Mr. PC & THE UPLOADERS (B)
SATURDAY, FEBRUARY 23 - CAFE MEULENBERG MOL MILLEGEM website club reporter: Laurence photo: Heidi (Cafe Meulenberg) |
|
ARTIST INFO Mr. PC & THE UPLOADERS (B)
website
|
CONCERT REVIEW Er was weer heel wat volk komen opdagen in danscafé Meulenberg, maar dit was dan ook het derde optreden in evenveel jaren van Mr PC and the uploaders aldaar, en deze groep heeft er een stevige reputatie en dito aanhang opgebouwd. In tegenstelling tot de dag voordien, toen ik de technische hoogstandjes van Fender virtuoos Greg Koch kon aanhoren in een breed muziekspectrum die mij persoonlijk niet altijd raakte, kreeg ik hier ongecompliceerde muziek voorgeschoteld die mij wel continu een heel goed gevoel gaf. Het was nog eens lekker Bourgondisch genieten, zoals wij Vlamingen dat gezellig en ongedwongen onder elkaar kunnen. Openingsnummer “side tracked” gaf al direct de toon aan voor de rest van de avond, puik gitaarwerk van Fonny T, stevig doch rustig slagwerk van Eddy Baker, ondersteunend maar discreet basswerk van Mighty Guy, en dat alles onder leiding van toetsenman en zanger Patrick Cuyvers. Het werd de voorbode van een twintigtal covers, al dan niet stevig bewerkt en met als constante: het moet swingen. Met “smoking good time” werd hun nieuwste bandlid geïntroduceerd en op podium geroepen, Igor Maseroli op sax. Igor is een stilaan welbekend bluesmuzikant aan het worden die in diverse formaties zijn pluimen verdient heeft zoals bij o.a. Rusty Roots, Jim Cofey’s Soul kitchen, Bass Papa en nog vele andere. Met deze formatie had ie ooit eens gespeeld een jaar of 2 geleden, maar ondertussen hadden ze niet meer samen gerepeteerd. Het was er in alle geval niet aan te horen, een echt natuurtalent die jongen. De Boogie woogie stijl ligt hem duidelijk goed. In het jazzy “Take it like a man” kreeg de vlotte pure Fender gitaarsound van Fonny de nodige aandacht en vrijheid. Het einde was zeer origineel met apart cymbalenwerk van Eddy. Vroeger speelden deze heren ook al samen onder de naam Soul Sharks, maar ze zijn met die meer commerciële covers opgehouden om zich te richten op hun huidige stijl onder de noemer Old School Jump, Swing en Bluesband. “Just love me once more” had een groot Freddy Fender gehalte en was iets rustiger. Igor viel perfect in met zijn warme saxklanken. In “acting like a fool” was de interactie tussen piano en drum uitstekend, maar wat me nog meer opviel was hoe de bassist daar achteraan zo aan het genieten was dat het van zijn gezicht af te lezen was. Ze bleken nu allemaal goed opgewarmd en met “sick and tired” kwamen ze helemaal los. Dit nummer deed me sterk denken aan zo’n bal populaire op een ouderwetse kermis. Dat drummer Eddy ooit zanger geweest was bewees ie hier in een duet met Patrick. Deze laatste gebruikt voor deze formatie alleen z’n Roland RD500 elektrische piano, terwijl hij bij z’n andere groepen zoals Hideway en Jim Cofey’s soul kitchen ook de Hammond B3 erbij haalt. Zijn precies caoutchouc vingertjes bedienen razendsnel het klavier terwijl hij steeds met een besmettelijke glimlach het publiek bespeelt. Zijn enthousiasme bleek hier weer zo groot dat hij niet kon blijven zitten en ik moest denken aan de tekst van France Galles: il jouait du piano debout. Met daartussen nog een geweldige solopassage van Igor was dit voor mij het beste nummer uit de eerste set. In “She’s the only one” zagen en hoorden we hoe expressief Patrick kon zingen. Met het instrumentaal ambiancenummer “Baby on Ricky’s Inn” begon stilaan