligt. Chicago of all places. Als je ergens een band kan vinden die nog méér Chicago klinkt dan deze zonder zich te forceren, krijg je je geld terug. Systeem Vandenborre. Nochtans is de bandleader, Pierre Lacocque ooit nog Belg geweest, maar heeft hier slechts kort gewoond op zijn zesde in het jaar onzes Heeren 1957. Dat betekent dus dat Pierre en ondergetekende leeftijdsgenoten zijn. Het staat in de sterren geschreven dat ’51 een schitterend jaar was met een kwalitatieve opbrengst aan menselijke speciën. Iemand moet het eens gezegd hebben, niet ? Maar een echte Amerikaan als hij ondertussen geworden is, weet hij waarschijnlijk niet eens dat Bierbeek in België ligt. It’s in Europe, somewhere between Brussels and Köln.

Behalve een bandleader die uitstekende muzikanten om zich heen schaart, is Pierre ook nog een begenadigd harmonicist en vocalist. Dat gaat hij hier vanavond weer van allengskes bewijzen. De rhythm section van dienst is nu toch al enkele jaren met hem op stap. De jonge afro-american Kenny Smith beroert de drums en bassist Stephen Howard lijkt zo weggelopen uit een hardrockformatie. Maar dat is enkel uiterlijke schijn, zijn baslijnen zijn zo bluesy als enigszins mogelijk. Waar we op de recente CD’s van Mississippi Heat Lurrie Bell horen als gitarist, heeft hij vandaag de virtuoze Carl Weathersby meegebracht. En natuurlijk is ook de kleine, maar dan enkel in gestalte, Inetta Visor van de partij als zangeres.

Om ons nogmaals duidelijk te maken waar hij vandaan komt en waar hij zijn roots pleegt te vinden, opent Pierre met het nummer “Chicago Is My Home”. Inetta verschijnt pas bij het vierde nummer, het soulvolle “Forgot You Had a Home”. Is dat niet grappig ? Carl lardeert met vettige gitaarsolo’s die echter keurig bij het gegeven lijken te passen en nooit buiten de tijdscontext bloeden.

Een prachtige set, geheel in de sfeer van de Chicago bluesclubs tijdens de vijftiger jaren. Bij het laatste nummer komt ook de paashaas in het getouw, ’t is inmiddels immers zondag geworden. Hij staat daar met zijn ponpon kont te schudden en paaseitjes door de zaal te slingeren. Ondertussen gaat de band rustig door.
Als bisnummers worden Jimmy Reed’s masterpiece “Honest I Do” en Pierre Lacocque’s eigen nummer “A Real Sad Story” uit de kast getrokken. Dat zijn pas paaseieren.

 

 

 

 

 

 

 

 

’t Is weer voorbij, maar ’t is verdikkeme goed geweest. De ploeg van Bluesbeek heeft eens te meer puik werk geleverd. Alles verliep smoothly. En hoeveel volk er ook aan de bar staat, je moet er nooit wachten om een pint te bemachtigen. Een kwestie van prioriteiten.

Als Eddie B. zijn nieuwe gitaar te voorschijn haalt, gaat het bij iedereen dagen dat het misschien wel hoog tijd is om te vertrekken. Eddie B. heeft immers gekozen voor het gitaarboek van nonkel Bob in plaats van de shortcut via de crossroads at midnight. Hij probeert het eerste stukje onder de knie te krijgen. Dat is “Vrolijke, vrolijke vrienden” en dat kan natuurlijk wel kloppen. Maar vrolijke vrienden op of af, als het vat leeg is, is iedereen plots moe en wil naar huis. C’ est la vie !

witteMVS

ALLES OEP, NEN DIKKE MERCI EN TOT VOLGEND JAAR!!!