beweging te komen in de zaal. Ik kon al lang niet meer stilzitten op of naast mijn stoel. Vermoedelijk zal ik daardoor wel het zicht van Louis achter zijn mengpaneel een beetje belemmerd hebben, maar dat komt ervan als je zo’n goeie ambiancegroep programmeert. Heidi was tijdelijk van achter haar toog gekomen en was druk bezig al die lachende gezichten op het podium te fotograferen. “I ain’t drunk” was er nog zo eentje die me aansprak en waarbij ik een dame op maat dansend naar het wc zag vertrekken. In “Caledonia” van Louis Jordan, een oud vooral instrumentaal nummer bewees Igor nogmaals zijn meerwaarde in elke groep waar hij bij komt. Hij vertelde mij dat zijn optreden hier niet eenmalig was maar dat indien vrij, hij deze groep nog zou gaan begeleiden, wat alleen maar de populariteit ervan kan vergroten. Tijdens de intro van “girls” werden alle bandleden individueel voorgesteld en zo gingen we swingend naar de pauze toe. De ervaren drummer sloofde zich zo uit dat het zweet niet onder maar boven zijn oksels uitkwam. Tijdens de pauze maakte ik terug kennis met Tiny Hendrickx, een blueszangeres die ik 18 jaar geleden nog op mijn huwelijksfeest had laten optreden, maar ondertussen niet meer gezien had. Wat is de (blues)wereld toch klein. Zij kwam hier nog eens luisteren naar de drummer en gitarist, waarmee ze eind jaren tachtig de Tiny Hendrickx bluesband vormde, wat in feite als de basis van de huidige formatie mag bestempeld worden. Op naar de tweede set, met “Don’t loose your cool, een instrumentaaltje uit de oude doos. Tijdens de lange interactieve intro van “I’ll take you back” kon Igor zijn lach niet meer ophouden. Met Patrick in de gelederen moeten die repetities garant staan voor een hoop plezier. Ook in dit Honky Tonk nummer speelde hij rechtstaand, één brok explosief enthousiasme. “5-10-15” is mooi ritmisch en swingt uitstekend, een goede aanleiding voor Patrick om het publiek uit te nodigen om mee te zingen, wat we dan ook gewillig deden. “T-bone shuffle” is een rustig instrumentaal jazzy nummer waarbij bassist Guy met zijn ogen dicht in hogere sferen bleek te vertoeven. Met “hoi hoi hoi” was het terug volle gaz. Het Ray Charles achtig “He’s got away with women” werd echt sensueel gebracht en onthaald op positief gefluit uit de menigte. Met de sax erbij zou dit nummer niet misstaan hebben in een zwoele nightclub. Het bekende “Hello Josephine” van Fats Domino kreeg hier een serieuze bewerking en klonk maar half zo snel als het originele, maar daarom niet minder mooi. Het oude “Operator” swingde uitstekend en deed me terugdenken aan de muziek van Give Buzze, een ondertussen opgedoekte bluesband die er ook graag vaart inzette. De improvisatie en interactie tussen Patrick en Igor was gewoon subliem, die mannen voelen en vullen elkaar perfect aan. “I want you” was dan weer een tamelijk natuurgetrouwe weergave van het originele traditionele nummer. In “Ain’t just that” bewees Patrick nogmaals zijn expertise in het Boogie Woogie pianospel. Na “Too much stuff” kwamen nog wat toemaatjes zoals “Mr Boogie woogie” in country en western stijl maar toen bleek het toch stilaan het einde te beteken van een zeer geslaagd en geapprecieerd optreden. Louis draaide erna nog een paar uurtjes goede schijfjes zodat de ambiance erin bleef, en het opgekomen publiek ook. Waarom de kempische Mr PC & the uploaders niet meer geboekt worden door andere organisaties blijft mij een raadsel. Hopelijk komt daar binnenkort beterschap in want ze zijn nu echt “à point”. Laurence
|